Ook door de fractie van het CDA is een vraag gesteld over de ontwerplijst van te subsidiëren instellingen. Naar aanleiding daarvan constateer ik dat op grond van de subsidieverordening die ik net ook al heb genoemd de ontwerplijst van te subsidiëren instellingen en activiteiten een maand voor een ieder ter gemeente-secretarie ter inzage ligt. De terinzagelegging moet in de "Brillant" en op de gebruikelijke wijze {i.e. aanplakking mededelingenkastje} worden bekend gemaakt. Na terinzagelegging moet uw raad de lijst vaststellen Door omstandigheden die u duidelijk zijn gemaakt is de Brillant van november 1987 niet op 1 november maar op 16 november j.l. verschenen, in de daarin op genomen bekendmaking staat vermeld dat vanaf 1 november 1987 de ontwerp-lijst ter inzage ligt. Eerst op 16 november is van die bekendmaking kennis kunnen, nemen via de Brillant. Formeel moet er gelegenheid zijn om gedurende één maand bij uw raad beroep in te stellen tegen de voorlopige lijst van te subsidiëren instellingen en activi teiten. In het belang van de rechtszekerheid wordt tot 16 december a.s. de termijn van tervisielegging verlengd. In januari 1988 krijgt uw raad de lijst dan ter vaststelling voorgelegd. Met betrekking tot het Welzijnsplan, een vraag van het CDA en een algemene op merking van de fractie van de V.V.D. Het uitblijven van een algehele herziening van het subsidiestelsel is een ge volg van de inwerkingtreding van de Welzijnswet en het feit dat er nu eerst enige duidelijkheid bestaat hoe door de hogere overheid aan de gemeenten mid delen verstrekt gaan worden voor de financiering van de diverse vormen van welzijnswerk. In dit verband wil ik niet onvermeld laten dat landelijk bezien de bezuiniging op de brede doeluitkering voor welzijnsactiviteiten aan gemeenten voor 1987 100 miljoen heeft bedragen terwijl de minister van W.V.C. voor 1988 een be zuiniging van 27 miljoen heeft aangekondigd en voor 1989 nog eens 36 mil joen. Bij elkaar 163 miljoen. Het zal dus duidelijk zijn dat een dergelijke be zuiniging op de brede doeluitkering de gemeenten beknot in de mogelijkheden tot ondersteuning van lokale welzijnsactiviteiten. Om voor de toekomst een verantwoord afgewogen welzijnsbeleid te kunnen voeren, moet dit beleid gebaseerd zijn op de nieuwe wettelijke regelingen. Wij achten het niet juist uw raad een voorstel te doen voorleggen dat ieder jaar bijge steld of bezien moet worden omdat het wettelijk kader gewijzigd is of de finan cieringsstromen aangepast zijn. In het belang van. de rechtszekerheid is het noodzakelijk dat er voor de komende jaren een duidelijk beleid wordt voorge staan Wij streven er naar uw raad in april 1988 een ontwerp-welzijnsplan ter vast stelling voor te leggen. Dit plan wordt tevoren in de inspraak gebracht. De uitkomst van die inspraak zal mede bepalend zijn of genoemd tijdstip zal worden gehaald. Dan kom ik toe aan het gecoördineerd ouderenwerk waar met name door de fracties van het CDA en de P.v.d.A. een hele reeks vragen over is gesteld. Op de subsidies voor welzijnsactiviteiten is integraal 6% gekort om de ontwerp begroting voor 1988 sluitend te krijgen. Een uitzondering is gemaakt voor het muziekonderwijs omdat daarvoor naar onze mening reeds de ondergrens is bereikt- De stand van de financiële middelen van onze gemeente vormde de aanleiding voor deze bezuiniging. In de achterliggende jaren is een korting op de welzijns- activiteiten steeds achter wege kunnen blijven. De subsidies op grond van de Verordening sociaal-culturele activiteiten en. jeugdsport zijn evenwel op het niveau van 1982 bevroren. Onder de gegeven economische omstandigheden, die reeds tot drastische ombui gingen op alle overheidsniveau's aanleiding hebben gegeven, lag het in de lijn der verwachtingen dat een korting, op de subsidies een keer onontkoombaar zou zijn. Met de P.v.d.A, zijn wij van mening dat er een ondergrens is voor wat betreft de sociale infrastructuur van Willemstad. Of die grens nu bereikt is is een open vraag. ~De~ -37- De maatschappelijke ontwikkelingen de komende jaren zullen dat bepalen. De 6% korting is een minimale korting, zeker wanneer men deze ziet in relatie tot de rijksbezuinigingen op het welzijnsterrein waarmee de gemeenten de laat ste jaren worden geconfronteerd. Ik herinner u aan mijn woorden die ik zojuist heb uitgesproken bij het welzijnsplan. Op 29 juli 1987 hadden wij uit een brief van de minister van W.V.C. wel een indicatie wat er door hem op de brede welzijnsuitkering zou worden gekort. Wij zijn er in beginsel van uitgegaan cfefcde korting binnen de begroting op te vangen was. Het doorberekenen van de korting zien wij als een "ultlmum remedi- um", waaraan een belangenafweging vooraf is gegaan. Eerst begin oktober 1987 was de ontwerp-begroting in concept gereed. Op 8 september 1987 (raadsvergadering waarin samenwerkingsovereenkomst met ge coördineerd ouderenwerk is aangegaan} was er dus nog geen inzicht in de cijfers van de ontwerp-begroting, noch enig voornemen tot korting op het subsidie. Om die reden is geen voorbehoud gemaakt (daar is uitdrukkelijk naar gevraagd ik meen me te herinneren door de fractie van de P.v.d.A.) met betrekking tot een eventuele korting op het subsidie in 1988. Uit diverse recente uitspraken van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State is'vast komen te staan dat bij een geringe korting de algemene beginse len van behoorlijk bestuur niet geschonden worden. De stand van de financiële middelen rechtvaardigen om zonder voorafgaand overleg (zorgvuldigheidsbeginsel), het niet nakomen van gedane toezeggingen (vertrouwensbeginsel), het niet schep pen van een aanvaardbare overgangsperiode (zorgvuldigheidsbeginsel) op het subsidie 6% te korten. De ontwerp-begroting van het gecoördineerd ouderenwerk is op 22 oktober j.l. besproken in de vergadering van het algemeen bestuur van de stichting. Namens ons college is toen reeds een voorbehoud gemaakt met betrekking tot het subsidie. Dit, teneinde de gemeenteraad bij de behandeling van de ontwerp-be groting 1988 niet voor een voldongen fei t te stellen. De activiteiten van de stichting gecoördineerd ouderenwerk willen wij niet ter discussie stellen. Daarover niets dan lof! In de aanbiedingsnota van de begroting 1987 is het subsidie voor de stichting ondanks de ook toen moeilijke financiële positie van de gemeente zonder pro bleem met 1,562,verhoogd. Die verhoging werd gezien de activiteiten van de stichting in onze gemeente, met name met betrekking tot de woonvoorziening voor ouderen, alleszins verdedigbaar geacht. Door de Regionale Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk "De Noord-Westhoek" te Klundert is voor 1988 een subsidie gevraagd van 45.249, Hiervan is 20.047,bedoeld voor de overheadkosten Stichting en 25.202, voor de plaatselijke raad. Een korting van 6% betekent een verlaging van het gevraagd subsidie met 2.715,Ten aanzien van doorvoering van de korting geldt hetzelfde als wat eerder is vermeld over de korting op de subsidies voor het sociaal-cultureel werk en de jeugdsport, zij het dat men hier qua zorgvuldigheid extra alert dient te zijn. Dit, met. het oog op eventuele rechtspositionele consequenties voor het personeel in dienst van de Stichting. Daarnaast is hier sprake van een met de Stichting afgesloten samenwerkings overeenkomst ingevolge waarvan bij korting op de subsidiëring een bepaalde, in de aanbiedingsnota verwoorde procedure, in acht dient te worden genomen. Het is zeker niet de bedoeling de in de overeenkomst vastgelegde afspraken te negeren. Indien de raad met, de voorgenomen korting in principe accoord gaat, zal dan ook met het bestuur van de Stichting en de Plaatselijke Raad in over leg worden getreden over acceptatie en effectuering van de korting. Wanneer geen overeenstemming kan worden bereikt zal in 1988 de post onvoorzien met 2.715,verminderd moeten worden. Deze korting zal dan eerst in 1989 kunnen worden geëffectueerd. Het is niet ondenkbeeldig dat de korting kan worden opgevangen binnen de kos ten van de Plaatselijke Raad. -Hierbij-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 147