-12- Daarvan heeft de heer van den Enden er 174 en de heer Versteeg 175 of 176 vergaderingen'bijgewoond. 175 of 176 klinkt vreemd. Toch is het"niet anders. In <de raadsnotulen van 8 april 1980 is de heer Versteeg niet vermeld bij de aanwezigen maar, en nu komt de verrassing, ook niet bij de afwezigen. Zo de heer Versteeg al aanwezig was, hij heeft het woord niet gevoerd dus blijft het gissen. Als van den Enden en Versteeg er niet waren, was dat door verhindering, ziekte en een enkele keer door vacantie. Eenmaal, op 25 juli 1975 is de heer van den Enden ondeugend geweest. Zonder kennisgeving bleef hij uit de vergadering weg. Maar hij was daar kennelijk toch zo van geschrokken dat hij in de vergadering van 9 september daaraan volgende dèèmoedig zijn verontschuldigingen aanbood. Van den Enden en Versteeg hebben tijdens het raadslidmaatschap geen andere wethouders meegemaakt dan Munters en Kamp. Daarentegen werkten zij samen met drie burgemeesters namelijk Reijnders, Andel en' de Ronde. Beide werkten zij samen met de waarnemend secretarissen Tramper, van Dongen en van Nispen. In' dé raadsvergadering Van 15 december 1973 maakten zij in aanwezigheid van Koningin Juliana de bestemming tot raadhuis van het Mauritshuis mee. Ze waren beide aanwezig'op 10 augustus 1974 toen het ereburgerschap werd ver leend aan mr'. Jaap Burger. Bij het vertrek van burgemeester Reijnders werd eerstgenoemde en zijn vróuw,in aanwezigheid weer Van van Den Enden en Versteeg tot ereburgers benoemd. Op 14 juni 1977 werkten zij beiden mee aan de ontkoppeling van de ambten van burgemeester en secretaris waardoor de heer van Nispen secretaris werd. Op 26 september 1977 waren zij aanwezig bij het presenteren van de profiel schets voor de nieuwe burgemeester aan de Commissaris van de Koningin, de heer van der Harten. Op 21 april 1983 ontmoetten zij van der Harten opnieuw toen deze in zijn kwa liteit als commissaris met zijn laatste werkbezoek Willemstad bedacht. En sinds 24 aug.1984 werkten zij sa-men'met de nieuwe gemeentesecretaris Nieuwkoop. Op 20 februari 1985 kon van den Endèrt door ziekte niet aanwezig zijn bij het aanbieden van de profielschets voor een nieuwe burgemeester aan commissaris van AgtDit naar aanleiding van het vertrek van burgemeester Andel. VJij zijn in dit afscheidswoord niet zozeer ingegaan op de wapenfeiten van de afscheidsnemers Zaken in dit huis komen tot stand door samenwerking en medewerking en daarin hebben beide heren zich groot, getoond.. In de eerste echte raadsvergadering na hét afleggen van zijn zuiverings-'en ambtseed werd van den Enden benoemd tót lid- van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrieven van Versteeg. Hij stelde mede voor Versteeg toe te laten en naar onze mening hebben zij sindsdien broederlijk naast elkaar gezeten.-Wel broederlijk maar niet altijd van dezelfde partijVersteeg wel eèrst namens de Christelijke groepering Willemstad die later 'omgedoopt werd' tot C.D.A. Van den Enden kwam 'in 1970 in de raad vóór dezelfde Christ'élijke groepering 'maar in 1974 kwam hij uit met een eigen lijst; "Doelgericht 1974"'. Maar in 1978 keerde hij tenslotte weer in de moederschoot van het C.D.A. terug. De heer van den Enden voerde in zijn beëdiging'ss'peech op 13 oktober 1970 het woord over onder andere het principes-besluit tot erkenning van de Stichting Open Bejaardenwerk en over een wijziging van de Algemene Politieverordening. De heer Versteeg voerde in zijn eerste vergadering het woord over een subsidie voor de restauratie-kosten van de Örahgemolen. In hun voorlaatste vergadering-van 11 maart 1986 voerden zij geen van beide het woord. Daarmee zijn beide toch gekenschetst. Namelijk met graagte het woord voeren over 'onderwerpen die hen na aan het hart gebakken zijn en aan de andere kant niet praten om het praten. -Van- -13- Van den Enden en Versteeg die de uitbreiding van de raad van 7 naar 11 leden hebben meegemaakt en het aanbrengen van geluidsapparatuur in de raadszaal en de..portefeuilleverdeling binnen het college. Deze heren, van den Enden en Versteeg, die ook anderszins gewaardeerd zijn met pauselijke respectievelijk koninklijke onderscheidingen zijn goede raads leden geweest en fijne collega's. Goed konden ze natuurlijk zijn door de steun'dié ze vanuit cfre gezinssituatie hebben ondervonden. Ook de familie leden willen wij gedenken. Namens de gehele raad wil ik jullie bedanken voor de er-varen inbreng in de afgelopen jaren. Het ga jullie goed. Ik zou gaarne een tastbaar bewijs van deze raad aan u overhandigen." De heer de Visser overhandigt dan beide heren namens, dé raad een cadeau- cheque. Vervolgens neemt de voorzitter weer het woord. "Mijne heren, ik heb dat al eerder gezegd, afscheid nemen doet éen beetje zeer., dat is nooit leuk,. Maar je komt tot die beslissing, denk ik als ik u beiden ken, na een hele serieuze afweging van:- ja, wat moet ik nou. U beiden bent lid van deze raad sinds 1970. Zij het de heer van den Enden zes. weken langer dan de heer Versteeg. En eigenlijk is dat in de snelle tijd waarin, wij leven ouderwets lang. Niet iedereen zal het met mij eens zijn maar ik vind 16 jaar een ontzaglijk lange tijd.In vier periodes opnieuw met dezelfde elan aan die klus te beginnen die elke vier jaar opnieuw niet makkelijker wordt. De heer van den Enden is lid van deze raad geworden in 1970, de heer de Visser.heeft dat al gezegd, voor de Christelijke, groepering. En ik denk dat daar eigenlijk al mee getypeerd is dat, ook in 1970 al "fillem- stadse politiek met name, buitengewoon vooruitstrevend was want dat zou je toch kunnen zien als een voorloper van het C.D.A.die daar 8 jaar langer over gedaan heeft om tot dat besluit te komen. U heeft weliswaar in 1974 een wat ondeugend uitstapje gemaakt heb ik begre pen maar u bent al weer vrij snel in de moederschoot, zegt de heer de Visser. Ik heb hier staan in het oude nest teruggekeerd en dat is u niet slecht afgegaan. Raadslid zijn dat kun je niet alleen zijn. Ik denk dat je als raadslid alleen dan goed kan functioneren als je dat vanuit de invloedspui van onze samenleving doet die we in dit geval Willemstad noemen. U beiden heeft dat gedaan. Meneer van den Enden in het bejaardenwerk, in het bestuur van gebouw Irene en,ik zal best een heleboel dingen vergeten, maar zonder dat soort activiteitenkun je niet goed functioneren in een gemeente- raad(is mijn overtuiging. Voor meneer Versteeg geldt dat eigenlijk percies hetzelfde. Dat is geen echte Willemstadter heb ik begrepen.Daar onthul ik geen geheim mee waar schijnlijk. Maar toen u een jaar of zeven in deze gemeente woonachtig was had u al de nodige sporen in bet openbareleven verdiend. U komt uit het nest van de bloedgroep, van de C.H.U. Voor die partij bent u ook in de raad en ik zou willen zeggengesukkeld, maar dat is zo oneer biedig, daarom zeg ik gekozen. En net als de heer van den Enden b.ent u 16 jaar lang in dit huis aanwezig geweest. Zonder uitstapje naar links of naar rechts Al deze feifen, met .name ook zoals.de beer de Vis.ser die zo voortreffe lijk heeft gememoreerd, zijn voor de Willemstadse samenleving aanleiding geweest u op deze avond uit te. reiken de zilveren eremedaille van de gemeen te 'Willemstad, en daartoe wil ik nu graag overgaan". Na de uitreiking van de stadsmedailles neemt vervolgens de heer Versteeg het woord. In de allereerste plaats wil ik de heer de Visser hartelijk danken voor de woorden die hij namens de raad tot ons gesproken heeft.. Ik doe dit mede namens' de heer van den Enden. Ik heb me verwonderd over de moed waarmee hij gedoken is in die 16 jaar. -En-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 27