-6-
Wethouder Tuinman stelt vast dat getuige de opmerkingen daarover van de raad, te
weinig duidelijkheid is verschaft zowel naar de speeltuinvereniging als naar de
raad doch dat hierdoor niet wordt getwijfeld aan de intentie van het college.
Voorts deelt de heer Tuinman mede dat wordt gesproken over een gebouw dat nog moet
worden opgericht: de financiële gegevens waarover men momenteel de beschikking
heeft zijn dus als "voorlopig" aan te duiden.
Wellicht dat na één jaar, daaromtrent meer inzicht kan worden verkregen.
Vervolgens wijst de heer Tuinman er op dat het amendement onder punt 4 voorzag in
meer informatie en onder punt 5 in het uitbrengen van een schriftelijk verslag.
Hieraan heeft het college zijns'inziens zeker voldaan.
Geconstateerd wordt dat met betrekking tot het gestelde onder punt 6 van het amen
dement enige onduidelijkheid is gerezen.
De voorzitter heeft hieraan een bepaalde interpretatie gegeven en het college is
hiervan niet afgeweken.
Het staat de raad vrij dit wel te doen, indien wordt geopteerd voor een andere wij
ze van financieren.
Bovendien is het ook de bedoeling van het college om de lasten terzake zo laag mo
gelijk te houden en met belangstelling wordt bij de begrotingsbehandeling 1988 de
uiteenzetting van de heer M. Kamp inzake de terugtredende overheid, tegemoet ge
zien.
Overigens wordt de raad in 1988 een welzijnsplan gepresenteerd waarop de subsidi
ering van instellingen in de komende jaren zal worden gebaseerd, besluit de heer
Tuinman
De voorzitter antwoordt dat naar aanleiding van deze discussie voortaan in de com-
missie A.B.Z. zal worden getracht enige rubricering aan te brengen in de lijst met
ingekomen stukken. Hierop wordt nog teruggekomen.
Voorts stelt de voorzitter vast dat door de verschillende woordvoerders de prin
cipiële vraag wordt opgeworpen wat de rol van de overheid in dezen moet zijn.
De gemeente heeft hierbij de keuze tussen het zélf oprichten van het gebouw om dit
vervolgens door te verhuren aan de betreffende vereniging danwel ter zake een
voorwaardenscheppend beleid voeren, hetgeen inhoudt dat de gemeente zich zo min
mogelijk met de daaraan verbonden financiële zaken inlaat. Dat behoort dan tot de
bevoegdheid van de speeltuinvereniging, die daartoe zeer goed in staat kan worden
geacht. Naar de mening van de voorzitter heeft het college thans een concensus
bewerkstelligd, zij het dat het exploitatie-tekort 1.500,— hoger is uitgevallen
dan het amendement toestond. v
De heer Dane deelt hierop mede dat zijn fractie geen moeite heeft met het hogere
bedrag, maar stelt vast dat het college het amendement anders heeft geïnterpreteerd
dan de indieners voor ogen stond.
Op een ander tijdstip wordt hierop nog teruggekomen, besluit de heer Dane.
De heer Slabbekoorn vraagt naar aanleiding van het onder punt 12 opgenomen schrij
ven van het dagelijks bestuur van het woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant in
zake het liquiditeitsplan van het schap, wat de structurele financiële lasten
voor de gemeente zullen zijn na liquidatie.
Wethouder Tuinman antwoordt dat de in het woonwagenschap deelnemende gemeenten bij
de opstelling van het opheffingsvoorstel uiteenlopende standpunten hebben ingenomen
omtrent de financiële aspecten voor wat betreft de overdracht van standplaatsen en
sloopterreinen.
In het voorstel d.d. 23 september 1986 van het algemeen bestuur is uitgegaan van
een omslag van de meerkosten over het aantal inwoners d.w.z. het verschil tussen
de werkelijke stichtingskosten en de door het ministerie van V.R.O.M. voor de rijks
bijdrage aanvaarde stichtingskosten.
Voor de gemeente Willemstad komt dit op basis van de begrotingsgegevens 1985 neer
op een bedrag van bijna 29.000,
Onlangs heeft het algemeen bestuur het liquidatieplan op basis van de begrotings
gegevens 1987 vastgesteld.
Tevens is hierbij op verzoek van de gemeenten, een verdere nuancering aangebracht.
-Voor-
Voor Willemstad is een overdracht-boekwaarde standplaatsen opgenomen van 6.000,
voor de sloopterreinen 6.800,en in de resterende kosten (w.o. overname oude
centra) dient 3.900,te worden bijgedragen.
Het totaal te betalen bedrag van 16.400,wegens investeringen moet door de
gemeente als een gedeelte van een lopende lening worden overgenomen.
Per 1 augustus 1992 kan vervroegd worden afgelost.
Geconcludeerd kan worden dat de boekwaarde door de gemeente wordt overgenomen in
de vorm van een restant-langlopende geldlening, besluit de heer Tuinman.
Tenslotte worden zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming de
overige stukken voor kennisgeving aangenomen.
4. Aanbieding concept-begrotingvoor het dienstjaar 1988.
De voorzitter beschrijft in het kort de voorgestelde procedure.
De begrotingsbehandeling vindt plaats op 24 november a.s. en wel vanaf 16.30 tot
uiterlijk 23.00 uur.
Indien noodzakelijk wordt op woensdagavond 25 november de vergadering voortgezet.
fc. Beëdiging le en 2e waarnemend gemeentesecretaris.
Nadat de heren M.J.N. Withagen en A.C. Moerland zowel de ambtseed als de zuivering
eed hebben afgelegd, stelt de voorzitter vast dat hiermede de vervanging van de
gemeente-secretaris is geformaliseerd.
6. Ruiling van grond in de Achterstraat,
De heer Slabbekoorn leest onderpunt 5 van het ontwerp-raadsbesluit dat aan de ge
meente-eigendommen toegebrachte schade als gevolg van noodzakelijke onderhouds
werkzaamheden aan of vervanging van de brandstoftanks., niet behoeft te worden
vergoed.
Hij vraagt zich af, indien onverhoopt brandstof in de bodem wordt geconstateerd,
'welke partij voor de daaraan verbonden kosten i.v.m. bodemsanering aansprakelijk
is. Naar zijn mening is dat gelet op bovenaangehaalde redactie, de gemeente Wil
lemstad.
Hij stelt daarom voor in het raadsbesluit een meer-gedetailleerde omschrijving op
te nemen van het begrip "schade aan gemeente-eigendommen" zodat dit bijvoorbeeld
beperkt kan blijven tot beplanting en bestrating.
Vervolgens wordt voorgesteld een garantiebepaling op te nemer? tegen de financiële
gevolgen van een eventuele lekkage in de brandstoftanks, anders dan door noodzake
lijk onderhoud danwel vervanging.
Wethouder Munters antwoordt dat de onderhandelingspositie van de gemeente bij de
totstandkoming van deze overeenkomst niet rooskleurig was. Overigens heeft de we
derpartij hiervan geen misbruik doch wel gebruik gemaakt.
Vandaar de door de heer Slabbekoorn omstreden redactie van punt 5. van het ont-
werp-besluit.
De situatie wordt echter gewijzigd indien verontreiniging van de bodem plaatsvindt
Dan geldt het adagium: de vervuiler betaalt!
De heer Slabbekoorn wijst erop dat deze aansprakelijkheid kan worden uitgesloten
op grohd van voorwaarde nr. 11, 2e alinea van het betreffende raadsbesluit.
Volgens de heer Munters is deze ongerustheid niet terecht.
Het college blijft van mening, ook op andere gronden, dat de vervuiler aansprake
lijk is voor aan het milieu toegebrachte schade.
De heer Kamp stelt voor de heer Roos in een afzonderlijk schrijven hiervan in
kennis te stellen.
De heer Munters antwoordt dat ten tijde van het passeren van de akte, de door de
heer Slabbekoorn gemaakte opmerkingen in acht zullen worden genomen.
"Vervolgens wordt zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel van het college besloten: aan de heer Roos om niet in
volle en vrije eigendom over te dragen:
- een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Willemstad sectie E
nr. 1171 (voorheen sectie E nr. 630 ged.groot 145 m2
- een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Willemstad sectie E
nr. 1105, groot 21 m2
-Tevens-