-14- De voorzitter repliceert dat in wezen elke vergelijking mank gaat, maar uit de gegeven situatie dat lokatie nr. 4 een overeenkomstige plaats inneemt op dé priori teitenlijst mag men afleiden dat dit zeker niet de eerste keus is van het college. Hetis évenwei onvermijdelijk deze locatie niet op te nemen omdat men nu een maal met een aantal uiterst, daarvoor in aanmerking komende locaties de onder handelingen dient in te kunnen gaan. •Vervolgens vraagt de voorzitter zich af welke waarde hij moet hechten aan de opmerkingen van deP.v.d.A.-en CDA-fractie, de voorgestelde locatie onder nr. 5 niet in de beschouwingen te betrekken. De heer Groeneveld antwoordt hierop naméns zijn fractie om middels amendement de onder de nummers 3 en 5 vermelde locaties van het overzicht af te voeren hetgeen niet impliceert dat zijn fractie geen moeite heeft met de locaties nummers 2 en 4- Hierop verzoekt de heer Tuinman om schorsing van de vergadering voor ongevéer tien minuten, welk verzoek door de voorzitter wordt' ingewilligd. Nadat de schorsing is verstreken, heropent de voorzitter de vergadering. Namens zijn fractie vraagt de heer De Visser de voorzitter alvorens een besluit te nemen omtrent de uiteindelijke locatie, na te gaan of de 95%-kostenvergoeding ook geldt voor alle werkelijke kosten oftewel voor de kosten van aanleg van een kamp inclusiefhet verplaatsen .van bestaande voorzieningen.Voorts vervolgt spreker dat wat zijn fractie betreft accoord wordt gegaan met de door het college in hun voorstel genoemde locatiekeuze vermeld onder de nummers 1 en 2. Dat dan voorts als derde keuze ware op te voeren het gebied begrensd door Steen pad, De Lierestraat, Carel van Boetzelaerstraat en Menno van Coehoornstraat. De in- het collegevoorstel vermelde locaties onder de nummers 4 en 5 dienen dan te worden,.afgevoerd. Omdat hat de enige, mogelijkheid is om in het voorstel van het college dat nog steeds ongewijzigd ter discussie staat verandering te brengen, vraagt de voorzitter of de P.v.d.A.-fractie terzake een amendement wenst in te dienen. De heer De Visser wil afdoende antwoord op de vraag of de met locatie nummers 3 en.5 verband houdende kosten bekend kunnen worden gemaakt alvorens een besluit wordt genomen. De voorzitter deelt naar aanleiding hiervan mede dat op deze kwestie nader wordt teruggekomen in de beantwoording in eerste termijn na de schorsing. De heer Groeneveld deelt vervolgens mede dat uit het fractieberaad tijdens de schorsing naar voren is gekomen dat kan worden volstaan met afvoering van locatie nr. 5 van het schema en dat alzo de punten 1 t/m 4 ongéwijzigd kunnen blijven ge handhaafd. In antwoord op de vraag van de heer De Visser met betrekking tot de door het ministerie te vergoeden kosten, deelt de voorzitter hem mede hieromtrent niets met zekerheid te kunnen vertellen. Wel zegt de voorzitter toe te zijner tijd 100% zekerheid te geven omtrent de kosten die met welke locatiekeuze danook, zullen zijn gemoeid alvorens de defi nitieve keuze wordt gemaakt omtrent de exacte locatie. Eerst dan kan het kostenaspect in de beschouwingen van de fracties worden betrokken. Wat de ruimtelijke aspecten aangaat wordt uiteindelijk, geconcludeerd dat de P.v.d.A.-fractie voorstelt, de onder de nrs. 1 en 2 in. het collegevoorstel genoemde locaties te handhaven; als derde plaats in te voegen het zogenaamde driehoekje omsloten door het $teenpad, de Lierestraat, C. van Boetzelaerstraat en Menno van Coehoornstraat; de onder nr. 3 geplaatste locatiekeuze in het collegevoor stel te verzetten naar de vierde plaats en de onder de nummers 4 en 5 in het col legevoorstel vermelde situeringen, te laten vervallen. Desgewenst kan plan Elim als vijfde mogelijkheid worden opgevoerd waaronder dan moet worden verstaan het agrarisch gebied aan.de zuidzijde van de Noordlangeweg. Als de voorzitter vervolgens concludeert dat de CDA-fractie zich kan vinden in het collegevoorstel met uitzondering van locatiekeuze 5, stelt hij voor de ver gadering een ogenblik te schorsen voor nader collegeberaad omtrent de voorstellen van de CDA en P.v.d.A.-fracties. -Afhankelijk- -15- Afhankelijk van het resultaat van dit beraad, kan de raad alsnog een uitspraak worden ontlokt omtrent deze voorstellen middels het indienen van een amendement. De héér De Visser vraagt, nu of desnoods in eeh volgende vergadering antwoord te geven op zijn vraag met betrekking tot de aan een locatiekeuze verbonden kosten vergoeding.' De voorzitterzegt hiertoe niet te kunnen overgaan alvorens terzake een defini tieve keus is gemaakt en eerst dan is het pas mogelijk met het betreffende minis terie in overleg te gaan treden omtrent de vergoeding van de aan die locatiekeuze verbonden kosten. Deze dienen in ieder geval binnen de aanvaardbare normen te blijven. Indien bijvoorbeeld voor de locatie sportvelden wordt gekozen, zal in ieder ge val geen vergoeding voor het plaatsen van een kantine of kleedlokaal ten behoeve van de voetbalvereniging worden verkregen, omdat dergelijke kosten zeker niet binnen dé normen vallen. Overigens,is deze financiële kwestie thans nog niet aan de orde omdat eerst het ruimtelijke aspect voor wat betreft de locatiekeuze dient te worden afgewerkt. Het is de bedoeling dat de raad het college thans zijn fiat geeft om met de voor gestelde vijf locaties in een zekere prioriteitsvolgorde de onderhandelingen met het college van Gedeputeerde Staten te starten. De uitkomsten daarvan zijn bepalend voor het kostenplaatje zoals dat zal worden verbonden aan het voorstel dat de raad uiteindelijk ten behoeve van de defini tieve locatiebepaling krijgt voorgelegd. Alsdan zal er voldoende mogelijkheid zijn om hierover te praten. De heer De Visser blijft van mening dat het voor een goede besluitvorming thans mogelijke moet zijn vooraf van het ministerie te weten te komen welke kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Dit met het oog cp het feit dat bepaalde locaties verplaatsing van bestaande voorzieningen e.d. inhouden. Hijzelf acht de kosten verband houdende met het verplaatsen van de kantine wel degelijk té behoren tot de eigenlijke kosten welke in directe relatié staan met de verplicht opgelegde keuze voor eén locatie respectievelijk met de verplichte aanleg van een kamp. De voorzitter herhaalt dat vanwege de te voeren onderhandelingen toch eerst de ruimtelijke aspecten dienen te worden afgewogen en daarna pas de financiële zijde kan worden belicht hetgeen niet wil zeggen dat de financiële aspecten onderge schikt zouden zijn aan de ruimtelijke. De kwestie zal fasegewijs in deze volgorde moeten worden afgehandeld zodat zich in een volgende raadsvergadering nog voldoende mogelijkheden zullen voordoen om stil te staan bij de financiële kant van deze zaak. Vervolgens wordt de vergadering door de voorzitter voor 10 minuten geschorst. Na de schorsing wordt de vergadering door de voorzitter her opend. Medegedeeld wordt dat het beraad van het college ertoe heeft geleid dat het col lege in beginsel hét voorstel met betrekking ..tot de vi jf locaties zoals dat aan de raad is voorgelegd, wenst te handhaven met dien verstande dat de gekozen leden van het college ieder voor zich, zich waarschijnlijk kunnen vinden in de door hun respectievelijk fracties in te dienen amendementen. Allereerst wordt het voorstel van de P.v.d.A.-fractie behandeld welk amendement door de heer De Visser wordt voorgelezen en luidt als volgt: De raad der gemeente Willemstad; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.,30 juni 1986 inzake de locatie voor het definitief woonwagencentrum; besluit: als prioriteitsvolgorde te aanvaarden: nr. 1 Hellegatsweg nr. 2 Oostdijk nr. 3 Steenpad - De Lierestraat - Carel van Boetzelaerstraat - Menno van Coehoornstraat nr. 4 Grintweg eventueel nr. 5 gebied ten zuiden van Plan Noordlangeweg." -Voorts-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 59