-16- b. aan de eigenaar of huurder van een woning, waarin voorzieningen worden ge troffen als bedoek in hoofdstuk II van de Beschikking geldelijke steun huis vesting gehandicapten, zoals die luidt vanaf 1 augustus 1986, onder de voor waarden en bepalingen als in die Beschikking omschreven, een bijdrage in eens c.q. een jaarlijkse bijdrage toe te kennen gelijk aan de bijdrage, welke de gemeente terzake uit 's Rijks kas zal ontvangen; c. het bepaalde in sub II van overeenkomstige toepassing te verklaren ten aan zien van de bijdrage-ineensals bedoeld in de hoofdstukken Ha en III van de Beschikking geldelijke steun huisvesting gehandicapten met betrekking tot de kosten van onderhoud, tijdelijke huisvesting en huurderving; d. het bepaalde in sub II van overeenkomstige toepassing te verklaren ten aan zien van verhuis- en (her-)inrichtingskosten, als bedoeld in hoofdstuk IV van de Beschikking voornoemd; e. te bepalen dat de onder I t/m IV genoemde besluiten geacht worden in werking te zijn getreden op 1 augustus 1936. 16. Opheffing van het /oonwagenschap Westelijk Moord-Brabant per 1 januari 1983. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van het college besloten: a. met ingang van 1 januari 1938 V/oonwagenschap Westelijk Noord-Brabant op te heffen; b. het dagelijks bestuur op te dragen in overleg met Streekgewest Westelijk Noord-Brabant te bezien hoe een gewestelijk overleg over woonwagenbeleid. kan worden vorm gegeven. 17. Voorlopige vaststelling van de jaarrekening 19S5 voor de algemene dienst en het woningbedrijf. De heer Van der Sluijs stelt als woordvoerder van de commissie tot onderzoek van de jaarrekening voor de jaarrekeningen 1935 van de algemene dienst en het woningbedrijf vast te stellen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden dan overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders de jaarrekeningen 1985 van de alge mene dienst en het woningbedrijf vastgesteld. 13. Rondvraag. Door de heer Groeneveld wordt namens de CDA-fractie de eerste vraag gesteld, luidende: "Tijdens de september-vergadering van de raad hebben wij er via uw college op aangedrongen dat de Woningbouwvereniging Brabants Westhoek voor een goede en zorgvuldige voorlichting en begeleiding zou zorgen bij het groot onderhoud aan de 32 na-oorlogse woningwetwoningen. Met name vroegen wij ons af of de mededeling van de 'Woningbouwvereniging aan de huurders dat men, "tijdens de uitvoering van de werkzaamheden in de woning kan blijven wonen", niet wat al te gemakkelijk gesteld was. VJij vinden de voorlichting en informatie aan de betrokken huurders beslist on voldoende. Dit is geen groot onderhoud meer, dit is complete renovatie. In de woning blijven wonen tijdens de werkzaamheden zou gedurende een weekje in de zomerperiode nog aanvaardbaar zijn, maar nu het er naar uitziet dat de meeste huurders gedurende een week of acht dag en nacht op een slaapkamer moeten bi vakeren, vinden wij dat niet normaal meer. Wij vragen u met klem, in overleg met de Woningbouwvereniging te treden en te bewerkstelligen dat er alsnog wisselwoningen of andere vervangende woonruimte be schikbaar komt. Tevens zou het wenselijk zijn dat er bij de woningbouwvereniging op wordt aan gedrongen dat een eenmaal onderhanden genomen woning achterelkaar wordt afge werkt." -De- -17- De heer Munters antwoordt dat er wel degelijk uitvoerig informatie is gegeven door de Woningbouwvereniging, tot drie keer tot zelfs. Er is duidelijk gewezen op de verschillen tussen groot onderhoud en renovatie. Dit zijn meer dan alleen maar twee begrippen. Renovatie gaat veel verder en heeft ook financiële consequenties. Niet alleen voor de komende huur maar ook financiële consequenties/financiële mogelijk heden bij het werk. Bij renovatie is er namelijk ruimte om gelden beschikbaar te krijgen voor ver vangende woonruimte tijdens de werkzaamheden, wat daarentegen niet mogelijk is en niet opgenomen is in het kostenplaatje voor groot onderhoud. Inderdaad loopt het niet allemaal zoals het had moeten lopen. Bij de aanvang van de werkzaamheden zijn goede afspraken gemaakt met de aan nemer en van die goede afspraken is weinig of niets terechtgekomen. Het spijt de heer Munters te moeten zeggen dat er door de aannemer grote missers zijn gemaakt. Wanneer er kozijnen zijn geplaatst blijkt opeens dat de ramen nog niet aanwezig zijn en zitten de bewoners dagen, zo niet weken met plastic voor de ramen. Er is gebrek aan eindpannen en er zijn nog meer van dit soort klachten. Het college heeft al een dag of veertien regelmatig contact met de directeur van de woningbouwvereniging en de aannemer. Dat heeft ertoe geleid dat afgelopen vrijdag een bouwvergadering is gehouden waar duidelijk is gesteld dat dit zo niet langer kan. Tevens zijn toen keiharde afspraken gemaakt. Of deze afspraken ook zullen worden nagekomen zal door de woningbouwvereniging nauwlettend worden gecontroleerd. Het college heeft er nu toch wel vertrouwen in dat het vervolg van de werkzaam heden beter zal verlopen. Ten aanzien van de vraag met betrekking tot de wisselwoningen deelt de heer Munters mede dat de gemeente nu over een wisselwoning beschikt. Het kan zijn dat er binnen een maand nog één bijkomt. In januari misschien begin februari, moet echter deze wisselwoning worden af gebroken in verband met de realisatie van de tweede serie van 6-zorgwoningen. Het is al met al een gevoelige materie. Overigens is hier de verantwoordelijk heid van de woningbouwvereniging in het geding en niet die van de gemeente. Desalniettemin voelt de gemeente zich wel betrokken bij deze zaak en getracht zal worden het contact dat er is te blijven onderhouden. Tevens zal worden geprobeerd de verdere voortgang van de werkzaamheden beter, vlotter en meer naar tevredenheid te doen laten verlopen. De heer Tuinman merkt op dat door de heer Munters terecht kritische opmerkingen zijn gemaakt aan het adres van de aannemer. De fractie wil dan ook nog weten of hier dezelfde aannemer aan het werk is als de aannemer die de woning boven het steunpunt gaat realiseren. De heer Munters denkt dat de heer Tuinman naar de bekende weg vraagt. De heer Tuinman interumpeert de heer Munters met de opmerking dat hij dan ook het bekende antwoord moet geven. De heer Munters zegt er niet omheen te willen draaien. Dit zou ook verspilling van tijd zijn wanneer er een vraag gesteld wordt waarop het antwoord al bekend is. De heer Tuinman zegt dat de verspilling van tijd niet zozeer komt door de vraag stelling doch meer door de beantwoording daarvan. De heer Munters zegt dat hier inderdaad sprake is van dezelfde aannemer als die welke de bovenwoning gaat realiseren. De ervaringen opgedaan bij de groot onderhoudswerkzaamheden zijn niet onder vonden bij de werkzaamheden in de eerste fase aan het steunpunt. De heer Kamp onderbreekt dan de heer Munters met de mededeling dat dit niet Juist is, waarna de voorzitter opnieuw het woord geeft aan de heer Munters. De heer Munters heeft alle begrip voor de opmerkingen van de heer Groeneveld en zegt dat waarschijnlijk niemand van de bewoners heeft doorzien wat dit groot onderhoud allemaal teweeg zou brengen. Er is wel opgewezen doch met het oog op huurverhoging hebben slechts 4 bewoners zich uitgesproken voor renovatie en de overige bewoners voor groot onderhoud. -Dit-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 84