-6- De heer Kamp verwijst hierop naar voorstel nr. 20 zoals dat is vermeld op de raadsagenda voor deze vergadering. De voorzitter antwoordt dat dit niets afdoet aan de inhoud van het voorstel en wijst in dit verband nogmaals op de inhoud en strekking van artikel 58 der ge meentewet. De heer Kamp vindt dat, nu sprake is van nieuwe beraadslagingen, de zaak opnieuw volledig kan worden behandeld. De voorzi tter schorst vervolgens de vergadering. Na enkele minuten wordt de schorsing opgeheven en heropent de voorzitter de ver gadering. Hij deelt mede dat indien de meerderheid van de raadsleden vóór de mo tie stemt, daardoor de recentelijk vastgestelde begroting wordt gewijzigd. In dien geen meerderheid voor de motie wordt gevonden danwel de motie wordt inge trokken, blijft de onlangs vastgestelde begroting geheel intact. Daarmee is tevens het investeringsschema 1988 vastgesteld doch daardoor wordt het college nog niet automatisch gemachtigd tot daadwerkelijke aanschaffing over te gaan. Vervolgens wordt de door de PvdA-fractie ingediende motie opnieuw in stem ming gebracht. De voorzitter wijst er hierbij gelijktijdig op dat over deze mo tie wederom kan worden beraadslaagd. De heer Kamp vraagt wat het college verstaat onder de term "beraadslagingen" en verzoekt tevens het nut van onderhavige voorziening in beeld te brengen, mede gelet op de beperkte financiële ruimte die momenteel resteert als gevolg waarvan reeds gekort moet gaan worden op plaatselijke welzijnsvoorzieningen. De heer Boertjes deelt mede dat de V.V.D.-fractie de door de P.v.d.A.-fractie ingediende motie heeft ondersteund om dezelfde redenen als welke de heer Kamp zojuist heeft verwoord. Dit standpunt blijft gehandhaafd. De heer Groeneveld vindt dat het college op passende wijze met de ingediende motie omgaat en voorts dat deze motie in de huidige vorm in stemming kan worden gebracht. Overigens is hij van mening dat de aanschaf van een veegmachine in deze tijd niet kan worden bestempeld als een overbodige luxe. Zijn fractie zal daarom tegen de motie stemmen. De voorzi tter antwoordt dat door de beraadslagingen, standpunten kunnen worden herzien danwel met nog meer stelligheid worden ingenomen en geeft vervolgens het woord aan wethouder Munters. De heer Munters zegt dat het hier niet om een experiment gaat. Het nut van onderhavige voorziening moge duidelijk zijn en hij wijst er in dit ver band op dat elke maandagmorgen de sporen van het achterliggende weekend moeten worden uitgewist. Dat kost veel tijd. Bovendien wordt bij een eventuele aanschaf de nodige soberheid betracht; de aan koopprijs zal stellig niet meer bedragen dan 30.000, De kosten die hiermede zijn gemoeid zijn beduidend lager dan wanneer de betref fende werkzaamheden moeten worden uitbesteed aan een loonbedrijf danwel via in tergemeentelijke samenwerking worden verricht. De heer Kamp deelt mede dat zijn twijfels omtrent de door de voorzitter gehan teerde interpretatie van het begrip "beraadslagingen" niet zijn weggenomen. Het begrip wordt eng geïnterpreteerd. Bovendien begrijpt hij uit de beantwoording door de voorzitter dat het zelfs niet mogelijk is de tekst van de motie te wijzigen. De heer Kamp gaat dit nader uitzoeken en komt op deze kwestie nog terug. De voorzitter leest voor alle duidelijkheid de tekst van de motie geheel voor alvorens deze in stemming te brengen. De leden M.J. Kroon-Klink, M.J. Boertjes, P.Hoekwater, M. Kamp en C.H. Slabbe- koorn stemmen vóór de ingediende motie. De overige aanwezige leden stemmen tegen. De voorzi tter stelt vervolgens vast dat de motie waarover voor de tweede keer is gestemd met 5 stemmen vóór en 5 stemmen tegen is verworpen. -21.- -7- 21Voorlopige vaststelling jaarrekening 1986. De heer v.d. Sluijs vraagt naar aanleiding van het overgelegde accountantsrap port of het college voornemens is gehoor te geven aan de opmerking, een standen- register te gaan inrichten t.b.v. de onroerend-goed belasting. Voorts wordt gevraagd of het college gaat besluiten een extra-comptabele boek houding in te voeren t.b.v. de centrale antenne inrichting en of verandering wordt gebracht in de administratie die op het havenkantoor wordt bijgehouden om dat volgens het accountantsrapport dé controle terzake wordt bemoeilijkt dasr.~ de vereiste functiescheidingen ontbreken. Tenslotte vraagt de heer v.d. Sluijs of speciale actie wordt ondernomen om de nog openstaande vorderingen te innen. De heer Hoekwater wijst erop dat het altijd gewoonte is geweest om de rekening van een voorgaand dienstjaar te behandelen in de raad als commissie bijeen. De voorlopige vaststelling van de jaarrekening is te belangrijk om van deze pro cedure af te wijken. Op zijn minst had volgens de V.V.D.-fractie de jaarrekening behandeld moeten worden in de commissie Algemeen Bestuurlijke Zaken, waarin eventueel overleg mogelijk was geweest met de betreffende financieel deskundige ambtenaren en ac countants De heer Hoekwater verzoekt deze aspecten in acht te nemen wanneer de jaarreke ning 1987 aan de orde komt. Voorts vraagt de heer Hoekwater naar het invorderingsbeleid van de gemeente Wil lemstad en om welke reden het dividend door Intergas nog niet is uitgekeerd. Bovendien vindt de V.V.D.-fractie dat eindelijk iets ondernomen moet worden om de administratie van het havenkantoor in orde te maken,omdat daarover elk jaar opmerkingen worden gemaakt in het accountantsrapport. Overigens is met een dergelijke positieve verklaring ook het belang van degenen die met de invordering van het havengeld zijn belast, gediend. De heer Kamp is het met de heer Hoekwater eens waar deze zegt dat de doelmatig heidscontrole door de raad op deze wijze niet goed uit de verf komt. Ook de P.v.d.A.-fractie is in dit verband van mening dat voorafgaande aan de voorlopige vaststelling, bespreking van de jaarrekening in commissieverband aanbeveling verdient Tenslotte vraagt de heer Kamp naar de reactie van het college op het accountants rapport inzake de inning van de havengelden. De voorzitter meent zich te herinneren dat de jaarrekening voordat deze naar het accountantsbureau werd gezonden, onderwerp van beraad is geweest in een vergade ring van de commissie A.B.Z.. Vervolgens is door de raad het overschot van de jaarrekening 1986 verdeeld. De heer Kamp zegt dat de rekening op zich, destijds geen discussiepunt vormde. De voorzi tter antwoordt dat in het verleden nooit veel aandacht is geschonken aan de voorlopige vaststelling van de rekening omdat deze eerst jaren later in de raad ter sprake werd gebracht. De heer Hoekwater is het hiermede volstrekt niet eens omdat de raad ter zake steeds als commissie heeft gefungeerd. De voorzi tter verduidelijkt dat hij hier met name de doelmatigheidsaspecten op het oog heeft. Overigens zegt de voorzitter toe het volgende jaar de jaarrekening te zullen laten behandelen in de commissie A.B.Z. alvorens deze ter voorlopige vaststel ling aan de raad te zullen aanbieden. Voorts antwoordt de voorzitter dat de extra-comptabele administratie van de c.a.i. in feite reeds plaats vindt. Dat geldt ook voor het grondbedrijf aangezien het bedrijfsmatige activiteiten betreft. De voorzitter betwijfelt of het' zin heeft de accountant een toelichting te laten verstrekken op de rekening. Naar zijn mening is dit in eerste instantie een taak voor het college doch indien behoefte bestaat aan een dergelijke toelichting kan deze mogelijkheid alsnog worden onderzocht. -Wethouder-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 162