-9- Op zich is het wel een goede zaak wanneer er enige zorg komt van de zijde van de rijksoverheid om het Hollandsch Diep met oevers schoon te houden maar 't is natuurlijk toch een gebied met hele grote vervuilingsmogelijkheden. Het is niet ondenkbaar dat het Kroonbesluit in de toekomst gigantische finan ciële consequenties kan hebben. Het gemeentebestuur zal heel alert moeten zijn. Bij de inhoudelijke discussie over de aanpassing van het bestemmingsplan zal een en ander zeker ook aan de orde komen. De heer Munters antwoordt dat het college nu voorstelt wat bospercelen te ver schuiven naar de noordkant van de Zuidlangeweg. Eigenlijk is het een vooruit halen van dat kleine stukje in het bestemmingsplan dat eind van dit jaar of be gin volgende jaar zijn eindfase krijgt. In het voorstel is reeds aangegeven welke beroepsmogelijkheden er nu nog zijn en de heer Boertjes heeft juist ge constateerd dat de aanpassing de normale procedurele weg moet aflopen. De heer Munters bevestigt vervolgens hetgeen door de heer Groeneveld is gezegd en merkt op dat de agrariërs heel gelukkig zijn met de wijziging van de bos- grens in een rechte kavel-grens. Tot slot constateert hij dat de opmerkingen van de heer Kamp in feite buiten het voorstel liggen. Het voorstel behelst alleen de aanplant van het bos en gaat niet inhoudelijk in op datgene wat het bestemmingsplan Buitengebied in houdt. Hij is van maxirg dat hij dus ook niet verder op de opmerkingen hoeft in te gaan De heer MKamp vraagt of het voorbereidingsbesluit uitsluitend betrekking heeft op het te bebossen gebied. Zo ja, dan blijkt dit niet uit de stukken. Hij heeft begrepen dat het ging om de in rood gearceerde gebieden en dat is meer dan alleen de bospercelen. De heer Munters geeft toe de kaart niet hebben ingezien; hij heeft zich primair verdiept in het voorstel omtrent de stukken bos. De bestemming van het Hollandsch Diep gezien in het licht van de taak die rijks waterstaat heeft voor een schoon en veilig water staat inderdaad haaks op het gevoerde beleid met betrekking tot de "Hemelvaart VII" Ten aanzien van de bestemming "Verkeersdoeleinden" merkt hij op dat het noorde lijke gedeelte buiten de vesting als zodanig is bestemd. De bestemming voor dat gebied moet worden gedifferentieerd omdat er onder meer ook de Belgische erebe graafplaats onder valt. Het is zeker niet de bedoeling voor het betreffende gebied een parkeerterrein te maken. De heer MKamp laat het bij deze opmerkingen. Te zijner tijd zal hij de verdere discussie afwachten. De heer Munters zegt dat volgend jaar de aanpassing van het bestemmingsplan zeker aan de orde zal komen. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan ver volgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten voor die gedeelten van het bestemmingsplan Buitengebied waaraan door de Kroon goedkeuring is onthouden te verklaren dat het bestemmingsplan wordt aangepast (voorbereidingsbesluit ex artikel 21 Wet op de Ruimtelijke Ordening) en daarbij te bepalen dat het zonder een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders verboden is in de betreffende gebieden bepaalde werken en/of werkzaamheden uit te voeren. 6. Vaststelling van de Kampeerverordening Namens de fractie van het CDA zegt de heer Van der Sluijs het volgende: "Tenzij de voorschriften en bepalingen het niet toe zouden staan dat u een correctie aanbrengt of laat aanbrengen, hebben wij het sterke vermoeden - nee bijna de zekerheid - dat de directie van Camping Bovensluis in de schriftelijke reactie c.q. het bezwaarschrift dat op 2 april j.l. is ingekomen, een weliswaar klein maar erg misleidend typefoutje heeft gemaakt, dat ook u niet is opgeval len. De directie van Camping Bovensluis b.v. verzoekt (zie uw citaat op pagina 3 onderaan) de regel zoals vermeld in artikel 1, lid 5, op te nemen te weten "en dat voorziet in het hoofdinkomen van de aanvrager van de vrijstelling". Bij inwilliging van dat verzoek zou artikel 1 lid 5 als volgt gelezen moeten worden: -wordt-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 59