fe -6- Temeer niet daar er een vloer is gelegd in het bedrag in inkomsten dat de mensen hebben alvorens zij die bijdrage moeten gaan betalen. Een discussie hierover acht de voorzitter op dit moment niet zinvol aangezien daar volop de ruimte voor komt in de eerstkomende vergadering van de commissie algemene bestuurlijke zaken en de raadsvergadering in juni. Vervolgens vraagt de heer Tuinman naar aanleiding van het schrijven namens de besturen van drie vormingscentra voor Jonge Volwassenen in Bergen op Zoom en Roosendaal d.d. 7 april 1987 (ingekomen stuk nr. 21) welke besluitvorming in Willemstad moet geen plaatsvinden met betrekking tot de invoering van de basis educatie in de regio Westelijk Noord-Brabant, en in welke fase de besluitvor ming momenteel verkeert. De voorzitter antwoordt hierop dat het college in principe heeft besloten om accoord te gaan met het voorstel van een regionale werkgroep om de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs als hoofdbestuur in de regionale opzet voor de basis educatie aan te wijzen. Over de opzet van de basiseducatie zal ook in de juni-vergadering een voorstel worden gedaan en zal vooraf ook de commissie algemene bestuurlijke zaken worden geraadpleegd. Inmiddels zijn er brieven ontvangen van instellingen die over de bestuurlijke opzet andere ideeën hebben waar op zichzelf ook iets van te zeggen is. Het col lege zal zich daarover beraden en na advies van de commissie algemene bestuur lijke zaken te hebben ingewonnen zal de raad een voorstel ter vaststelling worden voorgelegd. De heer Tuinman vraagt of er met het college te praten is over de bestuurlijke opzet voor de basiseducatie. De voorzitter zegt dat over elk principe valt te praten waarop de heer Tuinman vraagt of het college bereid is terug te komen op het standpunt het hoofdbe stuur onder te brengen bij de vereniging Ons Middelbaar Onderwijs in Tilburg. De voorzitter antwoordt dat het college niets in te slikken heeft. De raad is het hoogste bestuursorgaan in de gemeente. Het college kan niets anders doen dan de raad voorstellen aanleveren waarop de raad vervolgens een beslissing neemt. Als de raad een andere mening is toegedaan dan het college kan hij dat kenbaar maken. Dat kan overigens al eerder door de fractievoor zitters in de commissie algemene bestuurlijke zaken. Het college zal bij de commissie advies inwinnen en indien nodig zijn mening bij stellen. Dat zal dan wel geschieden op basis van argumenten waarmee partijen nader tot elkaar kunnen komen. Formeel wordt de opzet van de basiseducatie aan de orde gsteld in de raad van juni. De heer MKamp vraagt of de statuten van de vereniging O.M.O. bij destukken ter inzage kunnen worden gelegd. De voorzitter zegt zulks toe. Naar aanleiding van het ingekomen stuk nummer 7 merkt de heer M. Kamp op dat hij is geschrokken van de bijlage waarin melding wordt gemaakt van de bereik baarheid van Willemstad voor het ambulancevervoer. Daar wordt een overschrij dingsnorm van de aanrijtijd van 30% genoemd. Door een organisatiebureau is voorgesteld een ambulancepost dichterbij te lo kaliseren doch er gaan geruchten dat dit op grond van de kosten niet realiseer baar is. De heer M. Kamp stelt dat normen zijn gesteld ten aanzien van de aanrijtijd voor ambulances. Nu die normen gesteld zijn moeten die worden gehanteerd. Anders stel je geen normen. Daar waar bij acute zaken het tijdselement een enorme rol speelt zou hij het college willen vragen of er nog stappen worden ondernomen om na te gaan of er mogelijkheden zijn, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten, om de be diening van het ambulancevervoer in ieder geval wat beter geregeld te krijgen. De voorzitter antwoordt dat over dit punt heel recent nog contact is geweest met de directie van de ambulancedienst alsmede met het gemeentebestuur van Cromstrijen omdat die gemeente met dezelfde problemen worstelt. Naar aanleiding daarvan zijn wat alternatieven bekeken en onderzocht die om allerlei redenen onder andere financiële, niet haalbaar zijn. -Bovendien-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 56