-34-
De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan wethouder Tuinman.
Wethouder Tuinman zegt zoveel mogelijk per hoofdfunctie te zullen beantwoorden
en te trachten zoveel mogelijk te koppelen.
Rij zal tevens zoveel mogelijk rekening houden met hetgeen door de voorzitter
reeds in algemene termen is opgemerkt.
Op voorhand zegt hij dat, als de beantwoording als niet bevredigend wordt erva
ren, hij dat ongetwijfeld zal merken in tweede termijn.
Beginnend met hoofdfunctie 4 (nieuwbouw openbare basisschool) zegt de heer Tuin
man het volgende.
"In reactie op de vragen van de fracties van de P.v.d.A. en het CDA kan ik mee
delen 'at vrijwel wekelijks met name de voorzitter van het schoolbestuur c.q.
de voorzitter van het gemeentebestuur, zich persoonlijk op de hoogte stelt van
de vorderingen die bij de bouw plaatsvinden. Uit zijn rapportage binnen het col
lege kan opgemaakt worden dat er volgens schema wordt gewerkt.
Vooralsnog wijst niets er op dat de nieuwe openbare basisschool niet voor het
begrotingsjaar 1988 in gebruik kan worden genomen en ook de verslagen van de
bouwcommissie wijzen in die richting.
Ik zou het nog positiever kunnen formuleren en dan doe ik melding van de jongste
rapportage en dat is nl. dat het streven er op gericht is om op 17 of 18 decem
ber gereed te zijn voor oplevering.
Binnenkort zal een daarvoor opgerichte feestcommissie van de O.B.S. door ons
worden uitgenodigd voor een gesprek over de invulling van de openingsactivitei
ten.
En zodra een datum bekend is zullen de raadsleden daarvan op de hoogte worden
gesteld vooruitlopend op de uitnodiging tot bijwoning van die activiteiten.
Inderdaad zal op dat moment, de gebouwelijke integratie van het basisonderwijs
in Willemstad een feit zijn en daar is het college blij mee.
De inhoudelijke integratie kan beter gezien, worden als een proces in plaats van
als een product.
Met betrekking tot het schoolzwemmen heeft de fractie van het CDA een. opmerking
gemaakt in het kader van te maken of gemaakte afspraken. Voor wat betreft het
maken van die afspraken m.b.t. het schoolzwemmen gaat het college er van "uit
dat in het vroege voorjaar daarmee een begin gemaakt wordt.
Met de fractie van het CDA is het college het eens dat de scholen ruim voor het
nieuwe schooljaar dienen te weten waar ze aan toe zijn.
Overigens komt het ons voor dat de vraag die hierover gesteld is voortkomt uit
de huidige praktijk en als dat laatste het geval is dan moet de raad weten dat
dat overleg moeizaam heeft plaatsgevonden en dat dat niet altijd aan het colle
ge heeft gelegen en ook niet aan het onderwijzend personeel dat onder haar be
stuur ressorteert.
Het overleg is nog niet geheel afgerond.
Zeer onlangs heeft de afdeling onderwijs de exacte gegevens boven water weten
te krijgen en een dezer dagen zal de scholen c.q. de schoolbesturen een voor
stel worden voorgelegd waar wij graag op korte termijn antwoord op zouden wil
len hebben.
Met betrekking tot de vervoerskosten voor het schoolzwemmen van school de Rui-
genhil, wijs ikuerop dat, het schoolbestuur van De Ruigenhil
nog niet op de hoogte gebracht van. het voornemen de vervoerskosten naar het ge
meentelijk zwembad niet langer te vergoeden. Deze maatregel heeft eerst in mei
1988 gevolgen voor de school. Het ontbreken van voorafgaand overleg is niet in
strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Nadat uw raad de begroting vastgesteld
heeft, zullen wij het schoolbestuur informeren. Uit de discussie rondom het
schoolzwemmen bij de begroting van 1987 lag het al in de lijn der verwachting
dat de vervoerskosten in 1988 niet langer zouden worden vergoed.
-De-
-35-
De P.v.d.A. heeft naar aanleiding van hoofdfunctie 4 Onderwijs nog een vraag
gesteld over de formatieplaatsen.
Ik constateer dat het aantal formatieplaatsen gekoppeld is aan het aantal leer
lingen en niet zozeer aan de wensen van het schoolbestuur. Desalniettemin is
het college het met de fractie van de P.v.d.A. eens dat enige bezorgdheid op
z'n plaats is omtrent het aantal formatieplaatsen per 1 augustus 1988.
Het college is dan ook voornemens om tussen nu en 1 april 1988 bij het ministe
rie aan te kloppen om te informeren of er eventuele bereidheid is tot verleng
ing van de regeling overgangsboventalligen. Mocht zulks niet tot'de mogelijk
heden behoren dan overweegt het college andere stappen,
We denken vooralsnog aan eerdergenoemde garantieregeling of wellicht het aan
kaarten van bijzondere omstandigheden.
Ik dacht dat dat de vragen waren m.b.t. onderwijs. Ik moet opmerken dat het
mij deugd doet dat de tekst in de aanbxedingsnota over hoofdfunctie 4 Onderwijs
dus voor de V.V.D. heel duidelijk was.
Dan stap ik over naar hoofdfunctie 5 Cultuur en Recreatie.
Met name door de fractie van het CDA zijn vragen gesteld over de bekostiging
van het Welzijnsgebeuren.
Het plaatselijk verenigingsleven wordt gesubsidieerd op grond van de door de
raad op 9 februari 1987 vastgestelde subsidieverordening sociaal-culturele
activiteiten en jeugdsport.
De jaarlijkse vaststelling van het subsidie vindt plaats aan de hand van de
per werkvorm geldende subsidienormen, zoals die zijn vastgesteld in ene bij de
verordening behorende bijlage. Daarnaast dienen evenwel onverminderd (onder
meer) de volgende algemene bepalingen, van de subsidieverordening in acht te
worden genomen
- het subsidie wordt voor elke instelling vastgesteld tot ten hoogste het be
drag van het exploitatietekort over het betreffende subsidiejaar;
subsidie wordt alleen, verleend, voor zover burgemeester en wethouders daar
voor aan de verordening ontleende termen aanwezig achten, in de gemeente
begroting daarvoor de nodige gelden ter beschikking zijn gesteld en de goed
keuring van gedeputeerde staten daarop is verkregen.
Dit betekent dus dat wanneer de raad besluit om in de begroting 1988 voor de
betreffende instellingen een subsidiebedrag met daarop een korting van. 6% uit
te trekken, die instellingen, geen beroep kunnen doen op de voor hen hogere
bijdrage ingevolge de in bedoelde bijlage gestelde subsidienormen.
Zoals uit de aanbiedingsnota blijkt is de korting op de subsidies ingegeven
door de financiële positie van de gemeente. Uit recente jurisprudentie van de
Afdeling Rechtspraak van de Raad van State (o.a. 16 oktober 1984 Breda) blijkt
dat een kleine reductie op de subsidies altijd mogelijk is, omdat men van de
subsidieontvanger ook wel enige flexibiliteit mag verwachten bij het aanpassen
van zijn plannen, wanneer de subsidiegever in financiële nood verzeild raakt.
Over de amateuristische kunstbeoefening is door het CDA ook nog een vraag ge
steld. Naar aanleiding van die vraag deelt het college mee dat bij het opstel
len van de aanbiedingsbrief en de begroting voor .1988 nog niet bekend was dat
"The Stargils" zouden worden opgeheven. Eerst bij brief d.d. 8 november 1987
zyh wij daarvan op de hoogte gesteld. Na het daarvoor bepaalde tijdstip van aan
melding (i.e. 1 augustus 1987) hebben alsnog twee verenigingen zich aangemeld
als te subsidiëren instelling, te weten: de carnavalsvereniging en de post
zegelvereniging.
Gelet op het sociaal-culturele leven in onze gemeente, zijn wij-van mening dat
het vrijgevallen bedrag van ruim 2.300,(incl. 6% korting) gereserveerd
moet blijven voor sociaal-culturele doeleinden. Ons devies is dus "nieuw voor
oud"
Zoals u bekend is is subsidiëring op grond van een begrotingspost mogelijk.
Voor 1988 kan subsidiëring van de carnavalsvërèniging en de"postzegelclub'op
die grond plaatsvinden. U kunt terzake een voorstel tegemoet zien. in 1988 zal
de lijst te subsidiëren instellingen en activiteiten overeenkomstig moeten
worden aangepast.
-Ook-