Wethouder Tuinman stelt vast dat getuige de opmerkingen daarover van de raad, te weinig duidelijkheid is verschaft zowel naar de speeltuinvereniging als naar de raad doch dat hierdoor niet wordt getwijfeld aan de intentie van het college. Voorts deelt de heer Tuinman mede dat wordt gesproken over een gebouw dat nog moet worden opgericht: de financiële gegevens waarover men momenteel de beschikking heeft zijn dus als "voorlopig" aan te duiden. Wellicht dat na één jaar, daaromtrent meer inzicht kan worden verkregen. Vervolgens wijst de heer Tuinman er op dat het amendement onder punt 4 voorzag in meer informatie en onder punt 5 in het uitbrengen van een schriftelijk verslag. Hieraan heeft het college zijns' inziens zeker voldaan. Geconstateerd wordt dat met betrekking tot het gestelde onder punt 6 van het amen dement enige onduidelijkheid is gerezen. De voorzitter heeft hieraan een bepaalde interpretatie gegeven en het college is hiervan niet afgeweken. Het staat de raad vrij dit wel te doen, indien wordt geopteerd voor een andere wij ze van financieren. Bovendien is het ook de bedoeling van het college om de lasten terzake zo laag mo gelijk te houden en met belangstelling wordt bij de begrotingsbehandeling 1988 de uiteenzetting van de heer M. Kamp inzake de terugtredende overheid, tegemoet ge zien Overigens wordt de raad in 1988 een welzijnsplan gepresenteerd waarop de subsidi ering van instellingen in de komende jaren zal worden gebaseerd, besluit de heer Tuinman. De voorzitter antwoordt dat naar aanleiding van deze discussie voortaan in de com missie A.B.Z. zal worden getracht enige rubricering aan te brengen in de lijst met ingekomen stukken. Hierop wordt nog teruggekomen. Voorts stelt de voorzitter vast dat door de verschillende woordvoerders de prin cipiële vraag wordt opgeworpen wat de rol van de overheid in dezen moet zijn. De gemeente heeft hierbij de keuze tussen het zélf oprichten van het gebouw om dit vervolgens door te verhuren aan de betreffende vereniging danwel ter zake een voorwaardenscheppend beleid voeren, hetgeen inhoudt dat de gemeente zich zo min mogelijk met de daaraan verbonden financiële zaken inlaat. Dat behoort dan tot de bevoegdheid van de speeltuinvereniging, die daartoe zeer goed in staat kan worden geacht. Naar de mening van de voorzitter heeft het college thans een concensus bewerkstelligd, zij het dat het exploitatie-tekort 1.500,hoger is uitgevallen dan het amendement toestond. De heer Dane deelt hierop mede dat zijn fractie geen moeite heeft met het hogere bedrag, maar stelt vast dat het college het amendement anders heeft geïnterpreteerd dan de indieners voor ogen stond. Op een ander tijdstip wordt hierop nog teruggekomen, besluit de heer Dane. De heer Slabbekoorn vraagt naar aanleiding van het onder punt 12 opgenomen schrij ven van het dagelijks bestuur van het woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant in zake het liquiditeitsplan van het schap, wat de structurele financiële lasten voor de gemeente zullen zijn na liquidatie. Wethouder Tuinman antwoordt dat de in het woonwagenschap deelnemende gemeenten bij de opstelling van het opheffingsvoorstel uiteenlopende standpunten hebben ingenomen omtrent de financiële aspecten voor wat betreft de overdracht van standplaatsen en sloopterreinen In het voorstel d.d. 23 september 1986 van het algemeen bestuur is uitgegaan van een omslag van de meerkosten over het aantal inwoners d.w.z. het verschil tussen de werkelijke stichtingskosten en de door het ministerie van V.R.O.M. voor de rijks bijdrage aanvaarde stichtingskosten. Voor de gemeente Willemstad komt dit op basis van de begrotingsgegevens 1985 neer op een bedrag van bijna 29.000, Onlangs heeft het algemeen bestuur het liquidatieplan op basis van de begrotings gegevens 1987 vastgesteld. Tevens is hierbij op verzoek van de gemeenten, een verdere nuancering aangebracht. -Voor- Voor Willemstad is een overdracht-boekwaarde standplaatsen opgenomen van 6.000,= voor de sloopterreinen 6.800,en in de resterende kosten (w.o. overname oude centra) dient 3.900,te worden bijgedragen. Het totaal te betalen bedrag van 16.400,wegens investeringen moet door de gemeente als een gedeelte van een lopende lening worden overgenomen. Per 1 augustus 1992 kan vervroegd worden afgelost. Geconcludeerd kan worden dat de boekwaarde door de gemeente wordt overgenomen in de vorm van een restant-langlopende geldlening, besluit de heer Tuinman. Tenslotte worden zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming de overige stukken voor kennisgeving aangenomen. Aanbieding concept-begroting voor het dienstjaar 1988. De voorzitter beschrijft in het kort de voorgestelde procedure. De begrotingsbehandeling vindt plaats op 24 november a.s. en wel vanaf 16.30 tot uiterlijk 23.00 uur. Indien noodzakelijk wordt op woensdagavond 25 november de vergadering voortgezet. Beëdiging le en 2e waarnemend gemeentesecretaris. Nadat de heren M.J.N. Withagen en A.C. Moerland zowel de ambtseed als de zuiverings eed hebben afgelegd, stelt de voorzitter vast dat hiermede de vervanging van de gemeente-secretaris is geformaliseerd. Ruiling van grond in de Achterstraat, De heer Slabbekoorn leest onderpunt 5 van het ontwerp-raadsbesluit dat aan de ge meente-eigendommen toegebrachte schade als gevolg van noodzakelijke onderhouds werkzaamheden aan of vervanging van de brandstoftanks., niet behoeft te worden vergoed. Hij vraagt zich af, indien onverhoopt brandstof in de bodem wordt geconstateerd, welke partij voor de daaraan verbonden kosten i.v.m. bodemsanering aansprakelijk is. Naar zijn mening is dat gelet op bovenaangehaalde redactie, de gemeente Wil lemstad Hij stelt daarom voor in het raadsbesluit een meer-gedetailleerde omschrijving op te nemen van het begrip "schade aan gemeente-eigendommen" zodat dit bijvoorbeeld beperkt kan blijven tot beplanting en bestrating. Vervolgens wordt voorgesteld een garantiebepaling op te nemen tegen de financiële gevolgen van een eventuele lekkage in de brandstoftanks, anders dan door noodzake lijk onderhoud danwel vervanging. Wethouder Munters antwoordt dat de onderhandelingspositie van de gemeente bij de totstandkoming van deze overeenkomst niet rooskleurig was. Overigens heeft de we derpartij hiervan geen misbruik doch wel gebruik gemaakt. Vandaar de door de heer Slabbekoorn omstreden redactie van punt 5. van het ont- werp-besluit. De situatie wordt echter gewijzigd indien verontreiniging van de bodem plaatsvindt. Dan geldt het adagium: de vervuiler betaalt! De heer Slabbekoorn wijst erop dat deze aansprakelijkheid kan worden uitgesloten op grond van voorwaarde nr. 11, 2e alinea van het betreffende raadsbesluit. Volgens de heer Munters is deze ongerustheid niet terecht. Het college blijft van mening, ook op andere gronden, dat de vervuiler aansprake lijk is voor aan het milieu toegebrachte schade. De heer Kamp stelt voor de heer Roos in een afzonderlijk schrijven hiervan in kennis te stellen. De heer Munters antwoordt dat ten tijde van het passeren van de akte, de door de heer Slabbekoorn gemaakte opmerkingen in acht zullen worden genomen. Vervolgens wordt zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van het college besloten: aan de heer Roos om niet in volle en vrije eigendom over te dragen: - een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Willemstad sectie E nr. 1171 (voorheen sectie E nr. 630 ged.groot 145 m2 - een gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente Willemstad sectie E nr. 1105, groot 21 m2 -Tevens-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 124