-10- Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan over eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten de brug voor het Mauritshuis aan beide zijden gesloten te verklaren voor vracht verkeer. 10Vaststelling van de Verordening havengeld gemeente Willemstad 1987. De voorzitter licht het voorstel toe met de opmerking dat vorig jaar een voorstel aan de raad is gedaan om de tarieven voor het havengebeuren met 3% te verhogen. De verordening is destijds echter door de provincie niet goedgekeurd. Vandaar dat dus nu een geheel nieuwe havengeldverordening ter vaststelling wordt aangeboden. De heer Groeneveld zegt namens de fraktie van het C.D.A. het volgende: '•In artikel 6 van de voorgestelde verordening wordt de vrijstelling van de betaling van havengeld geregel:... Vrijgesteld zijn, zo staat onder letter e." vaartuigen die de haven uitsluitend aandoen met het oog op kerkbezoek door de opvarende en voor proviandering, binnen het tijdvak van 09.00 tot 16.00 uur De CDA-fraktie vraagt zich af of het raadzaam is wat woorden om te draaien en wel als volgt: "vaartuigen die de haven uitsluitend aandoen voor proviandering binnen het tijdvak van 09.00 tot 16.00 uur en met het oog op kerkbezoek door opvaren den" Naar onze mening is onze omschrijving duidelijker en niet voor twee-erlei uitleg vatbaar., aldus de heer Groeneveld. Ondanks dat, toch nog een vraag over de proviandering en de vrijstelling van havengeld. Is de onder 6e omschreven vrijstelling ook van toepassing op passagier schepen e.d.? Voorts vraagt de heer Groeneveld met betrekking tot artikel 14, de Overgangsbepaling, of de privaatrechtelijke overeenkomsten voor bepaalde of onbepaalde tijd zijn..aangegaan? Ten slotte wil de CDA-fraKtie weten wat abonnementhouders met een abonne ment gedurende een kalenderjaar, over het jaar 1987 zullen moeten gaan betalen Vervolgens komt de heer de Visser namens de fraktie van de P.v.d.A. aan het woord. Ook hij heeft een groot aantal opmerkingen en vragen ten aanzien van onderhavig agendapunt, luidende: "De eerste wijziging om geen ongelijke tarieven te mogen innen is alleen van toepassing voor passanten, U spreekt dan van vaste en losse ligplaats houders. Taalkundig is een houder van een losse ligplaats heêl wat anders dan een losse ligplaatshouder. Met deze tekst ben ik niet zo gelukkig. Termen als Seizoentarief en Dagtarief is misschien duidelijker. In het schrijven wordt alleen gesproken over verschillende tarieven en er wordt niet gesproken over een verschillende aard van het vaartuig. Ik bedoeld hiermee' net schrijven dat we van de provincie ontvingen en dat er de oorzaak van was dat onze vorige verordening afgekeurd werd. Daar staat niet in dat de vaartuigen niet onderverdeeld mogen worden. U zegt daarentegen dat de vaartuigen niet onderverdeeld mogen worden, of dat niet in provinciaal schrijven staat doch u doet dat juist wel. Want in artikel 4 splitst u de vaartuigen wel in vaartuigen die in de buitenhaven liggen en vaartuigen die in de binnenhaven liggen. Het opslaggeld is komen te vervallen. Het college zegt: opslag op de havenkades kan plaatsvinden, maar ik zeg: opslag op de havenkades kan plaatsvinden zonder laden en lossen. Het college beroept zich terzake op het feit dat laden en lossen proble matisch is en dat dat ook de reden is waarom wij dat als raad hebben af geschaft. kan— Aan het nu laten vervallen van opslaggeiden voor opslag op de kade ligt geen raadsbesluit ten grondslag. Het college heeft dat besloten, zonder de raad. Ik vraag mij dan ook af of dat de raad hierover geen besluit had moeten nemen. Vervolgens wordt gesteld dat het havenhoofd een en ander niet toelaat. Volgens mij is het havenhoofd eigendom van en in onderhoud bij Rijkswater staat. Waarschijnlijk wordt dan ook bedoeld de kademuur op de havenkant. ;ien en ander is in strijd met artikel 6 onder a waarin weer wel gesproken wordt van opslag en laden en lossen. In de ontwerp-verordening staat voorts geen havengeld is verschuldigd tussen 09.00 en 16.00 uur onder bepaalde omstandigheden. Vervolgens wordt bepaald: het havengeld is verschuldigd per dag of gedeelte daarvan. Mijn vraag is. Hoe verhoudt zich dat tot artikel 2 onder 1. Een tijdvak van 24 uur beginnende op 00.00 uur. Ten aanzien van het vaartuig dat bijv. voor 00.00 uur aankomt er, na 00.00 uur vertrekt. Dan is er namelijk sprake van twee tijdvakken. Een 24-uurstarieo. of de benaming "overnachting'' zal waarschijnlijk beter hanteerbaar zijn. Voor wat betreft de aanpassing voor losse ligplaatshouders is de wijziging belangrijk. Ik heb enkele voorbeelden. In vergelijking tot het oude reglement zal het liggeld voor een vaartuig van 6 meter lang en twee meter breed, dus 12 nr nu 6,— 1% B.T.W. is 6,60 meer gaan bedragen. Voor een vaartuig van 18 meter lang, waarvoor nu 72 vierkantemeter, zal worden aangehouden zal het liggeld 39,60 gaan bedragen en dat is 15,meer dan voorheen. Boven de 18 meter bijvoorbeeld, wordt dat 40 x 5 200 m' x 0,50 100,~~ 1% B.T.W. f. 110,--. Voorheen was dat 36, Is het gevolg hiervan niet dat er een hogere opbrengst is dan 7% of zoals u zegt f. 23.310,Is dat inderdaad de bedoeling of verwacht het college dat deze meeroporengst verloren gaat door een "'minder gebruik" van de ha ven Ten aanzien van een aantal schepen die een ligplaats innamen volgens de oude verordening is een privaatrechtelijke overeenkomst aangegaan. Man dat zonder beraad? En zou deze mogelijkeheid niet gebruikt kunnen wor den voor de volgende groep vaartuigen die in de huidige verordening niet afzonderlijk zijn opgenomen, te weten roeiboten, zijnde pleziervaartuigen en bijboten van jachten. Het tarief voor deze vaartuigen is nu in drie categoriën verdeeld- 49,03 34,45 f. 2677 Als ik de gemiddelde oppervlakte van deze vaartuigen op 6 rtr neem dus 3 x 2 dan kom ik in het eerste geval aan een verhoging die 4 x het oude lig geldbedrag beloopt, want 49,03 wordt nl 229,80 f. 34,45 wordt nl229,80, dat is 6 x en 26,77 wordt nlf. 229,80 dat is 8 x, uitgaand van 38,—-/ma Ook het gebruik van de haven buiten het seizoen door schepen die thans nog s winters voor een redelijke prijs in de binnenhaven liggen gaat verloren. Hierdoor zal een belangrijke vermindering van inkomsten optreden. Het havengeld voor vaartuigen die in reparatie zijn bij een plaatselijk bedrijf is niet geregeld. Dan wil ik iets zeggen over artikel 7 en 12. In beide gevallen wordt er gesproken over losse en vaste ligplaatsen. -In-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 6