-s-
Dit klemt temeer nu het college nog niet beschikt over waarborgen om die pri
vacy in voldoende mate te beschermen en de raad hieromtrent nog niet is geïn
formeerd.
In dat opzicht acht men het prematuur om met juist voor de burgers gevoelige
materie, op deze wijze om te gaan.
Daarnaast hoort de aanschaf van een p.c. te geschieden binnen het raam van het
pakket van eisen dat door het college wordt geformuleerd in het kader van het
automatiseringsplan.
De heer Hoekwater spreekt de hoop uit dat men in een later stadium niet tot de
conclusie komt dat de in het geding zijnde aanschaf niet past in het te ont
wikkelen pakket van eisen.
Dit geldt eveneens voor de aanschaf van software. Alvorens hiertoe verder over
te gaan, dient het eisenpakket op tafel te liggen, besluit de heer Hoekwater.
De voorzitter deelt de vrees van de heer Hoekwater voor zover het betreft de
aanschaf van een p.c. welke over een jaar niet in het automatiseringsplan blijkt
te passen.
De voorzitter zégt toe er alles aan te zullen doen om dit te verhinderen.
Tevens is hij met de heer Hoekwater van mening dat de kwestie met betrekking tot
privacybescherming nog aan de orde moet worden gesteld.
Overigens staat hem bij dat wettelijk reeds een aantal zaken ten aanzien van
het gebruik van computers zijn geregeld, omdat ook, de gemeentelijke bevolkings
administratie moet worden geautomatiseerd.
Dit onderwerp zal nog uitgebreid aan de orde worden gesteld tussen het college
en de gemeenteraad.
Natuurlijk moet de privacy van de inwoners ten volle worden beschermd, luidt
de mening van de voorzitter, die hiermede zijn beantwoording in tweede termijn
besluit.
Vervolgens worden de notulen van de openbare vergaderingen van 27 januari 1987
en 10 februari 1987 met inachtneming van de terzake geplaatse op- en aanmer
kingen vastgesteld.
3. Ingekomen stukken.
De volgende stukken zijn voor de vergadering ingekomen:
1. Koninklijk Besluit d.d. 23 februari 1987, nr., 27 houdende goedkeuring van
het raadsbesluit van 9 december 1986 tot vaststelling van de "Verordening
tot wijziging van de verordening op de heffing van belasting onder de naam
marktgeld"
2. schrijven van de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Ililieubeheer d.d. 6 februari 1987 waarbij wordt toegezonden een afschrift
van het Koninklijk Besluit van 16 januari 1987, nr. 24 houdende een beslis
sing op het beroep tegen de (gedeeltelijke) goedkeuring door de gedepu
teerde staten van het bestemmingsplan "Buitengebied"
3. besluit van de gedeputeerde staten van Noord-Brabant d.d. 3 februari 1987,
nr. 222.057 houdende goedkeuring van het raadsbesluit van 20 januari 1987
tot 5e wijziging van de begroting van de algemene dienst 1987 (aanschaf
nieuwe geschiedenismethode t.b.v. de openbare basisschool);
4. idem van 5 februari 1987, nr. 222.465 houdende goedkeuring van het raads
besluit van 20, j'januari 1987 tot verkoop van een strook grond van het perceel
D nummer 1424 grenzende aan de Zr.Lankhaarlaan, aan de heer R.M.A.W. van
Haasteren, Zr.Lankhaarlaan 10, alhier;
5. schrijven namens de fractie van de Partij van de Arbeid d.d. 20 februari
1987 houdende mededeling van de nieuwe functie-verdeling binnen de fractie;
6. schrijven van het dagelijks bestuur van het Streekgewest Westelijk Noord-
Brabant van 10 februari 1987 waarbij wordt aangeboden het jaarverslag in
zameling probleemstoffen 1985;
-7. idem-
-7-
7. idem van 17 februari 1987 waarbij worden aangeboden:
a. de ontwerp-notulen van de gewestraadsvergadering van 15 december 1987;
b. de thans geldende tekst van de gemeenschappelijke regeling waarin ver
werkt de wijzigingen met betrekking tot de C.P.A., de regionale brand
weer, de regionale sociaal-ekonomische ontwikkeling en de technische
milieuzorg;
8. ontwerp-notulen van de commissievergadering algemene bestuurlijke zaken
d.d. 20 oktober 1986;
9. ontwerp-verslag van de commissievergadering openbare werken d.d. 19 febru
ari 1987;
10. arbeidsmarktverslag van het gewest Roosendaal per ultimo januari 1987 van
het gewestelijk arbeidsbureau Roosendaal.
De heer Tuinman merkt op dat de aan de raad gerichte brief van de Landelijke
Huurders Vereniging, afd. Fijnaart niet op de lijst met ingekomen stukken
staat
Met betrekking tot ingekomen stuk nummer 2 deelt hij mede kennis te hebben ge^-
nomen van het compromis-karakter van de beslissing inzake het bestemmingsplan
"Buitengebied".
Met betrekking tot ingekomen stuk nummer 5 deelt hij mede dat het schrijven
van de P.v.d.A.-fractie gericht was aan het college en niet aan de raad. Des
ondanks kan men begrip opbrengen voor het opnemen van deze brief in de lijst
met ingekomen stukken, zodat hieraan, mede ten behoeve van de overige fracties,
een openbaar karakter wordt gegeven.
Echter, de P.v.d.A. had reeds uit eigener beweging de CDA- en V.V.D.-fractie
ingelicht.
De P.v.d.A.-fractie zou zich kunnen voorstellen dat voor wat betreft het open
baar karakter, eenzelfde gedragslijn zou worden gevolgd ten aanzien van de ont
slagbrief van de heer De Visser.
Voorts verheugt het de heer Tuinman dat voor wat betreft de inzameling van
probleemstoffen in 1985, in Willemstad de respons relatief gezien, het grootst
is geweest.
Hierop aansluitend constateert de heer Tuinman dat de inrichting, bestemd voor
de inzameling van probleemstoffen uit een gemetselde kast bestaat.
Hij vraagt het college of het verwacht van het Streekgewest het verzoek te
krijgen, met betrekking tot de inrichting over te gaan op een kiggen-container.
Ten aanzien van het ingekomen stuk onder 7a (overigens 15 december 1986) spreekt
de P.v.d.A.-fractie haar waardering uit voor de algemene strekking van de woorden
die de heer Boertjes heeft gesproken over het onderzoek naar baarmoederhals
kanker en over de voorbereiding van de stortplaats "Kragge II".
De beantwoording van de portefeuillehouders daarentegen kan worden bestempeld
als ontwijkend en nietszeggend.
De voorzitter antwoordt dat voor zover hem bekend is, de brief van de Landelijke
Huurders Vereniging, afd. Fijnaart was gericht aan het college en niet aan de
raad.
De heer Tuinman interrumpeert door te stellen dat hij uitgaat van het krante
artikel, waarin staat vermeld dat de brief was gericht aan de raad.
Volgens de voorzitter is in dat geval het kranteartikel niet geheel juist dan-
wel is men door de betreffende huurdersvereniging niet volledig geïnformeerd.
Het college heeft de betreffende brief in ieder geval reeds beantwoord.
Voor wat betreft de ontslagbrief van de heer De Visser, antwoordt de voorzitter
dat deze brief is gevoegd bij het voorstel tot onderzoek van de geloofsbrief
van het nieuw benoemde raadslid.
Omtrent de inrichting, bestemd voor de inzameling van probleemstoffen deelt de
voorzitter mede dat voor de huidige inrichting bewust is gekozen, aangezien
een container te duur zou zijn.
Een verzoek zoals door de heer Tuinman geschetst, heeft het college echter noe
met bereikt.
-De-
