-20- Haar wanneer er een schip in de haven komt en daar veertien dagen blijft liggen om te laten stofferen dan valt dat schip onder het haventarief volgens de nieuwe havengeldverordening. Dan kost dat inderdaad wat geld. Aangaande de besluiten die het college neemt via de delegatiebevoegdheid zegt de heer Hunters dat deze bevoegdheid dateert van 1974. Hij is van mening dat het college daar zorgvuldig mee omgaat. Ik denk dat bij het havengebeuren bekend was dat enkele schepen want we praten niet over tientallen schepen, via een aparte regeling binnen onze haven een ligplaats kregen. De heer Tuinman onderbreekt de heer Munters met de vraag of de fraktievoorzit- ter van de P.v.d.A. soms heeft gezegd dat er onzorgvuldig met die bevoegdheid is omgesprongen. De heer Munters antwoordt daarop ontkennend. Maar de heer De Visser heeft wel gezegd dat hij daar in de toekomst zorgvuldiger naar zal kijken. Althans iets in die geest. De heer Tuinman zegt dat de heer Munters het nu heeft over de geest van de woorden van de heer De Visser. Dan moet de heer Munters niet de intentie van de woorden anders uitleggen. De heer Munters zegt dan graag die opmerking terug te nemen en gaat vervolgens over tot beantwoording van de vragen van de heer Hoekwater. Die heeft ook nog over de delegatiebevoegdheid gesproken. Het college meent en dat is ook duidelijk verwoord in de delegatiebesluiten, dat daaronder ook de verhuur van gemeentelijk vaarwater valt. Ten aanzien van de ligplaats op privaatrechtelijke basis van het schip "Op hoop van Zegen" merkt de heer Munters op dat bij de besluitvorming daarvan andere zaken ook een rol gespeeld hebben. Tot slot zegt hij toe dat artikel 5, lid twee van de verordening zal worden aangepast overeenkomstig de suggestie gedaan door de heer Hoekwater. Voor wat betreft de opmerking van de heer Groeneveld aangaande het woordgebruik "verordening" en "reglement" zegt wethouder Munters dat iedereen toch duidelijk begrijpt wat wordt bedoeld. Hij biedt zijn excuses aan voor het door elkaar gebruiken van deze termen. Het "Havenreglement 1979" blijft gewoon bestaan, daarover hoeft geen twijfel te ontstaan. Overigens zal artikel zes, sub e zoals reeds is toegezegd worden aangepast zo dat over de interpretatie daarvan geen onduidelijkheid ontstaat. Dan besluit de heer Munters zijn beantwoording met de mededeling dat een aantal privaatrechtelijke overeenkomsten is aangegaan voor 1 jaar en er zijn er ook die al jaren lopen en het zal erg moeilijk zijn om aan die overeenkomsten op korte termijn een einde te maken. De voorzitter neemt vervolgens het woord en neemt aan dat,, na de breedvoerige uitleg en aanvullingen en toezegging van de heer Munters, iedereen zich met de voorgestelde verordening kan verenigen. Zo niet in deze vorm, is het wellicht dienstig om een artikelsgewijze behande ling te houden zodat een ieder per' artikel zijn wijzigingsvoorstellen kan lan ceren zodat ook daar geen misverstanden over bestaan. Hij vraagt of iemand van de raadsleden daar behoefte aan heeft. De heer Hoekwater zegt dan dat door zijn fraktie tot twee maal toe nadrukkelijk is gevraagd hoe het zit met de vergoedingen op grond van de privaatrechtelijke overeenkomsten In hoeverre worden die jaarlijks verhoogd? Zijn er in die overeenkomsten jaar lijkse verhogingen opgenomen? Of zijn er geen jaarlijkse verhogingen toegestaan binnen deze overeenkomsten? De heer Munters antwoordt dat die vergoedingen dit jaar worden verhoogd met l% b.t.w. want deze belasting is van 19 naar 20% gestegen, alsmede met de voorge stelde tariefsverhoging van 7%. Dan vraagt de voorzitter nogmaals wie er behoefte heeft aan een artikelsgewijze behandeling. De heer Boertjes vraagt dan namens de fraktie van de V.V.D. schorsing. De voorzitter schorst vervolgens de vergadering voor maximaal tien minuten. -Na- -21- Ua de schorsing heropent de voorzitter de vergadering en geeft dan het woord aan de heer Boertjes Deze zegt na overleg te hebben gepleegd met de fraktie van de P.v.d.A. ook namens de P.v.d.A. het volgende. "Er is een aantal artikelen in de voorgestelde verordening die wij gaarne ver anderd willen zien maar gezien het korte tijdsbestek dat hier gegeven wordt verwachten wij niet op een juiste wijze de artikelen aan te kunnen passen. Wij stellen het college dan ook voor een commissie ad hoc in het leven te roepen be staande uit de woordvoerders van vanavond. Deze commissie kan dan, uiteraard nog voor 1 februari, de verordening aan een onderzoek onderwerpen en een advies over aanpassing van ce verordening uitbrengen. Voor 1 februari a.s. zal er dan nog een extra raadsvergadering moeten plaats vinden. De voorzitter denkt dat het voorstel van de heer Boertjes niet zo gemakkelijk uitvoerbaar zal zijn, 'lij doet een ander voorstel. Als nu met elkaar wordt afg:sprok?n er de voorzitter hoort dat de raad het col lege dat vertrouwen wil geven dat de havengeldverordening wordt aangenomen zo als die nu op tafel ligt, dan wordt op de eerstkomende agenda van de vergade ring van de commissie algemene bestuurlijke zaken de havengeldverordening opge nomen, zodat in die vergadering alle artikelen van a tot z doorgespit kunnen worden. Dan kunnen eventuele wijzigingen overeenkomstig de adviezen van de commissie A.B.Z. in de daarop volgende raadsvergadering worden vastgesteld. Dan zit iedereen wat ruimer in de tijd en kan toch per 1 februari de verorde ning ingaan. Mant het is toch zo dat slechts enkele artikelen enige aanpassing behoeven. Op een enkele uitzondering na zijn de wijzigingen niet zo principieel. Overigens is de voorzitter van mening dat het niet mogelijk zal zijn alle even tualiteiten die zich kunnen voordoen betreffende het havengebeuren in een ver ordening te ondervangen. Dan wordt het een boekwerk zo dik als de bijbel en dat is ook niet de bedoeling want dan wordt de verordening onhanteerbaar. Sen aantal afwijkende situaties zal er altijd blijven. Die zullen naar bevind van zaken en nuchter verstand moeten worden opgelost. Als voorbeeld wordt ge noemd een schip van 50 meter dat zich meldt met het verzoek om een kwartier van de kade gebruik te maken om een auto aan de kant te zetten. Dan zal niemand het in zijn hoofd halen om te zeggen dat mag wel maar volgens het reg lement moet je dan 100,-- betalen. Dat soort interpretaties zullen in de praktijk blijven en het is goed dat dat zo blijft anders zou je mensen geen verantwoordelijkheden en daarbij behorende bevoegdheden hoeven te geven. De voorzitter vraagt dan of de raad zich kan verenigen in zijn laatste voor- stel. De heer Boertjes zegt zijn voorstel naar voren te hebben gebracht mede namens de fraktie van de P.v.d.A. Daar het hier gaat om een aantal principiële zaken vraagt hij wederom voor enkele minuten schorsing. De heer Munters vraagt of de raad het dan wel eens is met de aanpassing van ar tikel 6 sub e en artikel 12. Dit zijn toch weinig omstreden artikelen. De heer Tuinman zegt dan op persoonlijke titel naar aanleiding van hetgeen de heer Munters gesteld heeft, nog eerder te voelen voor het voorstel van de voor zitter maar ook daar heeft hij grote moeite meeWant hij vindt het bezwaarlijk om bewust willens en wetens een verordening vast te stellen waarvan je weet dat in een volgende vergadering diverse artikelen alweer gecorrigeerd moeten v*±dan; Hij vraagt zich dan ook echt af of deze procedure juist is. De P.v.d.A. vindt dat hier zorgvuldig geformuleerd moet worden. De raad kan niet formuleren in tien minuten tijd als het om dergelijke zaken gaat. De fraktie heeft volkomen begrip voor hetgeen de voorzitter zegt dat in een aantal gevallen op grond van humanitaire overwegingen de verordening zal worden uitgelegd. -Als-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1987 | | pagina 11