-14-
Ons bereiken nu berichten dat tengevolge van de hertaxatie behoorlijke ver
schuivingen plaats vinden waardoor de eigenaars/gebruikers van duurdere
woningen veelal minder onroerend-goed belasting gaan betalen en de eige
naars/gebruikers van goedkopere en woningwetwoningen met forse stijgingen
krijgen te maken.
Zijn de berichten die ons bereiken juist en wat is uw reaktie daarop?
Voor de P.v.d.A. stelt de heer M. Kamp in dit kader de volgende vraag:
"Begin van deze maand hebben veel inwoners de mededeling gekregen dat de
nieuwe waarde van de woning is vastgesteld in verband met heffingen van de
onroerend goed belasting.
In de mededeling, die men heeft gekregen wordt niet vermeld op welke wijze
de schatting heeft plaatsgevonden en welke criteria daarbij zijn gehanteerd.
Voor de bewoners zou het naar mijn mening mogelijk moeten zijn, op basis
van een terug-rekentabelin vergelijking tot de vorige schatting, zelf de
geschatte nieuwe waarde te kunnen bepalen.
Is het college bereid aan de hand van wat rekenvoorbeelden in de Brillant
een toelichting te geven.
De voorzitter antwoordt dat het met dit soort taxaties gaat om de reële
waarde van het onroerend goed in het economisch verkeer.
Nu is er door de jaren heen wellicht een verschuiving opgetreden in de reële
waarde van de duurdere panden die wat minder in prijs zijn gestegen dan de
goedkopere.
Dit betekent dat de mensen met een wat groter huis in verhouding minder meer
moeten betalen of in bepaalde gevallen misschien zelfs iets minder dan
mensen met een kleinere woning.
Het college heeft inmiddels ook ontdekt dat er een accent verlegging inzit
als lijn. Daarnaast zijn er ook individuele taxaties die het college ook
niet goedkan plaatsen. Het. gaat dan met name over die taxaties waartegen
mensen bij het college bezwaar hebben ingediend.
Dit zijn dus de panden waarvan men vindt dat ze te hoog getaxeerd zijn.
Anderzijds zullen er ook mensen zijn die hun huis niet graag voor de ge
taxeerde waarden willen verkopen. Deze mensen dienen natuurlijk geen be
zwaar in bij het college.
Terecht wordt vastgesteld dat er enige verschuiving is gekomen in de accen
ten. Dit kan misschien wat worden opgevangen door de minst draagkrachtigen
te ontzien. Bijvoorbeeld door een verschuiving in het gebruikers- en eige
narendeel door te voeren maar toch hetzelfde eindbedrag aan te houden. Dit
is echter een politieke zaak die de raad redigeert.
Ten aanzien van de ongeveer 30 bezwaarschriften die zijn ontvangen zal over
leg plaatsvinden met de stichting KAF1die de taxaties heeft verricht.
Naar de mening van de voorzitter hebben de mensen zich niet voldoende gerea
liseerd dat ook al zou het pand 26% in waarde zijn gestegen, het bedrag wat
men betaald exact gelijk blijft.
Wanneer nu in de Brillant wat rekenvoorbeelden worden opgenomen zodat de
mensen een en ander zelf kunnen narekenen dan zal het met de bezwaarschrif
ten niet zo'n vaart lopen.
Voor zover mogelijk zullen de bezwaarschriften als dat kan worden weerlegd
en wanneer ze reëel zijn zullen ze worden gehonoreerd.
Overigens hoopt de voorzitter dat niet teveel bezwaarschriften gehonoreerd
moeten worden daar anders het eindplaatje van de inkomsten niet helemaal
meer klopt. Dit gegeven zal overigens buiten beschouwing worden gelaten bij
de beoordeling van de bezwaarschriften.
Tot slot zegt de voorzitter toe een artikel in de Brillant op te nemen waar
in wat duidelijkheid wordt gegeven over de hertaxaties.
-Tot-
-15-
Tot slot stelt de heer M. Kamp de laatste vraag namens zijn fractie luiden
de
"In de discussie rondom de grenswijziging Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-
Holland heef uw college gewezen op het aspect van de hulpverlening. Naar de
mening van uw college bood een hulpverlening vanuit Willemstad betere moge
lijkheden.
Nu inmiddels, zeer tegen de zin van onze gemeente in, toch de grenswijziging
is doorgevoerd is het het in mijn opinie toch belangrijk stil te staan bij
het aspect van de hulpverlening enz..
Vanwege het feit dat in het gebied rondom het Hellegatsplein sprake is van
een grote concentratie van mensen kunnen er bij calamiteiten grote proble
men ontstaan, wanneer de hulpverlening niet adequaat kan plaatsvinden.
In het gebied is er sprake van veel verkeer van en naar Zeeland; met name
in de zomermaanden zijn er veel files; op het strandje "de banaai" recreëren
vele duizenden mensen op een zonnige dag; ook wordt er veel surfsport be
oefend. Ook is er sprake van veel scheepvaartverkeer, zowel beroepsvaart
als plezier-vaart.
Ook worden met schepen veel gevaarlijke stoffen vervoerd door de Volkerak-
sluizen. Al met al een situatie, die tot de conclusie leidt dat er een
adequate hulpverlening dient te zijn voor de gevallen waarin die hulp nodig
is.
Wanneer we moeten wachten tot er werkelijk een calamiteit plaats vindt om
te kunnen beoordelen of de hulpverlening wel of niet adequaat is, is voor
mij geen aanlokkelijk vooruitzicht.
Mijns inziens dient voortdurend de vinger aan de pols te worden gehouden.
Mijn zorg houdt verband met het feit dat tijdens de zwemtocht over het Hol-
landsch Diep de hulp werd ingeroepen van een ambulance. Omdat de plaats van
het evenement tot het grondgebied van Oostflakkee behoort moest de ambulance
uit Dirksland komen; dit duurde zo'n 45 minuten.
Uw college heeft in 1984 er reeds op gewezen dat door de grenswijziging het
Hellegatsplein ca. een "drie-gemeenten-punt" zou worden. Kenmerkend voor
een dergelijke situatie is dat niet bepalend is de effectiviteit van de
hulpverlening, maar de plaats waar de hulp nodig is.
Op grond van de reeds in 1984 door uw college gesignaleerde situatie zijn
mijn vragen:
a. is uw college bereid om de ontwikkelingen rondom het Hellegatsplein
nauwlettend te volgen;
b. bent u bereid in overleg met de andere gemeenten en andere overheden
te pleiten voor een adequate hulpverlening voor het gebied van het Hel
legatsplein (te overwegen is wellicht het realiseren van onder andere
een ambulance-post, met inschakeling van Rijksdiensten).
De voorzitter reageert hierop met wat opmerkingen.
Datgene wat de heer Kamp constateert heeft de raad al eerder op tafel gelegd bij
zowelde provinciale zowel als de rijksoverheid, namelijk op het moment dat
de provinciale grenswijziging ter sprake kwam. Meer dan eens is toen gewe
zen op de situatie zoals die nu door de heer Kamp geschetst is.
Het voorstel tot grenswijziging is eenmaal gestrand in de Eerste Kamer.
Niet zo zeer op inhoudelijke gronden doch op staatsrechtelijke gronden om
dat een dergelijke wijziging van grenzen niet diende te geschieden door
middel van een Algemene Maatregel Van Bestuur.
Inhoudelijk heeft dat allemaal niet zoveel opgeleverd zij het dat de Vol-
keraksluizen geheel bij de provincie Noord-Brabant zijn gebleven in tegen
stelling tot een eerder plan waar de nieuwe provinciegrens door de Volke-
raksluizen liep.
Verder zijn echter geen wijzigingen doorgevoerd en heeft men geen rekening
gehouden met de opmerkingen die door de gemeente zijn gemaakt.
Vrij direkt na het formele besluit van de grenswijziging heeft de voorzitter
kontakt opgenomen met de burgemeesters van Cromstrijen en Oostflakkee.
In de eerste plaats zijn zowel bestuurlijk als ambtelijk alle plannen over
gedragen. Ook de overdracht van verantwoordelijkheden heeft heel zorgvul
dig plaatsgevonden.
-Van-