-4- Üit enkele door hem gehouden steekproeven is namelijk gebleken dat bewoners/ eigenaars van twee in de lijst opgenomen panden, een geheel andere en zelfs tegenstrijdige kwalificatie aan het door hen bewoonde monument toedelen, dan in deze lijst is vermeld. Naar zijn mening is de lijst danook zelf een monument doordat deze lang ge leden is opgemaakt maar nooit aangepast. Zijn vraag is daarom of de lijst wel in overeenstemming is met de werkelijk heid en of dit geen gevolgen heeft voor aanvragen om subsidie van de betref fende bewoners. Hij betrekt hierin ook de situatie van bewoners van beeldbe palende panden die voorheen onder Monumentenzorg vielen voor het verkrijgen van subsidie en hiervoor thans zijn aangewezen op het fonds ingevolge de VJet Stads- en dorpsvernieuwing. Kunnen derhalve, met het oog op belanghebbenden, in een later stadium nog wijzigingen worden aangebracht in de voorliggende lijst zoals die wordt ingediend. Voorts, verdient het wellicht aanbeveling inwoners van Willemstad te infor meren omtrent de voor- en nadelen van het laten plaatsen van hun bezit op de monumentenlijst. Nadat de voorzitter in zijn beantwoording de heer van der Sluijs heeft be dankt voor zijn prijzende woorden aan het adres van de afdeling openbare werken, deelt hij de heer Boertjes mede van hem eigenlijk een compliment te hebben verwacht omtrent de wijze waarop het gemeentebestuur probeert aan zijn verplichtingen ingevolge de nieuwe subsidieregeling te voldoen en daarvoor zelfs een extra-vergadering is belegd. Vervolgens antwoordt hij op de vraag van de heer de Visser dat het thans om een eerste globale inventarisatie gaat die jaarlijks kan worden bijgesteld, om zodoende te komen tot een budgetsysteem dat uiteindelijk in 1990/1991 zijn beslag zal moeten krijgen. Tot 1990 heeft deze lijst geen consequenties voor de subsidieverstrekking en tussentijds opgetreden wijzigingen in de kwalificatie van de panden zullen derhalve op de lijst overeenkomstig worden aangepast. Voorst zegt hij te kunnen beamen dat er kwalificaties van enkele panden staan opgenomen welke niet (meer) in overeenstemming zijn met de huidige stand van zaken, maar in deze situatie kun je je als gemeente naar het ministerie van W.V.C. beter slechter of armer voordoen dan in werkelijkheid is. Bovendien zal onderhavige lijst tot aan 1990 een steeds meer gedetailleerde en definitieve vorm krijgen. Overigens,met de restauratie van panden welke in het programma worden vermeld voor de jaren 1990 en 1991 kan men reeds nu aan de slag. De hieraan verbonden kosten worden voorgefinancierd door het N.R.F. Tenslotte deelt hij mede dat met betrekking tot de kwalificering nu eenmaal wordt gewerkt met drie categorieën, te weten slecht, matig, goed. Een verdere persoonlijke nuancering hierin is nu eenmaal niet mogelijk. Naar aanleiding van deze beantwoording in eerste termijn merkt de heer Boertjes op, in te kunnen stemmen met de situatie dat het geheel tijdig is afgerond. Hij vreest echter dat vanwege de daaraan verbonden procedurele aspecten, be woners terughoudend zullen zijn met het opknappen van hun panden en blijft voorts van mening dat de bouwtechnische staat van de panden tegenvalt gelet op het aantal dat met "slecht" en "matig" is bestempeld op de lijst. Niettemin hoopt hij «jat het besluit zoals dat vanavond wordt genomen, een goede bijdrage zal leveren aan de restauratie van de monumenten; dit als aan vulling op de bereidverklaring van betrokken eigenaren. De voorzitter geeft vervolgens antwoord op een vraag die in eerste termijn is gesteld, doch waarop hij nog geen reactie heeft gegeven. Beeldbepalende panden waarover is gesproken, zijn niet vermeid" op de onder havige inventarisatielijst hetgeen betekent dat eigenaren hiervan ook niet die verplichtingen hebben welke bezitters van Monumenten daarentegen wel worden opgelegd. •Eigenaren- -5- Eigenaren van beeldbepalende panden dienen bij het opknappen te voldoen aan de eisen van het welstandstoezicht, niet meer en niet minder. Beeldbe palende panden zijn geen momumenten als bedoeld in de Monumentenwet en -kunnen derhalve thans niet in het onderhavige programma worden opgenomen. Gelet op de daaraan verbonden procedurele aspecten en verplichtingen is bovendien niet iedereen van zins te verzoeken zijn pand in het monumenten- register ex artikel 10 Monumentenwet op te nemen, temeer daar de financiële middelen van de subsidieverstrekker practisch zijn uitgeput. Inhakend hierop vraagt de heer de Visser of de bevolking wordt geïnformeerd omtrent de voor- en nadelen die zijn verbonden aan het geplaatst hebben van een pand op de monumentenlijst.' Voorts vraagt hij nogmaals of de op de lijst vermelde gegevens bindend zijn en in een later stadium eventueel kunnen worden aangepast. De voorzitter antwoordt dat men niet uitsluitend op eigen initiatief en naar eigen goeddunken op bovenbedoelde lijst kan worden geplaatst. Vervolgens zet hij uiteen dat in principe elk pand te maken heeft met c.q. valt onder bouw- en woningtoezicht voor wat betreft de staat en veiligheid waarin het verkeert Voorts is ingevolge de Bouwverordening op elk gebouw het welstandstoezicht van toepassing en zo ook op beeldbepalende panden. Subsidiëring van ver-, betering van dergelijke panden dient te geschieden uit het beschikbare foncfe ingevolge de Wet Stads- en dorpsvernieuwing. Vervolgens deelt hij mede dat de op de lijst vermelde kwalificaties niet bindend zijn en dat door het van jaar tot jaar controleren van deze gegevens, op den duur een steeds verdergaande verfijning wordt bereikt. In 1980 heeft terzake een uitgebreide inventarisatie plaatsgevonden en dit heeft als leidraad gediend bij het opstellen van voorliggende lijst. Het is derhalve zeer wel mogelijk dat gepleegde restauraties in de periode 1981-1985 thans nog niet geheel zijn meegenomen. De heer de Visser repliceert dat desondanks, bewoners/eigenaren een andere kwalificatie aan de staat van hun monument toedichten dan op de lijst staat aangegeven. voorzitter zegt naar aanleiding hiervan toe dat de bewoners in de gele genheid zullen worden gesteld hun commentaar te leveren op de bevindingen van de gemeente en dat de volgend jaar in te sturen lijst naar de Rijksdienst voor Monumenten up to date zal zijn. In dit stadium echter,kan een pand beter als "matig" dan "goed" worden ge kwalificeerd omdat zodoende een slag om de arm wordt gehouden en eerder financiële middelen van rijkswege worden gereserveerd dan wanneer alle pan den als zijnde"goed"worden aangeduid. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling van het meerjarenprogramma restauratie monumenten 1987-1991. Vaststelling van de planningslijsten nieuwbouw, verbouw en verbetering voor de periode 1987 t/m 1991. De heer Hoekwater deelt namens zijn fractie mede het cijfermatig goed onder bouwde voorstel zeer op prijs te stellen, doch vraagt zich af hoe de gehan teerde term "geen voorkeur" op bladzijde 10 met betx-ekking tot de 43 bewo ners die geen voorkeur hebben moet worden geïnterpreteerd. Naar zijn mening wordt hiermede geen bijdrage geleverd in een goed inzicht in de woningbehoefte. Voorts vervolgt hij zijn betoog dat door het verruilen -van-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 64