In de aanbiedingsbrief staat duidelijk dat we onderzoeken of het invoeren van deze belasting praktisch uitvoerbaar en controleerbaar is. Momenteel wordt gewerkt aan de vaststelling van een nieuw havenreglement en daaruit zal blijken wat ermee wordt gedaan. Nogmaals, het is een gedachte die gelanceerd is in de aanbiedingsbrief, maar diej nog niet zo concreet is als de vraag van de P.v.d.A. doet vermoeden. Op vraag 35 (energiebesparende mogelijkheden zwembad) alsmede op een eveneens daartoe strekkende vraag van de V.V.D. kan ik antwoorden dat op andere plaatsen al wat ervaring is opgedaan op het gebied van energiebesparende maatregelen van buitenzwembaden Al die informatie proberen wij te verzamelen teneinde te beoordelen wanneer het voor ons interessant wordt. Een ander lost dan eigenlijk de aanloopprobleempjes voor ons op. Er komen voor ons twee zaken in beeld. Allereerst het gebruik maken van zonne-collectoren en in de tweede plaats het afdekken van het zwembad. Deze zaken komen eerst dan aan de orde op het moment dat onze verwarmingsketel aan vervanging toe is. Dat kan nog best een aantal jaren dv.ron. Wij achten iuc cncc; üc hu;ga -u'id;gnaüun, en gezien de huidige kosten varl het aanbrengen van zonne-collectcran en nat afdekken van het zwembad, beter gebruik te blijven maken van de huidige verwarmingsketel die gestookt wordt op gas, eerst wanneer die vervangen moet worden zullen we beide investeringen naast elkaar zetten en hierin ook het kostenplaatje van de energie betrekken. Voorts vraagt de P.v.d.A. of het nog wel verantwoord is nieuwe voorzieningen te laten aanbrengen aan het gymnastieklokaal, dat aan de eisen van deze tijd I nauwelijks meer kan voldoen. Naar mijn mening heeft de P.v.d.A. in zoverre gelijk dat het lokaal niet hele maal meer aan de eisen van de tijd voldoet. Maar toch meen ik dat het als gym nastieklokaal sec nog best verantwoord kan worden gebruikt. Sportzaalachtige accommodaties kunnen er inderdaad niet worden ondergebracht en j wat dat betreft is ons gymnastiekzaal een achterhaalde zaak. Wij menen desondanks de reparatie te moeten uitvoeren; het gebouw verkeert tech nisch gezien in goede staat er. er kleven geen grote mankementen aan. Wanneer het dak verder wordt verwaarloosd lopen we het gevaar straks, vooral als de financiële positie van de gemeente in dezelfde trend omlaag blijft gaan zoals die nu terug is gegaan, niet de beschikking te hebben over een nieuw gym-j nastieklokaal maar over een verwaarloosd en in slechte staat verkerende oude 4 accommodatied In antwoord op vraag 44, het uitbaggeren van de binnenhaven en het eventueel I aanwezig zijn van subsidiemogelijkheden om de verwijderingskosten van vervuild slib te dekken, deel ik u mede dat wij hiernaar hebben geïnformeerd en vervolgen] subsidie hebben aangevraagd in het kader van structuurverbeterende maatregelen, j de enige subsidiebron die ons hierin tegemoet had kunnen komen. Deze aanvraag is afgewezen en momenteel zijn ons geen andere instanties bekend waarbij we voor subsidie kunnen aankloppen. In dit verband zij vermeld dat de bijdrageregeling I voor kosten v-.i >J3^rr: r jy,-:- Uu veil;. :ht hier niet geldt, om reden dat hiel sprake is ven slib in een haven in plaats ven verontreiniging op de bodem. Tot slot, ir. antwoord op vraag 50 voorbereiding bestemmingsplannen van de P.v.d.j rac ie, an ik u mededelen dat het erg moeilijk is op deze vraag een concreet j antwoord te geven. De mensen van de dic.usc openbare werken on de afdeling algemene zaken doen veel 1 voorbereidend werk. Zo is nu.:: momenteel bezig met inventarisatie van de be bouwing, oeplantmgstraatmeubilairbevolkingsopbouw en -omvang. Voorts verricht men ce beschrijving van de ruimtelijke situatie en de formu- 1 lering van de uitgangspunten. Door de uitbreiding zowel op openbare werken als algemene zaken, kunnen we dezej activiteiten in eigen beheer verrichten. -Tot- -23- Tot slot zal er nog best een stedebouwkundig bureau om de hoek komen kijken teneinde juridische aspecten te beoordelen, hoewel we ook op dat terrein al voorbereidend werk kunnen doen. Overigens kosten de in eigen beheer verrichte werkzaamheden ook geld maar dat is slechts een fractie van wat een stedebouwkundig bureau in rekening brengt. De van stedebouwkundig bureau's ontvangen grote rekeningen, hebben dit in het ver leden onomstootbaar aangetoond. Tot zover wat de vragen betreft van de P.v.d.A. Dan ga ik nu over tot beantwoor ding van de vragen van het CDA. De eerste vraag betreft de shopper-lijn maar die heb ik naar mijn mening al ge noegzaam beantwoord. Vervolgens komt de vraag aan de orde met betrekking tot het aanboren van subsi die-bronnen ten behoeve van het uitbaggeren van de buiten- en binnengrachten. De belangrijkste subsidiebron op dit gebied is de Subsidie-regeling Beschik king Bijdragen Sportvisserijdaterend van 1930. Wellicht dat ook het gewest ons bij deze activiteiten wat gelden zal doen toe spelen. Gelet op het feit dat het werk op de investeringsplanning voor 1988 voorkomt, willen we in 1987 de mogelijkheden die er op dit gebied zijn af tasten, zodat we in de loop van dit jaar met een definitief voorstel bij u kun nen komen. Er zijn daarnaast nog best wat bijkomende problemen die op ons af komen zoals het maken van een baggerdepot. xen aanzien van het plaatsen van munttoestellen bij de douches in de sanitaire ruimte aan de Benedenkade nabij de jachthaven merk ik op, dat deze vraag op zich al bedenkingen inhoudt. Dit, omdat wordt gesproken van het onderzoeken van de mogelijkheden hiertoe. Met u ben ik ook van mening dat het om een probleem geval gaat. Munttoestellen zijn kwetsbaar. Of het nu gaat om een toestel met plastic munten of met gewone munten dat maaxt niet uit, omdat ze ingeval van verontreiniging, buiten wérking worden gesteld. Hierdoor kunnen de mensen dan geen gebruik maken van de douche-ruimtes In de tweede plaats zijn het kostbare voorzieningen. Wanneer zo'n munttoestel moet worden aangebracht brengt dat nog wat extra kosten met zich mee. Punt één is bovendien reeds onderkend in een vergadering van de commissie Haven aangelegenheden en ook toen is besloten, omwille van die kwetsbaarheid, niet tot plaatsing van munttoestellen over te gaan. Een derde punt vormt de gewenste verhogingen voor wat betreft de havengelden voor charter- en cruisse-schepen. Het zijn juist deze mensen die in grote getale gebruik maken van onze douche-gelegenheid. Anders is het met de zogenaamde pleziervaarder waarop wel eens 5 a 6 mensen aan boord zijn. Vandaar dat we even willen aftasten hoe de nieuwe verordening eruit komt te zien en welke financiële consequenties dat heeft ten opzichte van de inbreng van cruisse-schepen en charterschepen. Vervolgens uw vraag wat betreft het berekenen van hogere tarieven voor het ge bruik van de gymnastiekzaal aan particulieren, niet ter plaatse gevestigde verenigingen en niet in het verenigingsregister opgenomen verenigingen. Deze kwestie is heel even globaal bekeken. Onderzocht kan worden of een en ander interessant is wat het aantal betreft. Wanneer we praten over 1 a 2 gevallen weet ik niet of het echt zinvol is onze tarieven aan te passen. Bovendien zullen er dan altijd vluchtwegen worden ge vonden om onder de betreffende bepalingen uit te komen. Tenslotte kom ik op het aspect met betrekking tot het uitbaggeren van de binnen-, haven. Er wordt gevraagd hoe het komt dat specie van "klasse 2" tot "klasse 4" is geworden; voorts wordt gevraagd waar het kan worden opgeslagen en hoe het daaraan verbonden kostenplaatje er uitziet. Daarmee zit ik dan gelijk in de sfeer van de vraag die de V.V.D. op dat gebied heeft gesteld. Het is een complex en kostbaar verhaal. Welnu, in januari 1985 is het slib uit de binnenhaven onderzocht en toen is door het analysebureau bericht dat het "klasse 2" betrof, zodat we van gemeente wege vrij waren met de bagger te doen wat we wilden. -Het-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 97