I -10- Door de raadsfracties is diverse malen verzocht het rapport in z'n totaliteit te i spreken. Tot op heden is dat echter niet gebeurd. Daarom bevreemdt het de CDA-fractie dat thans slechts een gedeelte uit het N.W.I, rapport ter behandeling wordt voorgelegd. Vervolgens citeert de heer Dane uit het Beleidsprogramma in hoofdlijnen 1986-191 1 "De toeristisch-recreatieve functie van Willemstad dient op peil te worden gehoul en waar mogelijk in kwalitatieve zin worden verbeterd en verfijnd. De leefbaarhei van de bewoners en het nistorisch karakter van de gemeente mogen hierbij niet in gedrang komen. Verder zullen aan de hand van de uitkomsten van een door het N.W.I.T. ingesteld)! zoek het toeristisch-recreatief beleid nader worden geformuleerd. In beginsel zal geen medewerking worden verleend aan de uitbreiding van het aanti horecabedrijven in de gemeente. '•Vanneer uit onderzoek blijkt dat in het licht van de voorgestane doelstellingenii I aanzien van het toeristisch-recreatieve beleid als aanvullende voorziening een be I paalde horeca-inrichting (bijv. hotelaccommodatie) dringend gewenst is, zal de vs I ging van een dergelijk bedrijf na afweging van de juridische en ruimtelijke conse quenties bespreekbaar zijn." Volgens de heer Dane heeft de CDA-fractie tegen laatstgenoemd punt reeds in een tl stadium haar bedenkingen uitgesproken. Ook in het CDA-programma is opgenomen dat bij een eventuele uitbreiding van de t( I ristische mogelijkheden in Willemstad, de druk op de vesting, met name in de weel L enden, niet groter mag worden. Tevens citeert spreker uit een intervieuw met de burgemeester dat medio 1985 is j I bliceerd in een bekende regionale krant: VOver het toerisme is de burgemeester zeer duidelijk. Geheel in de geest van dei I Is hij tegen grote uitbreiding. Verbetering van de voorzieningen ziet hij wel zit I De burgemeester beseft hoe belangrijk de stroom toeristen voor de middenstand is. I Een uitbreiding van de horeca is voor de burgemeester taboe. "Ik kan me voorstell I dat mensen het niet leuk vinden als jongelui 's nachts na sluitingstijd tegen h# I ramen plassen. We moeten de horeca in toom houden. Als we dat niet deden zou del I straat binnen afzienbare tijd een grote disco zijn en werd Willemstad elk weekend overspoeld met jongeren". Einde citaat. De heer Dane merkt op dat het standpunt van de CDA-fractie in dit verband geenI ging heeft ondergaan. Hij vraagt daarom naar de argumenten welke het college aanleiding hebben gegeven I pen uitbreiding van de terrasruimte voor te stellen. Het college had eveneens aandacht moeten schenken aan de parkeerproblematiek. Inzake het eventueel in gebruik geven van de Parade als terrasruimte vraagt de K I Dane zich af of daadwerkelijk behoefte bestaat aan een dergelijke uitbreiding de gevolgen ervan zullen zijn. I In principe is de CDA-fractie bereid alle initiatieven dienaangaande vanuit het drijfsleven te ondersteunen voor zover deze niet in strijd zijn met het algemeen belang en de leefbaarheid van de gemeente Willemstad. De heer Dane is de mening toegedaan dat de huidige terrasruimte rondom de haven staat. Omtrent de gevolgen van het bovenstaande heeft hij zijn bedenkingen. Het aanzicht van het oude raadhuis wordt geweld aangedaan indien de Parade in i I wordt genomen voor terrasruimte. Bovendien zullen zich in het zomerseizoen storende feiten voordoen. Uit ingewonnen informatie bij o.a. politie en bewoners blijkt immers dat het er I het weekend niet altijd zo rustig aan toegaat. De heer Dane vreest dat door de voorgestane uitbreiding van de terrasruimte, de I tuatie alleen maar zal verergeren. Bovendien bestaat gerede kans dat schade aan de grasmat wordt toegebracht. De functie van de Parade wordt beschouwd als een stukje rustgevend groen, waarfP I kinderen zich kunnen vermaken. I Een dergelijke functie van de Parade spreekt meer aan dan thans in het voorstel I omtrent wordt geadviseerd. -Op' I -11- Op dit moment is voor de CDA-fractie de rek eruit. Men wil het bestaande evenwicht tussen de belangen van de horeca-ondernemers ener zijds en die van de bewoners anderzijds niet verstoren. Vervolgens bevreemdt het de heer Dane dat de postcommandant der rijkspolitie de noti tie eerst wordt toegezonden wanneer de raad heeft ingestemd met het voorgestelde beleid. Hierna deelt de heer Dane namens zijn fractie mede dat de bestaande evenementen in de huidige vorm moeten worden gehandhaafd, ook voor wat betreft de terrasruimte. Het aantal evenementen moet worden beperkt tot hoogstens vier per jaar. Tenslotte wijst hij erop dat over kwalitatieve verbeteringen valt te praten maar dat op dit moment de openluchtrecreatie in zijn huidige vorm de grens heeft bereikt. Met deze opmerking besluit hij zijn betoog. De voorzitter stelt vast dat de verschillende woordvoerders zeer indringend hebben gereageerd op deze notitie en in dit verband merkt hij op thans andere geluiden te hebben gehoord dan in de commissie algemene bestuurlijke zaken het geval was. Vervolgens gaat hij over tot beantwoording van de gestelde vragen. Allereerst merkt de voorzitter op dat hij zich kan verenigen met de situatie dat Willemstad geen pretpark mag worden, het toerisme zich meerzijdig moet ontwikke len en voorkomen dient te worden dat het historisch karakter van de stad wordt aangetast In dit verband deelt hij mede dat een aantal in de notitie voorkomende vraagstukken veel meer betrekking hebben op het terrein van de openbare orde dan op het gebied van de toeristisch-recreatieve ontwikkeling, zoals bedoeld in het N.W.IT.-rapport Jaarlijks vindt in de maand juni vóór de aanvang van het toeristenseizoen met de ge zamenlijke horeca-ondernemers het gebruikelijke overleg plaats over een aantal onder werpen, de horeca rakende (sluitingstijden e.d.). De betreffende exploitanten worden dan tevens gewezen op hun verantwoordelijkheden ten aanzien van openbare orde en wanordelijkheden die kunnen plaatsvinden. Met betrekking tot het overleg met de bewoners deelt de voorzitter mede dat op aan vraag van horeca-exploitanten over het algemeen wordt overgegaan tot het verlenen van de gevraagde (muziek-)vergunning, onder oplegging van nadere voorschriften. Met de afwikkeling van zo'n procedure zijn in de regel een aantal weken gemoeid. Gelet echter op de klimatologische omstandigheden welke het onmogelijk maken om een maand tevoren de vereiste vergunning aan te vragen, is het college bereid op voorhand vergunning te verlenen voor de organisatie van drie a vier activiteiten in combinatie met levende muziek. Overeenkomstig het voorstel kan worden volstaan met een meldingsplicht en in deze zin is sprake van deregulering. Overigens verklaart de voorzitter zich bereid om diè onderdelen uit de notitie welke van belang kunnen zijn voor omwonenden te publiceren in de eerstvolgende editie van de Brillant. Voorts zet de voorzitter uiteen wat hij verstaat onder het begrip evenementen. Hoewel hij zich kan verenigen met het door de heer M. Kamp ter zake gemaakte onder scheid, plaatst hij de omvang ervan of tegen plaatselijke begrippen. Men behoeft niet bevreesd te zijn voor activiteiten waarop 20.000 mensen afkomen. Inzake het aantal te organiseren evenementen door horeca-exploitanten wijst de voor zitter erop dat een kakofonie zal worden voorkomen. Daarvoor wordt geen toestemming verleend en in het horeca-overleg kunnen hierover af spraken worden gemaakt. Bovendien is het, gelet op de daaraan verbonden organisatie kosten veelal slechts mogelijk door onderlinge samenwerking te komen tot het op starten van bepaalde evenementen, gecombineerd met levende muziek. Omwille van economische motieven is een dergelijke samenwerking haast onvermijde lijk. In ieder geval moet buitengewoon zorgvuldig worden omgegaan met zowel de belangen van de ondernemers als die van omwonenden. Aan hun, overigens grote, tolerante opstelling zijn grenzen gebonden doch zover wil de voorzitter het niet laten komen. -Met-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 71