-7-
7. Vaststelling-van de Verordening Regionale Toetsingscommissie.
Namens de fractie van het CDA zegt de heer Dane dat in het voorstel van de
Wet Onbeloonde Arbeid door Uitkeringsgerechtigden wordt voorzien in een
bijdrage van rijkswege in de kosten verbonden aan de werkzaamheden van de
toetsingscommissies. Daarom is vooruitlopend daarop door de Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 29 september 1986 ingesteld de "maat
regel financiële ondersteuning regionale toetsingscommissies."
Over deze maatregel is uitvoerig overleg geweest met de provincie, met name
over de criteria ten aanzien van de samenstelling en de werkwijze van deze
commissie
De heer Dane wil weten of het juist is dat de genoemde criteria waaraan on
beloonde arbeid door uitkeringsgerechtigden moet worden getoetst, te wetén
geen concurrentie- of budgetvervalsing of verdringing van reguliere arbeid,
bijna onuitvoerbare criteria zijn geworden? Dit ook mede gezien het feit
dat de besluitvorming altijd op basis van unanimiteit dient te geschieden..
Tot slot merkt hij op dat de gemeente Willemstad deelneemt in de regionale
toetsingscommissie voor het werkgebied van het Gewestelijk Arbeidsbureau
Roosendaal; kan het college voorbeelden geven van projecten te Willemstad
welke al eens zijn toegewezen en heeft het college, nu de nieuwe regeling
van kracht wordt, nieuwe projecten op het oog?
Voor wat betreft de voorwaarden uit de "maatregel financiële ondersteuning
regionale toetsingscommissies" kan het CDA accoord gaan met het college
voorstel, zeker ten aanzien van de opmerking betreffende de direkteur van...
het Werkvoorzieningsschap onderschrijft de fractie het voorstel van burge
meester en wethouders
Namens de fractie van de P.v.d.A. zegt de heer Ï1Kamp dat hij met gemengde
gevoelens naar de verordening heeft gekeken welke nu aan de orde is. Deze
gevoelens hebben overigens geen betrekking op het raadsvoorstel op zich,
want dat is een juiste weergave van de ontwikkelingen zoals die door de
minister zijn ingezet gedurende het verschijnen van de circulaire in 1983,
die het karakter had van een ministeriële beschikking. De plannen van het
departement waren er op gericht om de Wet onbeloonde arbeid in 1985/1986
in werking te laten treden.
Op dit moment ligt die zaak nog steeds bij de Tweede Kamer en het ziet er
naar uit dat die wet niet vóór 1 januari 1988 in werking treedt en waar
schijnlijk ook nog een tijdelijk karakter zal hebben tot 1991.
Terugkoppelend naar de Verordening zoals die nu op tafel ligt zegt de heer
MKamp dat de aangelegenheid van het onbetaalde werken opgenomen wordt in
de wettelijke regeling. Dit betekent tevens dat de bevoegdheid komt te
liggen bij het college van Gedeputeerde Staten. Zij stellen ook de toetsings
commissie samen en benoemen de leden.
De samenstelling van de toetsingscommissie zoals die is weergegeven is
juist conform de gedachte van het wetsvoorstel
Het komt de heer H. Kamp eigenlijk een beetje overbodig voor dat de gemeente
Willemstad een verordening instelt.
Hij kan zich voorstellen dat de gemeente gebruik maakt van de voorzieningen
van de toetsingscommissie van de gemeente Roosendaal maar een probleem wat
zich hier voor doet is dat Willemstad een aantal kopieën krijgt van waar
schijnlijk dezelfde commissie in verschillende gemeenten.
Hij komt dat in de problemen wanneer het gaat over de overdracht van de be
voegdheden van de gemeenteraad respectievelijk het college van burgemeester
en wethouders aan die commissie. Dit, omdat namelijk wettelijk is voorge
schreven dat een gemeenteraadslid uit de Willemstadse raad in die commissie
moet komen. De heer M. Kamp heeft 't idee dat men bezig is een gigantische
bureaucratische rompslomp overhoop te halen voor iets wat heel tijdelijk
zal kunnen werken. Tevens heeft hij wat problemen met het aspect van de
verantwoordelijkheid daar waar het gaat om een commissie die een beslis
singsbevoegdheid heeft en vervolgens verantwoording verschuldigd is aan de
raad van Willemstad. Administratief gezien kan hij met deze constructie
slecht uit de voeten. -Hü-
-3-
Hij vraagt het college of er niet op een wat praktischer manier naar het
fenomeen toetsen gekeken kan worden. Waar hij tevens mee zit is het feit
dat er gesproken wordt van een objectieve toets door de commissie. De sub
jectieve toets blijft dus bij de uitkerende instantie. Ondanks het feit dat
er sprake sou moeten zijn van een objectieve toest hebben de commissie—ver
gaderingen een besloten karakter. Wanneer er dan toch een verordening moet
komen kan misschien aan dat punt wat aandacht worden geschonken.
Namens de fractie van de V.V.D. zegt de heer Hoekwater te hebben begrepen
dat de raad vanavond een verordening vaststelt en daarmee is de kous af in
tegenstelling tot hetgeen de heer M. Kamp zojuist heeft gezegd. Verder is
het een zaak voor de gemeente Roosendaal en Nispen. Naar de mening van de
heer Hoekwater is er in de verordening sprake van de raad en wordt er de
raad van Roosendaal en Nispen mee bedoelt. De gemeenteraad van Willemstad
komt verder niet meer om de hoek kijken.
Zijn vraag luidt overigens wat de reden is van een dergelijke constructie
en kan het college daar een toelichting op geven. Voorts vermeldt artikel 6
lid 3 van de verordening dat er unanimiteit dient te zijn bij de besluit
vorming. De V.V.D. betwijfelt sterk of ze daar zo gelukkig mee moeten zijn.
Een dictatuur van de minderheid kan hierbij om de hoek komen kijken. Wat
is de reden van deze wijze van besluitvorming en waarom is er geen sprake
van een normaal meerderheidsbesluit.
Tot slot zegt de heer Hoekwater dat als hij de toetsingscriteria leest hij
zich niet aan de indruk kan onttrekken dat bij een strikte toepassing daar
van er wel eens erg weinig projecten in aanmerking zouden kunnen komen. De
v.v.D. vindt het dan ook erg jammer dat er wel 75.000,— beschikbaar
wordt gesteld voor het instandhouden en het laten functioneren van de
revfn^COimniSSie terwiJ1 ziJ eigenlijk zo dolgraag hadden gezien dat die
J. /b.üüO,— beschikbaar zou worden gesteld aan die mensen die in wat voor
vorm dan ook langdurig werkloos zijn en aan een project werk over zouden
kunnen houden. Wat er nu gebeurd is dat er 75.000,-- gaat naar een com
missie waarin leden zitten die al werk hebben en niet ter beschikking komen
van die mensen die zo hard om werk zitten te schreeuwen.
De voorzitter zegt dat het college een aantal van de gevoelens van de raad
zeer wel kan delen en geeft voor een beantwoording vervolgens het woord aan
wethouder A. Kamp.
De heer A. Kamp zegt in antwoord op hetgeen door de heer Dane is gezegd
dat er tot op heden één project is aangemeld bij de toetsingscommissie name
lijk ten behoeve van de afdeling Openbare Werken. Dit is echter afgewezen,
ervolgens beaamt hij dat de criteria inderdaad weieens problemen geven,
slot merkt hij op tot heden slechts één vergadering te hebben bijge
woond van de toetsingscommissie en gezien de gang van zaken is dat vooV hem
tevens de laatste geweest.
De voorzitter gaat dan in op de opmerkingen die zijn gemaakt over de
oetsmgscriteria. De gemeente Willemstad heeft inmiddels zelf ondervonden
aar, 5Jr°Jecten vanwege die criteria niet worden gehonoreerd. Hij memoreert
eStn?aVraaS tle d°0r Sen Van dG inwoners tijdens het vragenhalfuurtje is
oaal tnp°Ver a schoonmaken van de Vestingmuren. Dit project is tot twee-
op da^ene ffa TV^ 'een nauweli^s haalbare zaak. In antwoord
zin heeft iT* M' KamP iS gevraaSd namelijk of het inderdaad
slui e^.°Velf 6611 verordeninS vast te stellen in plaats van aan te
tiL ,Tinte Roosendaal en Nispen zegt de voorzitter dat de ge
meente Willemstad al aangesloten is bij de toetsingscommissie van Roosen-
lioekwÜ?? haa^t vervoigens nog in op datgene wat door de heren Dane
De ^emeentc had f ter\aanzien van arti^ 6 lid 3, van de verordening,
goederen oa i t T°J! inSediend wat inhield dat al de onroerende
goederen op kaart gebracht moesten worden. Het college was van mening en is
worden61^1?6118 n°S Steeds dat dit een Project is dat niet op eigen gezag kon
«orden uitgevoerd doch wql met subsidie van deze commissie! S
doordatneen nblJ ste™ninS een Positieve stem uitgebracht. Echter
oordat een persoon gebruik maakte van zijn veto ging:het feest niet door.
-De-