-6-
Verordening ex artikel 9, lid 2 van de Winkelsluitingswet.
De voorzitter stelt dit agendapunt aan de orde en zonder verdere beraadslaging en
hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet
houders een verordening ex artikel 9, lid 2 van de Winkelsluitingswet vastge
steld, welke vervolgens ter goedkeuring zal worden voorgelegd aan de Minister
van Economische Zaken, waarna de afkondiging ervan kan plaatsvinden.
9e Wijziging van de gemeenschappelijke regeling Streekgewest Westelijk Noord-
Brabant
De heer M. Kamp merkt allereerst op dat het streekgewest een aantal niet-wette-
lijke taken op zich heeft genomen waaronder de verslaafdenzorg.
Met name dient in dit verband aandacht te worden gevraagd voor de financiële kant
van de zaak.
Gemeenten die geen behoefte hebben aan de verzorging van een bepaalde niet-wet-
telijke taak in het kader van de hulpverlening, dienen naar zijn mening ook niet
mee te betalen aan de kosten die daaraan zijn verbonden.
Hij vraagt op welke wijze dat in deze situatie is geregeld.
De voorzitter verwijst in dit verband naar het bepaalde in artikel I, lid 5 van
de bijgevoegde 9e wijziging van de Regeling Streekgewest Westelijk Noord-Brabant,
Hij neemt aan dat wanneer het streekgewest op verzoek van een deelnemende ge
meente, terzake een kostendekkende bijdrage in rekening wordt gebracht.
Overigens worden nog geen nieuwe taken opgenomen; de voorgestelde wijziging
schept hiertoe énkel de mogelijkheid.
De heer M. Kamp verzoekt dit standpunt aan het streekgewest bekend te maken.
De voorzitter antwoordt dat de vertegenwoordiger van de gemeente Willemstad in de
gewestraad er nauwlettend op zal toezien dat de verschuldigde bijdrage aan het
streekgewest niet zondermeer wordt verhoogd in verband met het verzorgen van taken
die niet direct aan Willemstadse inwoners ten goede komen.
Bovendien dient een voorgestelde verhoging van de bijdrage door de raad te worden
goedgekeurd, besluit de voorzitter.
Zonder verdere beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt dan conform het voor
stel van burgemeester en wethouders besloten de 9e wijziging van de Regeling
Streekgewest Westelijk Noord-Brabant vast te stellen.
Opheffing gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Vuilverwerking Roosendaal,
De voorzitter stelt dit agendapunt aan de orde, waarna zonder beraadsla
ging en hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wet
houders wordt besloten de "Gemeenschappelijke Regeling Vuilverwerking te Roosen
daal" met ingang van 1 januari 1988 op te heffen overeenkomstig het daartoe over
gelegde liquidatieplan.
Provinciaal Afvalstoffenplan I.
De heer Van der Sluijs verzoekt het college er bij de bevoegde instanties op aan
te dringen, het gebruik van milieu-vervuilende afvalstoffen (m.n. plastic flessen)
tegen te gaan en het hergebruik van afvalglas te bevorderen.
De heer Hoekwater vraagt de aandacht voor een drie-tal aspecten uit de notitie.
Ten eerste de beperking van de afvalstroom. Dat is natuurlijk dè oplossing voor
het probleem, doch de heer Hoekwater is ook van mening dat het een boven-provin-
ciaal probleem is. Het zou niettemin fijn zijn indien de provincie ter zake een
oplossing zou aandragen.
Hij betreurt het dat in de provinciale notitie op dit aspect niet verder wordt
ingegaan.
Ook vindt hij het jammer dat op bladzijde 5 van het raadsvoorstel niet nader
wordt uitgewerkt waarom de gescheiden inzameling van afvalstoffen een belang
rijke beperking van de afvalstoffenstroom oplevert.
Overigens zou voor wat betreft de gescheiden inzameling van afvalstoffen aan
sluiting kunnen worden gezocht bij de initiatieven van de gemeente Amersfoort op
dit terrein.
In het provinciaal rapport mist men voorts verwijzingen naar ontwikkelingen,
ideeën en systemen die in andere gebieden hun waarde hebben bewezen.
Tenslotte merkt de heer Hoekwater op dat geen aandacht is besteed aan de econo
mische haalbaarheid van het plan.
Wellicht dat hieraan in PAP III aandacht kan worden besteed.
-De-
-7-
De heer Munters antwoordt dat in PAP II centraal staat, zowel de beheersbaar
heid als de betaalbaarheid van de verwijdering en verwerking van afval. In dit
verband wijst hij erop dat het raadsvoorstel een samenvatting is van het meer
uitgebreide provinciale plan.
Overigens wijst hij erop dat onderhavig voorstel in feite moet worden gezien als
een stuk vóór-informatie op het ontwerp PAP II waarop de gemeente te zijner tijd
haar commentaar zal kunnen geven indien daaraan behoefte bestaat.
Tenslotte is de heer Munters van mening dat gelet op de aanwezige mestoverschot-
problematiek in Brabant de economische uitvoerbaarheid van het plan binnen deze
provincie een aparte plaats inneemt.
Zonder verdere beraadslaging en hoofdelijke stemming wordt dan overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten de "Notitie toekomstig pro
vinciaal afvalstoffenbeleid/startnotitie milieu-effectrapportage" voor kennis
geving aan te nemen.
Samenwerkingsovereenkomst met de Regionale Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk
"De Noord-Westhoek"
De heer Hoekwater vindt dat met het oog op de toenemende vergrijzing van de be
volking, en door de mogelijkheid voor steeds meer mensen om gebruik te kunnen
maken van vut-regelingen, het ouderenwerk steeds belangrijker wordt.
Zijn fractie kan dan ook volledig accoord gaan met dit voorstel.
De heer M. Kamp zegt dat het werk van het gecoördineerd ouderenwerk de komende
jaren steun verdient en op hetzelfde niveau moet worden gehandhaafd. Wellicht dat
hieraan in de toekomst extra financiële offers zijn verbonden voor de gemeente.
In het algemeen heeft zijn fractie echter geen moeite met het aangaan van de
samenwerkingsovereenkomst
De P.v.d.A.-fractie heeft wel problemen met de in de overeenkomst onder 4c en 4d
opgenomen bepalingen. Er kunnen zich namelijk altijd onvoorziene omstandigheden
voordoen en het gaat te ver indien men zich reeds op voorhand verbindt, alle ten
laste van de Stichting blijvende kosten van het personeel van de ingekrompen c.q.
opgeheven Stichting, voor welhaast onbepaalde tijd te blijven voldoen.
Bovendien is het, gelet op de stand van terzake van belang zijnde jurisprudentie,
niet noodzakelijk een afbouwregeling als bedoeld in 4c op te nemen. Overigens kan
een dergelijke regeling worden opgenomen in het plan, zoals vermeld onder 4b.
Samenvattend stelt de heer M. Kamp vast dat zijn fractie zich kan verenigen met
de tekst van de voorgestelde samenwerkingsovereenkomst, met uitzondering evenwel
van de artikelen 4c en 4d.
De voorzitter vindt dat de artikelen 4c en 4d met name zijn opgenomen om de rechts
positie van het aan de Stichting verbonden personeel zeker te stellen.
Hij betreurt het indien men zou besluiten deze artikelen niet in de overeenkomst
te handhaven.
De heer Hoekwater deelt in tweede termijn mede dat men tegenwoordig reeds op vrij
jonge leeftijd gebruik kan maken van vut-regelingen.Met het oog hierop verschuift
de leeftijdsgrens van degenen die als ouderen worden bestempeld.
Volgens de heer Hoekwater dient de Regionale Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk
"De Noord-Westhoek" ook op deze leeftijdsgroep van mensen beneden de 65 jaar haar
aandacht te richten.
In deze zin is een aanpassing van de taakstelling van deze stichting wenselijk,
besluit de heer Hoekwater zijn aanvulling op de terzake door hem in eerste ter
mijn gemaakte opmerking.
De heer MKamp blijft van mening dat door onvoorziene omstandigheden de lasten
van de gemeente onevenredig zwaar kunnen worden, indien de artikelen 4c en 4d
worden gehandhaafd in de samenwerkingsovereenkomst.
Het verdient aanbeveling de in deze artikelen geregelde materie op te nemen in
het sociaal plan dat conform artikel 4b der samenwerkingsovereenkomst moet worden
vastgesteld wanneer de subsidiëring van de Stichting in gevaar komt.
Op dit moment gaat de P.v.d.A.-fractie dan ookniet accoord met de tekst van de
voorgestelde samenwerkingsovereenkomst
De voorzitter antwoordt dat het overleg tussen de deelnemende gemeenten nog niet
geheel is afgerond. Inmiddels heeft hij namelijk vernomen dat de gemeenten Fijnaart
en Klundert het bewuste artikel 4d niet zullen opnemen in de samenwerkingsover
eenkomst.
-Indien-