-5-
De regel binnen het Streekgewest is dat de vergaderingen van commissies van
advies aan het dagelijks bestuur niet openbaar zijn. Deze lijn wordt ook aange
houden bij de regionale volkshuisvestingscommissie.
Waar het nu om gaat is dat het streekgewest vraagt of de gemeente Willemstad
ja of neen wil zeggen zonder dat er sprake kan zijn van enige amendering. Zou
dit een open zaak zijn dan komen er van gemeenten mogelijk amendementen en dan
zou de zaak niet meer aan elkaar te breien zijn.
In principe is het dus een kwestie van "slikken of stikken". Dit klinkt mis
schien wat negatief maar zo wordt het door de voorzitter zeker niet bedoeld.
Het college is wel voornemens om de portefeuillehouder in de eerste vergadering
van deze commissie kenbaar te laten maken dat het gemeentebestuur van Willem
stad in principe vindt dat dit soort vergaderingen in beginsel openbaar dienen
te zijn zeker waar het gaat om zaken en niet over personen.
De heer MKamp zegt dat het hier gaat om een principiële opvatting die kenne
lijk gangbaar is bij het bestuur van het gewest. De plaats waar de discussie
over de openbaarheid van de vergadering dus thuishoort is in de gewestraad.
De gemeentelijke vertegenwoordiger in de gewestraad zal derhalve een en ander
aan de orde dienen te stellen.
De voorzitter denkt dat de heer Kamp daarin gelijk heeft.
Tot nu toe is er kennelijk door niemand behoefte geweest
om te reageren op het niet-openbaar
zijn van commissie-vergaderingen. Nu komt de discussie over dit onderwerp ter
tafel omdat het om een commissie gaat waar zaken worden besproken en waar
geen personen of belangen van gemeenten in het geding kunnen zijn. In dit ge
val is het niet zinnig om vergaderingen niet openbaar te doen zijn en dat zal
kenbaar moeten worden gemaakt.
Naar aanleiding van de ingekomen stukken 18 en 19 heeft de heer Maris nog de
volgende vragen.
Gaat de gemeente Willemstad met betrekking tot het leerlingenvervoer over tot
het vragen van de eigen bijdrage van de ouders van 200,En is deze rege
ling al op basis van artikel 45 van de Wet op het Basisonderwijs.
Ook de heer Tuinman heeft naar aanleiding van deze twee stukken nog wat vragen
en opmerkingen.
Naar aanleiding van de brieven van het Oudercomité van de Montinischool in
Roosendaal en de directies van de scholen voor speciaal en voortgezet speciaal
onderwijs voor LOM en MLK in Roosendaal van april reps. 17 april 1987, consta
teert de P.v.d.A.-fractie enerzijds dat mensen in een kleine gemeente als
Willemstad voor bepaalde vormen van onderwijs zijn aangewezen op buitengemeente
lijke voorzieningen. Het verontrust de fractie dat rijksbeleid deze mensen voor
extra kosten plaatst. Anderzijds vermoedt zij, gezien met name de brief van de
directies, dat de gemeente binnen afzienbare tijd zelf een verordening moet
opstellen met betrekking tot leerlingenvervoer.
De P.v.d.A.-fractie vraagt zich af of de gemeenteraad van Willemstad met be
trekking tot de kostenbeheersing mogelijkheden heeft om af te wijken van de
wettelijke regeling. Of stelt de rijksoverheid het vragen van een eigen bij
drage verplicht?
Als dat laatste niet het geval is, vraagt de fractie het college of het wil
overwegen de huidige vervoersregeling niet te wijzigen en bij eventueel voor
overleg over deze materie voornoemde directies daarbij te betrekken.
De voorzitter antwoordt dat, zoals het er nu naar uitziet, de raad in zijn ver
gadering van juni een verordening betreffende het leerlingenvervoer ter vast
stelling krijgt aangeboden. Daarover zal vooraf de commissie algemene bestuur
lijke zaken uitvoerig geraadpleegd worden.
Wel is duidelijk dat de verplichte bijdrage van 200,— voorzover het om
ouders gaat die meer dan 27.000,per jaar verdienen, door de gemeente
geheven zal moeten worden.
Die 200,is dan wel voor een heel jaar. Dat is misschien wel veel maar
als men in ogenschouw neemt de gigantische bedragen, meer dan ƒ.100.000,die
de gemeente uitgeeft aan leerlingenvervoer, waar straks dan misschien tien
maal 200, op terugontvangen wordt behoeft de ouderbijdrage toch geen pro
bleem te zijn.
-Temeer-