-2- "Bij een abonnement is immers sprake van een soort publiekrechte lijke verhuur van een oppervlakte water die voortdurend ter beschik king staat" Andere belangrijke verschillen ten opzichte van de haven Willemstad zijn o.a. volgens de heer de Visser: t.a.v. de jachthaven: abonne menthouders liggen in boxen: vaste ligplaatsen waarop gedurende een heel jaar aanspraak gemaakt kan worden. Deze boten krijgen geen vaarr- tuigen langszij en worden dus niet door andere personen belopen ter wijl de abonnementhouder zelf ook niet over andermans vaartuig hoeft te Iepen. Deze boten liggen onderbeheer en toezicht van de ha venmeester. Zij ontvangen dus méér toezicht. Ook bij aankomst en vertrek ondervinden zij geen hinder van andere vaartuigen. Daarnaast liggen deze boten een langere tijd gratis met water en electriciteit. Al deze voordelen zijn nadelen voor de passanten want hun schepen worden wel belopen en zij kunnen niet vertrekken wanneer ze willen. Ten aanzien van de binnenhaven heeft de heer de Visser dan nog de volgende, opmerkingen. - de dienstverlening in de richting van de passanten is hier zo mo gelijk nog minder. Er is maar één aansluitpunt voor electriciteit en één aansluitpunt voor water, dat overigens slecht bereikbaar is omdat daar reeds andere schepen voor afgemeerd liggen. Men beschikt tevens niet overal over een trap om aan de wal te Komen Op korte afstand liggen meestal vuilniszakken die, vooral in het weekeinde, kapot zijn. De passanten moeten in nog grotere breedtes afmeren gedurende het seizoen en het weekeinde wat dan weer de vertrektijden van deze mensen beïnvloedt omdat men moet wachten op ruimte om te vertrek ken. Tevens hebben passanten veel geluidoverlast van verkeer en van be zoekers van de horeca aan de wal. Er is meer verontreiniging met name veel stof bij droog weer en modder bij nat weer. Ten aanzien van de categorie vaartuigen die uitsluitend van de buitenhaven gebruik mogen maken en alleen met toestemming van b. en w. de binnenhaven mogen gebruiken, merkt de heer de Visser het volgende op In het verleden en ook nu nog mogen deze schepen alleen gedurende het winterseizoen gebruik maken van de binnenhaven en dan tegen een re delijk tarief voor een periode van vijf maanden. Gebruikmakend van de tarieven van de voorgestelde verordening, leng temeters a 1,óf weekabonnementen, wordt dat een bedrag van: 150 dagen a 1,- per meter, uitgaande van een schip van 20 me ter, is dat zo'n 3.000,Bij een weekabonnement wordt dat 1.400, En als er een abonnementstarief zou worden berekend zou dat 1.200,gaan kosten. Dit iè dan toch nog bijna 2 x zoveel als in het verleden. Omdat gedurèndé die vijf wintermaanden geen sanitair, geen electri citeit en geen water beschikbaar wordt' gesteld is hier duidelijk sprake van minder dienstverlening, aldus de heer de Visser, waardoor in feite oök hier andere tarieve mogeri worden toegepast. Wordt dat niet gedaan dan verwacht hij dat inkomstenverlies daar een gevolg van wordt. Vervolgens gaat de heer de Visser in op de verordening zoals die nu op tafel ligt. Hij constateert dan dat de spuikom niet opgenomen is. Die stond wel in de oude verordening. Het verschil met het eerste concept is onder meer onder artikel 2 lid c. Dit lid regelt de bijboten bij vaartuigen. -Het- -3- Het college heeft daar een methode voor gevonden door te stellen dat deze bootjes behoren bij de reddingsmaterialen van betrokken vaar tuigen. De heer de Visser hoopt dat dit wordt geaccepteerd door de provincie. Haar aanleiding van de term dag, een tijdvak van 24 uur beginnende 's middags om 12.00 uur en eindigende om 12.00 uur, zegt de heer de Visser dat dat wel inhoudt dat het dagtarief natuurlijk gevarieerd is. Het daarbij behorende bedrag geeft op z'n kortst recht op 12 uur verblijf in de haven en in het langste geval 24 uur recht op ver blijf in de haven. Ten aanzien van de opgeslagen vaartuigen, 17 stuks, gaat het college 67,75 in rekening brengen zolang de vaartuigen daar liggen. De heer de Visser neemt aan dat dat per jaar is of voor gedeelte daar van. Wanneer deze öoten dan te water gaan moeten ze 38,30 per m"1 gaan opbrengen. Dat is niet erg sympathiek en absoluut iets waar de heer de Visser °P tegen is. Temeer nog nu het opslaggeld door het college-is af geschaft, is deze constructie wonderlijk. Dit heet schriktarief en volgens, de heer de Visser lukt dat best. Hij vindt het ook heel vindingrijk om zo aan de inkomsten te komen of zo de haven vrij te maken van dit soort vaartuigen. De tegemoet koming van het college kost de eigenaar 67,75 maar de fraktie van de P.y.d.A. had gevraagd de tarieven niet te verhogen met meervouden of veelvouden. Overigens vallen de roeiboten in de toekomst in. de zelfde groep als hierboven genoemd en die zijn hetzelfde lot bescho ren. Daar vallen dan de inkomsten weg voor .die gedeelten van de haven die on geschikt zijn voor jachten; dat blijven dus dan mooie open ruimten. Het gewijzigde concept kost dus volgens de heer de Visser niet veel of wel niets op. Een gedeelte water privatiseren dat ongeschikt is voor jachten zou dit probleem misschien wel oplossen aldus de heer de Visser. Dan merkt hij op dat de buitenhaven in de eerste plaats voor vaar tuigen is waar het college lengtemeters voor hanteert. De daar even tueel aanwezige jachten moet de "vierkantemeterprijs" berekend wor den. Dat zijn dus wel twee tarieven voor dezelfde voorziening. Hoe gaat het college dan daarmee om in de verordening. Samenvattend stelt dan de heer de Visser nadrukkelijk dat in een groot aantal gevallen duidelijk geen sprake is van gelijke dienst verlening. Daarom wil de fraktie van de P.v.d.A. het college verzoeken deze gegevens naar voren te brengen bij de provincie om te trachten de oorspronkelijke tarieven c.q. de oorspronkelijke tariefsberekening gehandhaafd te houden. Tot slot merkt de heer de Visser ten aanzien van de voorzieningen op het gebied van water, electriciteit en sanitair nog op dat het ge bruik yan deze voorzieningen door schippers die om 16.00 uur de ha ven verlaten niet zal verminderen doch eerder zal toenemen omdat het verblijf in Willemstad het voordeligst kan plaatsvinden als men niet overnacht. Hierdoor zal dan ook de Willemstadse middenstand nog moe ten inleveren. Vervolgens is het woord aan de heer Hoekwater die namens de fraktie van de V.V.D. zegt: 'De fraktie van de V.V.D. is verheugd dat in gezamenlijk overleg een geamendeerde versie van het college-voorstel op tafel is komen te liggen en waardeert de, woorden van de voorzitter gesproken bij de opening van deze vergadering. Veel,minder gelukkig is de fraktie van de V.V.D. met het feit dat nog steeds een "mist1' ligt,over de interpretatie van het begrip ge lijke tarieven voor gelijke of.zo het college wil ongelijke diensten. -In-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 14