I
-4-
Het verwondert de V.V.D.-fractie dat het subsidiebedrag wordt afgerond op de cent
nauwkeurig. Het verdient aanbeveling de eerstvolgende 5 jaren uit te gaan van een
redelijk bedrag omtrent de hoogte waarvan tevoren overeenstemming wordt bereikt.
Een indicatie hiervoor zou kunnen luiden: een bedrag dat ligt tussen 25.000,
en 30.000,
Op deze wijze kan worden voorkomen dat het bestuur van de speeltuinvereniging jaar
lijks een subsidieverzoek bij de gemeente moet indienen.
Wethouder Tuinman antwoordt de heer Dane dat hij, voor wat betreft de gevoelsmatige I
aspecten van de zaak, begrip kan opbrengen voor het standpunt dat de betreffende
notitie niet op de lijst met ingekomen stukken behoort voor te komen.
Anderzijds vindt de heer Tuinman dat, nu geen concreet verzoek van het college aan
de raad wordt voorgelegd, een afzonderlijk raadsvoorstel ook niet helemaal op zijn
plaats is.
Naar de mening van de heer Tuinman is het tijdstip waarop de begroting voor 1988
wordt behandeld, het meest geschikte moment om inhoudelijk op deze notitie in te
gaan.
Ten aanzien van het aangehaalde punt 6 van het ingediende amendement antwoordt de
heer Tuinman dat dit punt "zoveel minder" niet ter discussie staat.
Als de kosten voor de nieuwbouw (excl. b.t.w.) worden afg2et tegen het bedrag van
de ontvangen subsidies is er geen enkele ruimte aan te spreken van een lager be
drag dan 220.000,
Omtrent de grootte van de jaarlijkse hypotheek-last die hoger is uitgevallen dan waarvan
kan worden uitgegaan verklaart de heer Tuinman dat de offerte van de bank door tijds
verloop is verstreken zodat thans een hoger rentepercentage is verschuldigd.
Inzake het onderhoudswerk verwijst de heer Tuinman naar blz. 14 van de notulen van
de vergadering van 8 september j.l. waarin de voorzitter heeft gezegd dat bij de
keuze voor de lineaire aflossingsvorm van de hypothecaire lening, de daaraan ver
bonden kosten in de tijd successievelijk zullen afnemen. Het positieve verschil
tussen de jaarlijkse lasten van deze leningsvorm en van die waarbij wordt ge
kozen voor een jaarlijks gelijkblijvend bedrag, (annuïteit)kan nu worden aangewend
voor het plegen van onderhoud aan het gebouw.
In deze zin is ook gehandeld zegt de heer Tuinman. Het uitgangspunt bij het ver
strekken van subsidie is de grootte van het bedrag van rente en lineaire aflossing
voor het eerste jaar bij een lening van 220.000,
Dit bedrag kan niet worden verlaagd, is inmiddels gebleken.
Voorts'heeft het college conform het raadsbesluit onderzoek verricht naar een
eventuele verlaging van het exploitatie-tekort zoals dat door de speeltuinver
eniging is begroot.
De betreffende onderhandelingen met de speeltuinvereniging hebben er toe geleid
dat het geraamd exploitatie-tekort 1.500,hoger uitvalt dan de lasten van de
hypothecaire lening.
Dit is één van de redenen welke heeft geleid tot het opstellen van deze notitie
welke, niet aan de raadsleden persoonlijk is toegezonden.
Wat dit punt betreft, steekt de heer Tuinman de hand in eigen boezem.
Voorts deelt hij mede dat in de ontwerp-begroting 1988 rekening is gehouden met
een exploitatie-tekort van 25.274,67.
Ten opzichte van de bank staat de gemeente garant voor een half-jaarlijkse li
neaire aflossing van 3.666,67.
Het bedrag dat in het tweede jaar ten opzichte van het eerste jaar minder aan
hypotheekrente is verschuldigd wordt aangewend voor het reserveren van onderhouds
kosten, zodat grote investeringen op dit punt kunnen worden voorkomen.
Als vast subsidie—bestanddeel wordt gehanteerd het eerder genoemde bedrag van
ruim 23.000,én daarnaast wordt jaarlijks door het college aan de hand van
door de speeltuinvereniging overgelegde gegevens, het exploitatie-tekort berekend.
Bij de behandeling van de begroting wordt de raad daaromtrent jaarlijks geïnfor
meerd zodat aan de hand van deze gegevens het beschikbare subsidie kan worden
vastgesteld.
In tweede termijn deelt de heer Hoekwater mede dat het beter ware geweest indien
meer duidelijkheid zou zijn verschaft met betrekking tot de hoogte van het bedrag
dat in de toekomst jaarlijks bestemd wordt voor de exploitatie van de "Blokhut".
-Alleen-
-5-
Alleen dan kan de speeltuinvereniging in staat worden gesteld een zelfstandig be
leid te voeren en bovendien worden op deze wijze zowel voor de raad als voor het
bestuur van de speeltuinvereniging, verrassingen van financiële aard voorkomen.
De heer Hoekwater hoopt dat dit volgend jaar in overleg met "Kindervreugd" alsnog
wordt geregeld.
De heer Dane vindt dat de zaak wordt gesimplificeerd nu men stelt dat het weinig
uitmaakt of deze notitie wordt geplaatst op de lijst van ingekomen stukken danwel
als afzonderlijk agendapunt aan de orde wordt gesteld.
Voorgesteld wordt immers de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
Naar de mening van de heer Dane legt het college het op 8 september 1987 ingedien
de amendement naast zich, neer.
De voorzitter maakt hiertegen ernstig bezwaar. Het college heeft het amendement
volledig en nauwgezet in acht genomen.
Hiertoe zijn naar eer en geweten gesprekken gevoerd met het bestuur van de speel
tuinvereniging. In die gesprekken is inhoud gegeven aan het amendement, hetgeen
blijkt uit de voorliggende notitie.
De heer Dane is daarom zeker niet in staat om zijn opmerking, dat het college het
amendement naast zich neer zou hebben gelegd, te staven. Deze opmerking is vol
strekt bezijdens de waarheid en daarom onterecht geplaatst.
De heer Dane zegt het amendement anders te hebben uitgelegd dan de heer Tuinman
en daarover bestaat verschil van mening.
Met het amendement is duidelijk bedoeld dat de gemeente zich garant stelt voor de
lasten van een door de vereniging op lineaire basis af te sluiten hypothecaire
geldlening, groot maximaal 220.000,
Aangezien dit bedrag niet kan worden verlaagd gaat de CDA-fractie ervan uit dat
het eerste jaar door de gemeente 23.500,subsidie is verschuldigd, welk be
drag jaarlijks gaat afnemen.
Zoals de heer Tuinman het voorstelt, betaalt de gemeente na 20 jaren nog steeds
hetzelfde bedrag aan de speeltuinvereniging, hetgeen niet overeenkomt met de in
houd van het amendement.
De voorzitter antwoordt dat de raad jaarlijks het subsidie voor de speeltuinver
eniging vaststelt.
Het bedrag dat jaarlijks minder is verschuldigd vanwege de verminderde rente dient
naar de mening van het college gereserveerd te worden t.b.v. het te plegen groot-
onderhoud aan het gebouw.
In dit systeem behoudt de raad zich jaarlijks het recht voor om de benodigde ruim
te binnen de begroting te scheppen voor het aanbrengen van vernieuwingen aan het
gebouw. Hiermede kunnen schoksgewijze investeringen en lasten voorkomen worden.
Als de raad niettemin voor 1989 van mening is dat een lager subsidie-bedrag be
schikbaar moet worden gesteld, is dat zijn goed recht.
De heer Kamp merkt op dat de ingediende motie kan worden opgevat als een indica
tie voor het ter zake te voeren beleid.
Daarnaast was de motie gericht op een verlaging van de jaarlijkse last c.q. de
gemeentelijke bijdrage in het exploitatie-tekort.
Wat de PvdA-fractie betreft mag het te voeren beleid voor de komende jaren af
zonderlijk aan de orde worden gesteld.
Voorts ziet men graag alternatieven voor het beschikbaarstellen van de bijdrage
ad 25.000,doch deze discussie behoort tijdens de begrotingsbehandeling
plaats te vinden. De heer Kamp vindt dat voor het volgende jaar wél is voldaan
aan de doelstelling om het oorspronkelijke bedrag van 35.000,te verminderen
tot 25.000,doch hiermede is de discussie nog niet afgerond.
Op dit punt komt zijn fractie daarom nog terug.
Vervolgens geeft hij het college in overweging om zaken die zich lenen voor een
discussie in de raad, tevoren te beoordelen of deze als afzonderlijk agendapunt
moeten worden opgevoerd dan wel op de lijst van ingekomen stukken moeten worden geplaatst.
Indien mogelijk, zou dit kunnen plaatsvinden in de raadscommissies. Hierdoor wordt
voorkomen dat men langer discussieert over de lijst met ingekomen stukken dan de
agendapunten.
-Wethouder-