-8- De heer Tuinman vraagt nogmaals naar de consequenties voor het bestand van de^ gemeentelijke vrijwillige brandweer Willemstad. De voorzitter heeft geantwoord dat primair de brandweer niet-betrokken zal worden bij de afgestoten B.B. taken. Wanneer nu de brandweer wel prirtiair betrokken gaat worden bij die taken wordt dan het brandweerpersoneel hog'gehoord in verband met de uitbreiding van het takenpakket. Is er dan sprake van taken die vervuld moeten worden. De voorzitter antwoordt dat van primaire vervulling van B.B.-taken voor de gemeentelijke vrijwillige brandweer geen sprake is. Wat de rampenbestrijding betreft zal de lokale brandweer op enige termijn m het totale pakket van het hele brandweergebeuren binnen de regio natuurlijk wei een taak krijgen.- Vooralsnog is-hierover en over de totale integratie nog niets bekend. Dit proces kan een paar jaar gaan duren. De heer De Visser wijst er de voorzitter op dat.de situering van de blusboot te allen tijde ongunstig is daar het niet uitmaakt waar-de blusboot ligt; en noorden of ten zuiden van de sluizen, want geschut moet e,r altijd worden. Naar de mening van de heer De Visser is er trouwens aan het vaarwater:.ten noorden (boven) Willemstad geen particulier bergingsbedrijf gevestigd en dit gegeven zal toch meegenomen moeten worden bij de besprekingen die plaats gaan vinden. De voorzitter antwoordt dat de werkgroep alles zal inventariseren en misschien is een particulier bedrijf bereid investeringen te doen opdat in het gebied tot Dordrecht een blusboot gestationeerd wordt in het kader van de totale rampen bestrijding. Op zichzelf is het streven naar deze oplossing reëler dan jaren wachten op blusboot'die er naar allé waarschijnlijkheid toch niet komt. De heer Boertjes zegt dat ook de V.V.D.-fractie zich kan vinden in het voorstel 'van het college doch ten aanzien van de rampenbestrijding heeft hij nog een op merking. Alles zit weliswaar nog in een overgangsfase doch de gemeente Willem stad zal in verband met het sluizencomplex toch alert moeten blijven ten aan zien van de rampenbestrijding. Hij is dan ook van mening dat de gemeente er op moet toezien dat er zo snel mogelijk een aantal zaken op papier komen waardoor er, wanneer er zich calamiteiten voordoen, alert gereageerd kan worden. De voorzitter zegt dat de totale rampenbestrijding en zeker ook de preventieve zijde van dit hele gebeuren, de hoogste prioriteit hebben. Het aanvalsplan van de Volkeraksluizen is nu van de baan doch hiervoor in de plaats is een nieuw plan gekomen. De voorzitter heeft persoonlijk echter pro blemen met dit soort plannen gezien de actualisering daarvan. Er staan namelijk honderden namen en nummers in voor alle voorkomende situaties en binnen dat bestand muteert er veel. Alles wordt er. dus aangedaan het plan actueel te houden. Misschien kan in het najaar eens getest worden hoe het plan in- de praktijk werkt. Dit idee is geopperd door een aantal burgemeesters. De heer Van der .Sluijs vraagt of binnen het hele rampenbestri jdingsgebeuren het landelijke Rode Kruis een rol gaat spelen of de plaatselijke afdelingen. De voorzitter antwoordt dat het landelijke Rode Kruis actief zal zijn binnen de rampenbestrijding. De heer Van der Sluijs vraagt zich af wat voor nut dat heeft- De voorzitter antwoordt dat in de totale organisatie een plaats komt voor het Rode Kruis. Welke plaats is de voorzitter nog niet duidelijk. Er, is echter be richt ontvangen dat het Rode Kruis ingeschakeld zal worden in de dienstver lening aan de medische kant., Hoe alles aan elkaar gebreid gaat worden binnen de rampenbestrijding in Neder land blijft voorlopig nog onduidelijk. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot ophef fing van, de gemeenschappelijke regeling Regionale Brandweerkring Roosendaal en tot zesde,wijziging van de gemeenschappelijke regeling St-reekgewest Westelijk Noord-Brabant. -Reactie- Reactie op het ontwerp-Woonwagenplan 1986 1990. De heer Hoekwater zegt dat de opmerking over het uitdrukkelijk rekening houden met de wensen van de bewoners van het tijdelijk woonwagencentrurn de fractie van de V.V.D. sterk aanspreekt. In gesprekken die de fractievoorzitter heeft gevoer met de huidige bewoners van het woonwagencentrum kwam onder andere naar voren de geringe aandacht die van overheidswege wordt geschonken aan de mening van de bewoners zelf waar het de locatie-keuze betreft. Nu Willemstad bereid is daar uitdrukkelijk wel rekening mee te houden is dit een stap in de goede richting van de emancipatie van de woonwagenbewoners. Tijdens een informeel gesprek is de heer Hoekwater gebleken dat bij het Woon wagenschap grote bereidheid aanwezig is de wensen van de bewoners in deze zeer zwaar te laten wegen. Het komt de V.V.D.-fractie voor dat wanneer de bewoners, het woonwagenschap en de Willemstadse raad het gezamenlijk eens zijn geworden over een locatie, de provinciale commissie voor woonwagenlocaties met goede argumenten te over tuigen moet zijn van ieders gelijk. De V.V.D.-fractie ziet dan ook met spanning de notitie van burgemeester en wet houders voor de volgende raadsvergadering tegemoet. Het welslagen van het provinciaal woonwagenbeleid is. zoals reeds door het col lege gesteld, niet in de laatste plaats afhankelijk van de mate waarin alle betrokkenen bereid zijn aan de uitvoering mee té werken. Dit houdt naar de mening van de V.V.D. ook in dat de provinciale- c.q. rijksoverheid de bereid heid zal moeten opbrengen orn nuances tussen de geest en de letter van de wet aan te brengen opdat met vrucht gestreefd kan worden naar een voor ieder bevredigende oplossing. Namens de fractie van het CDA zegt de heer Groeneveld dat op 11 september 1979 het ontwerp Provinciaal Woonwagenplan voor de jaren 1980 - 1990 in de raad aan de orde is geweest. De raad besloot toen de noodzaak van een woonwagen centrum te Willemstad te betwisten en nogmaals aan te dringen op vrijstelling. Gedeputeerde Staten hebben die vrijstelling geweigerd en tegen dat besluit is geen beroep ingesteld bij de Kroon. Thans ligt een Ontwerp Provinciaal Woonwagenplan 1986 - 1990 op tafel. Tot her ziening van het eerste Provinciaal Woonwagenplan is besloten omdat o.a. de ge hanteerde ramingen voor de behoefte aan standplaatsen voor een deel achterhaald zijn. Met de komst van een tweetal woonwagen-gezinnen die in Willemstad een standplaats zochten is er geen reden meer om de noodzaak van een woonwagencentrum te 'betwisten. Voor de betrokkenen is een tijdelijk woonwagencentrum ingericht aan de Helle- gatsweg. Ondubbelzinnig hebben de bewoners van die tijdelijke locatie te kennen gegeven té willen blijven wonen waar ze nu wonen. Helaas, in de ögen van Gedeputeerde Staten kan deze locatie niet voor een defi nitief woonwagencentrum in aanmerking komen. Op 10 september 1985 heeft de raad het college opgedragen een onderzoek in te stellen naar mogelijke locaties voor een definitief woonwagencentrum. In de volgende raadsvergadering zal het college de raad de betreffende notitie voorleggen en aan de hand daarvan zal de planologische procedure voor een defi nitief woonwagencentrum in werking worden gesteld. Het college verwacht dat dat in het najaar van 1986 het geval zal zijn. Met belangstelling ziet ook de CDA-fractie naar deze notitie uit en onderschrijft de opmerking dat bij de realisering van het definitief woonwagencentrum naast de locatiecriteria met name uitdrukkelijk rekening wordt gehouden met de wensen van de bewoners van het tijdelijk woonwagencentrum. De CDA-fractie kan dan 'ödk instemmen met het voorstel van burgemeester en wet houders een en ander in die zin aan °rovinciale Staten te berichten en hoopt dat de gestelde locatie-criteria in het ontwerp Provinciaal Woonwagenplan 1986- 1990 een leidraad en geen voorschrift blijkt te zijn. Wethouder Kamp antwoordt dat het inderdaad een juiste zaak is de bewoners te betrekken bij deze materie. -Vooralsnog-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 48