-11- Overigens gaat het CDA wel accoord met het voorstel van de voorzitter. De voorzitter antwoordt dat het antwoord op die vraag vervat is in het voor stel aan de raad. Het college is niet zo dom om de hele zaak te onderzoeken en de raad te adviseren de zinsnede niet op te nemen als had kunnen worden vol staan met een zin waarin werd vastgesteld de zinsnede wél op te nemen. Het college heeft begrepen dat men bedoelde dat de recreatieve ondernemer al thans de boer die kampeergelegenheid biedt, uit het kamperen zijn hoofdinkomen zou moeten hebben. Dat kan natuurlijk niet. Vandaar ook onderhavig voorstel. De heer Van der Sluijs zegt niet de intentie te hebben gehad het college van domheid te betichten. De voorzitter begrijpt dat en zegt dat het natuurlijk moeilijk is om alle ver zoeken en bezwaren die binnen komen eigenmachtig naar eigen inzicht te inter preteren. Ook naar aanleiding van de notulen zijn in het verleden al opmerkingen gemaakt in de zin van "dat heb ik niet zo bedoeld". Het is al erg moeilijk te schrijven wat men zegt laat staan wat men bedoeld heeft te zeggen. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten: 1. tot vaststelling van de Kampeerverordening, met dien verstande dat als door de directie van Camping Bovensluis aanvulling van artikel 1, lid 15 van de verordening is bedoeld, dit artikel wordt aangevuld met de regel: "en dat voorziet in het hoofdinkomen van de aanvrager van de vrijstelling"; 2. de op 14 septembr 1982 ingestelde commissie voor de bezwaarschriften, welke commissie is belast met de voorbereiding van beslissingen op bezwaarschriften als bedoeld in de Wet-Arob, tevens'te bdasten met het horen, als bedoeld in ar tikel 8, lid 3 van de Kampeerverordening, van degenen die beroep hebben in gesteld als bedoeld in artikel 7, lid 1 van de verordening. 7Rondvraag Namens de fractie van de P.v.d.A. stelt de heer M. Kamp de eerste vraag luidende: "Met belangstelling heb ik kennisgenomen van het feit dat de V.V.V.-post is ondergebracht in het voormalig gemeentehuis en dat van daaruit de V.V.V.-functie verder gestalte gaat krijgen. Ik zie dit gegeven als een nieuwe stap in de richting van een gestuurde ont wikkeling van de toeristische- en recreatieve functie van Willemstad. Met het oog daarop acht ik het raadzaam om in de gemeenteraad een oriënterende discussie te voeren, die de basis kan zijn voor een te ontwikkelen activiteiten plan. Mijn vraag is of het college met mij van mening is dat het nuttig is om na de zomervakantie een oriiënterende discussie te voeren en of het college bereid is de voorbereidingen terzake te treffen." Namens de fractie van het CDA stelt de heer Groeneveld over dit onderwerp de volgende vraag: "Voorzover wij hebben begrepen is, als resultaat van een goed overleg, tussen uw college, het bestuur van de Middenstandsvereniging en de huurder van het oude raadhuis, sinds vorige week een V.V.V.-post ingericht in het oude raad huis. In uw aanbiedingsbrief bij de begroting voor 1987 kondigde u aan in de loop van 1987 een beleidsnotitie te zullen voorleggen aangaande het in 1986 door het N.W.I.T. verrichte onderzoek en uitgebrachte rapport "Het toeristisch produkt Willemstad" In die beleidsnotitie zal, zo schrijft u, onder meer aandacht worden besteed aan de financiële haalbaarheid van de in het N.W.IT.—rapport gegeven aanbe velingen. Een van de aanbevelingen in het rapport betreft een V.V.V.-post. Ook bij de CDA-fractie staat een V.V.V.-post hoog op het verlanglijstje en wij hebben dat tot uitdrukking gebracht door in ons verkiezingsprogramma op te nemen dat onderzocht dient te worden of een streek-V.V.V.-filiaal of een lokale servicepost voor Willemstad haalbaar is. -Nu-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 61