-4- De opmerkingen die gemaakt zijn ten aanzien van ingekomen stuk nr. 17 onder schrijft de voorzitter volledig en de publicatie zal worden overgenomen in de "Brillant in Gouden Delta". Maar aanleiding van de opmerkingen van de heer Tuinman betreffende de ver slagen van de commissie openbare werken zegt de voorzitter dat het hem wat gaat duizelen na het horen van al die data. De voorzitter zegt dat het college er alles aan gelegen is om de raad in een zo'n vroeg mogelijk stadium te in formeren en op de hoogte te houden. Vandaar ook dat de verslagen nu in con cept ter inzage liggen opdat de raad zich een volledig beeld kan vormen over de beraadslaging in de commissie openbare werken aangaande voorstellen die nu in de raadsvergadering aan de orde worden gesteld. Overigens is de voorzitter van mening dat de verslaglegging van met name de commissievergadering openbare werken dusdanig uitgebreid is en een zo groot beslag legt op de medewerkers ter secretarie, dat hij de raad graag in over weging wil geven of de verslagen op een wat eenvoudiger wijze kunnen worden gemaakt dan tot nu toe het geval was. Hij heeft zijn twijfels over de nood zaak; d^t een commissievergadering praktisch woordelijk wordt verslagen. Er kan misschien best worden volstaan met een uitgebreide besluitenlijst met daaraan toegevoegd de opmerkingen die wat meer de aandacht moetën hebben. Voor ,..wat betreft.d,e routing van de verslagen zegt de voorzitter toe een en ander na te gaan. De heer Tuinman zegt dat het in concreto hierom gaat dat het verslag van 20 maart op.de lijst staat en er niet ishet verslag van 27 februari staat niet op de,lijst en is wel bij de ingekomen stukken gevoegd. Overigens is dé'heer Tuinman verder tevreden met de beantwoording door de Voorzitter. De heer De Visser zegt voor alle duidelijkheid ten aanzien van ingekomen stuk nr. 14 dat het niet in de bedoeling lag van de fractie van de P.v.d.A. adhe sie te betuigen aan het schrijven van Abcoude. De fractie is echter van mening dat zij de informatie mist om zich een mening te kunnen vormen over dit schrijven. De vraag is dus of inzage kan worden verkregen in de regeling flankerend bejaardenbeleid. De voorzitter heeft reeds toegezegd die regeling bij een volgende vergade ring ter inzage te leggen en zegt verder dus geen stappen te ondernemen naar aanleiding van het schrijven van de gemeente AbcoudèZonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden vervolgens de ingekomen stukken voor kennisgeving aangenomen. Benoeming van leden ën plaatsvervangend leden in samenwerkingsverbanden. Alvorens wordt overgegaan tot stemming benoemt de voorzitter de heren Boertjes en Maris tot leden van de stemcommissie De uitslag van de stemming is als volgt: Voor de aanwijzing van een lid en plaatsvervangend lid van het algemeen be stuur van de gemeenschappelijke regeling van Bouwtoezicht West-Brabant worden respectievelijk op de heer A.A. Kamp 11 stemmen uitgebracht en op de heer O.J. de Ronde eveneens -11 stemmen. Voor de aanwijzing van een lid en plaatsvervangend lid van het algemeen béstuur van de gemeenschappelijke regeling Centrale post ambulance vervoer regio E Noord-Brabant worden achtereenvolgens op de heer C.J. de Ronde 11 stemmen uitgebracht en op de heer J.K. Munters eveneens 11' stemmen, waarvan 1 blanco. Vóór de aanwijzing van een lid en plaatsvervangend lid van het algemeen be stuur van de gemeenschappelijke regeling Woonwagenschap Westelijk Noord-Bra bant worden respectievelijk op de heer A.A. Kamp 11 stemmen uitgebracht en óp de héér C.J. de Ronde eveneens 11 stemmen. Voor de aanwijzing van een lid en plaatsvervangend lid van de algemene raad van de de gemeenschappelijke regeling Vuilverwerking Roosendaal worden achtereen- volgeh's op de heer J.K. Munters 11 stemmen uitgebracht waarvan 1 blanco en op de heer C.J. de Ronde eveneens 11 stemmen. -Benoeming- Benoeming leden van commissies. Alvorens wordt overgegaan tot stemming maakt de heer De Visser nog enkele opmerkingen ten aanzien van de commissie van advies in marktzaken, de com missie voor de bezwaarschriften en de commissies Centrale Antenne Inrichting en Algemene Bestuurlijke Zaken. Naar aanleiding van de commissie bezwaarschriften merkt hij op dat in het ver leden dé voorzitter van de commissie werd aangewezen per vergadering. Door gaans was dat altijd het raadslid met de meeste zittingsjaren. Waarom wordt deze lijn niet voortgezet? In deze vorm heeft de commissie de mogelijkheid om, indien er een relatie bestaat met het te behandelen onderwerp,voor de vergadering een voorzitter te kiezen. Ten aanzien van de commissie van advies in marktwezen vraagt hij waarom,is gekozen voor een adviescommissie volgens artikel 62 lid 1 en niet voor een vaste ccmnissie volgens art. 32 lid 2 gemeentewet. Verder vraagt de heer De Visser wanneer de kandidaatstelling is voor de commissies C.A.I. en Algemene Be stuurlijke Zaken. De voorzitter antwoordt dat voor de commissie voor de bezwaarschriften een vaste voorzitter gekozen moet worden door de raad overeenkomstig de betref fende verordening, ondanks het feit dat het in het- verleden misschien anders is gegaan. Wanneer de voorzitter er niet is kan staande de vergadering de commissie uit haar midden een voorzitter kiezen. Aangaande de saméh'stelling van de commissie van advies in marktzaken zegt de voorzitter dat destijds bewust voor een commissie ex artikel 62 lid 1 is ge kozen omdat in zo'n commissie ook niet-raadsleden zitting kunnen nemen. Dit werkt voor zover de voorzitter daar tot nu toe mee te maken heeft gehad, bijzonder goed. Voor -wat betreft de commissies C.A.I. en A.B.Z. zegt de voorzitter er van uit te gaan dat de raad in zijn vergadering in juni a.s. een voorstel kan worden gedaan met de kandidaatstelling voor deze commissies. Voor deze commissies moet nog een verordening worden gemaakt en vastgesteld en conform die ver ordeningen kunnen dan de commissies worden ingesteld. De heer De Visser zegt in tweede instantie niets ten nadele van de heer Van der Sluijs bedoeld te hebben die wordt voorgedragen als voorzitter van de commissie voor de bezwaarschriften. Zijn opmerking werd meer ingegeven van uit de gedachte dat het ooit wel eens kan gebeuren dat een relatie zqu kun nen bestaan tussen de voorzitten en het te behandelen bezwaarschrift. In een voorkomend geval zou dan een andere voorzitter gekozen kunnen worden. Overigpns kan de heer De Visser verder volledig akkoord gaan met de beant woording door de voorzitter.. De heer Tuinman vraagt tot slot nog of het in principe juist is dat in een adviescommissie aan het college leden van het college zitting hebben en niet raadsleden. Met name in de commissie van advies in marktzaken heeft de voor zitter zitting. Dit is toch geen juiste constructie? De voorzitter antwoordt dat dit best een juiste constructie is. De commis sie geeft namelijk advies aan het college via de voorzitter van de commis sie (zijnde tevens de voorzitter van het college). De rechtstreekse lijn naar het college kan dus niet beter gewaarborgd zijn dan middels deze con structie. Overigens heeft de raad zijn goedkeuring gegeven aan het instel lingsbesluit van meerbedoelde commissie, waarbij dus tevens goedkeuring werd gegeven aan de samenstelling daarvan. Vervolgens benoemt de voorzitter de heren Hoekwater en De Visser tot stem commissie, waarna de stemming volgt. Voor de benoeming van de leden en plaatsvervangend leden van de commissie Openbare Werken worden respectievelijk de volgende stemmen uitgebracht: -van-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 36