-18- Dit maakt echter de problemen die zijn ontstaan niet goed. De voorzitter merkt tot slot in de richting van de heer Tuinman op dat als de raad had besloten om voor de bovenwoning bij het steunpunt twee aannemers te laten inschrijven daar dan ook de betreffende aannemer bij geweest was, met daar bij de kans dat deze aannemer het werk gekregen zou hebben. Dan zou daar de P.v.d.A.-fractie geen bezwaar tegen hebben gehad. In die zin vindt de voorzitter de opmerking van de heer Tuinman niet geheel zuiver. De heer Tuinman zegt dat hij dan dezelfde vraag zou hebben gesteld. Dit doet niets af aan het feit of er sprake is van één of twee aannemers. Hij vraagt zich af hoe de voorzitter het lef heeft een dergelijke opmerking te maken Vervolgens stelt de heer Groeneveld de volgende vraag, luidende: "Zoals u weet is sinds 31 december van het vorig jaar de plattegrond van onze gemeente uit de reclame/informatiezuil te Helwijk verdwenen. In het voorjaar van 1936 verzocht ik u - destijds vanaf de publieke tribune - om bij de exploitant van deze zuil aan te dringen op het spoedig aanbrengen van een nieuwe plattegrond. Bijna maandelijks worden de reclame-affiches in de zuil vervangen maar nu 10 maanden later ontbreekt nog steeds de plattegrond. Ik kan me daarbij niet aan de indruk onttrekken dat de exploitant van de zuil weinig moeite doet voor het aanbrengen van een nieuwe plattegrond en er liever een reclame-affiche meer in plaatst. Ik neem aan dat de betreffende zuil er op basis van een of andere overeenkomst of op bepaalde voorwaarden is geplaatst. Indien deze laatste veronderstelling juist is, is het dan mogelijk om daar nadere voorwaarden over het aanwezig zijn en/of houden van een plattegrond in op te nemen?". De heer Munters antwoordt dat dit probleem een dag of tien terug ook in de ver- keerscommissie is besproken. Ha de mededeling dat de plattegrond inderdaad nog niet aanwezig was is wederom contact opgenomen rnet het reclamebureau dat verantwoordelijk is voor deze reclame zuil Het betreffende reclamebureau heeft echter de zorg uitbesteed aan een ander bureau. Uit contacten met het verantwoordelijke reclamebureau is gebleken dat deze in de veronderstelling verkeerde dat inmiddels de plattegrond was aange bracht. Uitdrukkelijk is toen gezegd dat dit niet het geval is. Inmiddels is toe gezegd dat binnen enkele dagen de plattegrond tegemoet kan worden gezien. De heer Groeneveld neemt aan dat inmiddels ook naam en adres van het tweede bureau bekend zijn. De heer Hunters moet daar het antwoord op schuldig blijven. De gemeente corres pondeert namelijk alleen met het verantwoordenjke reclamebureau. Tot slot stelt de heer Groeneveld de derde en laatste vraag, luidende: "Blijkens een publicatie in het Brabants Nieuwsblad heeft er op 23 oktober een overleg plaatsgevonden aangaande de kwestie "Fort de Hel" en motorclub Bastion 8. Kunt u ons al mededelingen doen omtrent de stand van zaken c.q. de bereikte re sultaten?" De voorzitter geeft in het kort het verloop van de hele kwestie aan. Om tegemoet te komen aan het verzoek van motorclub "Bastion 3" moet een bestem mingsplanwijziging plaatsvinden. Hetende dat er een stroom van bezwaarschriften zou kunnen komen heeft het college gemeend dat er een soort rondetafel-gesprek/ drie-partijen-overleg moest plaatsvinden tussen de verontruste bewoners/motor club "Bastion 8" en gemeente. Resultaten in de zin van nader tot elkaar komen zijn er op 23 oktober 1986 niet bereikt. De partijen zijn uit elkaar gegaan met de vraag of zij er over na wilde denken of zij bereid waren in te stemmen met een planwijziging zodanig dat Fort De Hel in plaats van Cultuur Historisch Monument, de bestemming Cultuur Histo risch Recreatief Monument krijgt. Het verschil in het woord recreatief houdt dan in dat het fort wat meer gebruiks mogelijkheden gaat krijgen. -Met- -19- iet als achterliggende gedachte dat in dat geval moterclub "Bastion 8" een ge- ieelte van het fort in gebruik zal worden gegeven als clubhuis nadat dat door iin is opgeknapt conform de plannen die daartoe zijn ingediend bij het college, jjdeze vraag moet nog antwoord worden gegeven door de bewoners, lodra dit antwoord binnen is zal het college zich nader beraden en de raad ladere mededelingen doen. ie heer Tuinman vraagt zich af of het antwoord van de voorzitter van het college, evens voorzitter van de raadanders zou zijn geweest indien het CDA de vraag de oorspronkelijke vorm had gesteld. t voorzitter zegt dat het antwoord niet anders zou hebben geluid. De essentie au de oorspronkelijke vraag is exact dezelfde dan die van de vraag zoals die «is gesteld. Jleen de aanloop naar de vraag toe is anders. e voorzitter zou nooit een fractie willen manipuleren om vragen anders te tellen dan oorspronkelijk de bedoeling was. Dat kan natuurlijk niet. >lui ting !iets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad der gemeente uiemsraa, genoucien op If secretaris de voorzitter

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 85