-16-
Nu neemt de fractie van de P.v.d.A. aan dat er in dit geval nog geen sprake
iq. van een besluit van het college maar wellicht van een voornemen.
Dan kan er nog gehoord worden.
Wij hebben de argumentatie van de verontruste bewoners en van de motorclub
gehoord en gewogen. Het komt ons voor dat een driepartijen-overleg tot resul
taten zou kunnen leiden.
VJij doen derhalve een beroep op het gemeentebestuur onbevangen leiding te
geven aan een epen gesprek met delegaties van de bewoners en van de motor
clubs en daarna zelf alles nog eere op een rijtje te zetten.
Inmiddels heeft' de P.v.d.A. oók de correspondentie ontvangen van de motor
club"
De heer van der Sluijs stelt vervolgens de volgende vraag:
"Hu wij als raadsleden de brief van de bewoners van de Helsedijk, inzake
het verzoek van- motorclub De Bastion 8 om vestiging van een clubhuis op
Fort De Hel, hebben ontvangen willen wij als fractie van het C.D.A. het
college van burgemeester en wethouders verzoeken om in de vergadering van
april te kómen met een nota omtrent het gebruik, net onderhoud en de waarde
van het cultuur- historisch monument, wat Fort De Hel toch is. Zou u als
college met deze nota willen komen zodat wij als fracties er over kunnen
discussiëren, zodat alle fracties er hun licht over kunnen laten schijnen."
De voorzitter antwoot-dt dat een paar maanden terug het verzoek is gekomen,
van motorclub1De Bastion 8, om een paar ruimtes uit Fort De Hel te mogen in
richten als clubhuis voor de motorclub.
Het college heeft zich beraden en heeft in principe^ besloten, onder een aan
tal nader te stellen voorwaarden en bepalingen het verzoek in te willigen.
'Inmiddels is het zo'dat een bewoners-delegatie van de Helsedijk de burge
meester hebben bezocht tijdens het spreekuur. Er is toen zeer uitgebreid
over deze zaak gesproken. De houding van die delegatie was toen zodanig dat
de voorzitter toen geen aanleiding heeft gezien om zo'n dergelijk drie
patij enoverleg voor te stellen.
Het ligt natuurlijk voor de hand een driepartijen gesprek te houden wanneer
er problemen worden verwacht tussen de gebruikers enerzijds, omwonenden
anderzijds. Het college zal in zo'n gesprek als coördinator optreden.
De voorzitter wil niet helemaal het woord arrogantie in de mond nemen maar
de bewoners-delegatie was zo stellig in- de afwijzing van mogelijke ontwikke
lingen dat de voorzitter toen geen reden zag om te gaan praten.
Inmiddels blijkt er echter zo links en rechts wat ruimte te- zijn en natuur
lijk is het college dé: eerste dat, wanneer de zaak wat meer vorm krijgt, aan
de bewoners van de Helsedijk en omgeving en de*motorclub zal voorstellen om
een soort ronde tafel—conferentie te houden waarin met elkaar besproken kan
worden wat de verschillende wensen zijn.
Zodra dus de plannen wat duidelijker zijn en binnen de gemeente-duidelijk is
wat de nader te stellen voorwaarden moeten zijn, dan kemt het overleg, als het
aan het college ligt, zeker tot stand.
Of de raad op 8 april a.s. al een notitie voorgelegd kan worden betwijfelt
ae voorzitter omdat zulks wel erg snel is. Overigens is de verhuur van
gemeente-eigendommen een bevoegdheid van de raad die hijgedelegeerd heeft
aan het college. Dit wil niet zeggen dat het college aan de raad voorbij
gaat. De voorzitter zegt dan ook toe dat zowel de raad, als de motorclub
en de bewoners -van de Helsedijk alle informatie krijgen die terzake relevant
is. Het college'zal zeer zorgvuldig met deze1 materie omgaan-, nogmaals van
uit het principe-besluit dat het college in beginsel bereid is een-gedeel-
te van het Fort beschikbaar te stellen aan motorclub De Bastion 8.
De heer Tuinman vraagt vervolgens de voorzitter of hij inderdaad goed heeft
begrepen dat het principe-besluit nog geen besluit is.
Ook vraagt; hij1 of de ruimte tot gesprekken ook bij het college aanwezig, is.
-17-
De voorzitter antwoordt hierop dat het principe-besluit betekent dat het
college in principe welwillend tegevenover het verzoek van de motorclub staat
maar dat het formele besluit pas dan genomen wordt wanneer alle nadere bij
zonderheden gewogen en getoetst zijn. Er wordt niet zo onzorgvuldig met het
verzoek omgegaan dat op een voormiddag gezegd wordt "dat doen we eventjes"
en zeker niet waar het om een materie gaat die zo gevoelig is.
Vervolgens stelt de heer üe Visser de volgende vraag, luidende:
In verband met de geconstateerde hoge snelheden van sommige verkeers
deelnemers op de Helsedijk en het gevaar dat daaruit voortkomt voor de be
woners, mede gezien ook de vrij intensieve bebouwing langs de dijk, vraagt
de fractie van de P.v.d.A. het college te onderzoeken in hoeverre het moge
lijk is de Helsedijk tot bebouwde kom te laten verklaren."
De voorzitter antwoordt dat ingevolge artikel 27 van de Wegenwet en artikel
8 van de Wegenverkeerswet de bebouwde kom moet worden vastgesteld door de
gedeputeerde staten.
Aangezien er op de Helsedijk sprake is van nagenoeg aaneengesloten bebouwing,
is het college bereid de gedeputeerde staten te verzoeken de Helsedijk in de
bebouwde kom van de gemeente op te nemen, met andere woorden de grenzen van
de bebouwde kom te verleggen.
Een en ander betekent dan automatisch dat de toegestane snelheid dan kan
worden teruggebracht van 80 km. naar 50 km.
De voorzitter wijst er echter wel op dat deze maatregel geen garantie is
dat er dan niet harder meer dan 50 km. gereden wordt. Zulks hangt veel meer
af van de verkeersmentaliteit/discipline van de gemotoriseerde weggebruiker.
De heer de Visser zegt dat er misschien ook een mogelijkheid is om een maxi
mum snelheid in te stellen van 30 km. per uur.
De voorzitter moet hier het juiste antwoord op schuldig blijven. Hij verwacht
dat een dergelijke snelheidsbeperking niet mogelijk is. Waarom die niet moge
lijk is dat zal de voorzitter nagaan en de raad daarna terzake berichten.
De heer Boertjes stelt voor dat in het verzoek aan de gedeputeerde staten
tot verlegging van de grenzen van de bebouwde kom duidelijk de mening van
de raad naar voren wordt gebracht om zodanig het verzoek wat kracht bij te
zetten.
Tot slot van de vergadering wil de heer Tuinman graag nog een persoonliike
opmerking maken.
Bij de opmerking door de voorzitter over de kleuren van de stropdassen heeft
de heer Tuinman wat gevoeligheid geconstateerd binnen de fractie aan zijn
uiterste linkerzijde. Hij wil graag memoreren dat hij in de verschillende
vergaderingen meerdere malen is verschenen in blauw pak, wit overhemd en
oranje zelfbinder. Hij betreurt dan ook dat dat niet eerder is opgevallen.
De voorzitter antwoordt dat er vanavond geen opmerking gemaakt is door de
V.V.D. maar door hem zelf en hij is van mening dat voor vanavond voldoende
gesproken is over alle clubkleuren in huis.
Niets meer aan de orde zijnde sluit vervolgens de voorzitter de vergadering
en wenst alle aanwezige raadsleden komende woensdag datgene toe wat zij ver
wachten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente
Willemstad op - APft, fQgg