•12- In artikel 7 staat dat het recht moet worden voldaan op een door B. en W. aan te geven wijze,, maar die wijze wordt niet vermeld. In artikel 12 staat dat de in artikel 3 genoemde belastingplichtige ver plicht is op een door B. en W. aan te wijzen plaats te melden, wanneer hij afmeert. Voor een betere hantering van het reglement door de havenmeester zou dit zo moeten zijn dat het schip zich meldt vóór het afmeren. In de praktijk is het zo dat de havenmeester zich tot het schip wendt of andersom om aan te geven respectievelijk te vragen waar het schip moet gaan liggen. Als men het reglement letterlijk neemt, zal de schipper zeggenik kom zo dadelijk bij de havenmeester, dat staat in het reglement"-. Uiteraard hebbenwij in principe tijdens de begrotingsvergadering ondanks het feit dat het hier staat dat de raad besloten had tot een 7% verho ging, tegen deze verhoging gestemd. Wij willen evenwel een ander standpunt ten aanzien van de verhoging van het havengeld innemen, omdat vorig jaar de verhoging van 3% niet is door gegaan. Theoretisch gezien wordt er deze keer immers een verhoging van maar 4% doorgevoerd. In dit geval willen wij ons daartegen dan ook niet verzetten1', aldus de heer de Visser. Vervolgens neemt de heer Hoekwater het woord namens de fraktie van de V.V.DHij zegt: Mijn verhaal kan niet in de schaduw staan bij dat van de heer de Visser. Ik zal het dan ook erg kort houden. Inderdaad zijn ook wij -gevallen''' over de verandering van het dagtarief en het feit dat de term "overnachting" in de bepaling is komen te ver vallen Als u het havenreglement inderdaad op deze wijze moet laten toepassen door de havenmeester dan betekent dit een verhoging van de tarieven met 100%. Dit moet dan met 2 worden vermenigvuldigd nlvoor 24.00 en na 24.00 uur. Wij verwachten niet dat dat uw opzet is. Een volgend punt, wat inmiddels ook al door de heer de Visser aan de orde is gesteld, is de privaatrechtelijke overeenkomsten. Ten eerste onttrekken deze overeenkomsten zich aan een democratische be sluitvorming. Een tweede punt met betrekking tot de tarieven; worden de tarieven over eenkomstig aangepast of hanteert u het systeem zoals u dat bijvoorbeeld ook doet bij de heffing van de onroerend-goedbelastingen. Artikel 12, dat heeft de heer de Visser overigens ook al gezegd, moet luiden: "vóórdat hij afmeert" en niet "wanneer hij afmeert". Een laatste punt, en ik dacht dat dat ook reeds door de heer de Visser naar voren was gebracht, zijn de reparatie-schepen. Wie betaalt het liggeld van die reparatie-schepen? Hoe lang mogen die reparatie-schepen als zodanig in de haven liggen voordat ze worden gere pareerd? En hoeveel mogen er afmeren langs het werkschip gedurende de reparatie?" Tot slot merkt ook de heer Hoekwater op dat de V.V.D-fraktie zich niet tegen de verhoging van de tarieven met 7% verzet, en wel op grond van dezelfde motivatie als reeds namens de P.v.ó.A.-fraktie verwoord. De voorzitter zegt aan te nemen dat alle frakties akkoord gaan met de verhoging van de tarieven met 7%. De frakties hebben echter wel inhoude lijk wat op- en aanmerkingen, in zijn algemeenheid en artikelgewijs Hij geeft ter beantwoording van al het geen door de frakties naar voren is gebracht het woord aan wethouder Munters. -De- -13- De heer Munters zegt dat het niet eenvoudig zal zijn door die dikke brij van vragen heen te komen. Alvorens hij echter aan de beantwoording begint wil hij eerst nog wat algemene opmerkingen maken en vel de volgende: "We hebben geen oud reglement aangepast, niet enkele artikelen gewijzigd. We zijn tot de constatering gekomen dat ons oude havenreglement niet meer voldeed aan de eisen die je aan een dergelijk reglement stelt, aangepast aan de Willemstadse situatie". De heer de Visser onderbreekt de heer Munters met de opmerking dat hier niet gesproken wordt over een havenreglement maar over een navengeldver- ordening De heer Munters is van mening dat een havenreglement en een havengeld- verordening onlosmakelijk rnet elkaar verhonden zijn. Men mag er dus van uit gaan dat wanneer de heer Munters het over het reglement heeft, hij daar tevens de verordening mee bedoelt. Vervolgens gaat de heer Munters door met zijn algemene opmerkingen, lui dende "Er waren artikelen in de oude verordening die dusdanig op de helling gezet moesten worden dus is gezegd: We maken een hele nieuwe verorde ning". Bij het opstellen van die verordening zijn we toch uitgegaan van een paar achtergrond gegevens In de eerste plaats dat dus het oude reglement niet meer voldeed. Het voldeed ook niet op die manier dat wij met het (oude) reglement in de hand ertoe over konden gaan om de liggelden te verhogen. Daar zijn we vorig jaar tegen aangelopen; dat is u allen wel bekend. We wilden dus een nieuw reglement, een simpel reglement, een kort regle ment, gemakkelijk hanteerbaar voor de mensen die er elke dat mee om moeten gaan en zeker een reglement dat door de provincie goedgekeurd zou worden. We zijn bij het samenstellen van het reglement uitgegaan van enkele ar tikelen uit het oude reglement waar je gewoon niet omheen kan. Daarnaast is gebruik gemaakt van reglementen die in de praktijk goed voldoen en gebruikt worden voor jachthavens, zoals met name in Enkhuizen. Me menen dat we in de verwoording van een en ander aardig geslaagd zijn. Dit te meer nu deze verordening in ontwerp naar de provincie is toegestuurd "en van die zijde op voorhand is gezegd: wanneer jullie het op een derge lijke manier verwoorden, en dan mag er hier en daar nog een kleine wij ziging plaatsvinden, dan krijg je van ons "groen licht". Dat is ook hoog tijd, want wanneer we op 1 februari aanstaande de nieuwe tarieven in werking willen laten treden dan heeft u wel begrepen dat hec uitermate kort dag is". Dan gaat wethouder Munters nader in op de vragen die zijn gesteld. Allereerst de vraag van de heer Groeneveld hoe het nu zit met artikel 6 en dan met name G e. Door hem is een gewijzigde tekst voorgesteld. Wet houder Munters kan zich daar best in vinden. Hij is van mening dat dat met name voor het kerkbezoek wat extra ruimte geeft. Met de voorgestelde tekst van de verordening was het bijwonen van een kerkdienst, 's avonds om 19.00 uur onmogelijk. De aanpassing zoals voorgesteld door de heer Groeneveld geeft daar wel de ruimte toe. Ten aanzien van de vraag of ook cruiseschepen van deze mogelijkheid gebruik kunnen maken merkt de heer Munters het volgende op "Over het algemeen melden cruise-schepen zich bijtijds, en maken als het ware een soort reservering. Maanden voordat zij in de haven komen wordt hun plaats al besproken. Dan wordt ook duidelijk afgesproken waar zij terecht kunnen, welke bedragen zij moeten betalen en onder welke voor waarden zij daar kunnen afmeren. Ik denk dat de kans op onterecht ge bruik maken van artikel 6 e door cruise-schepen, erg klein is." Tot slot werd door de heer Groeneveld nog gevraagd wat een abonnement houder met een abonnement voor een kalenderjaar in 1987 gaat betalen. Dat is om precies te zijn 11/12 van een vol jaar en nog 1/12 volgens het oude tarief. ■•■Vervolgens-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 7