-36- Hij heeft ook begrepen dat bij een buitentemperatuur van 18° of lager, door de schoolgaande kinderen niet wordt gezwommen; hij kan zich voorstellen dat zo doende uiteindelijk slechts vijf a zes keer wordt gezwommen. ■/el vraagt hij zich dan af wat de zin is van een verwarmd buitenbad. De raad moet zich realiseren dat jaarlijks 25.000,wordt gespendeerd aan de verwarming van het zwemwater, hetgeen pas hoeft te gebeuren op het moment nat de temperatuur van het water minder dan 20 graden bedraagt. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat het onzin zou zijn het water te verwarmen; immers, wanneer dit moet gebeuren komen de mensen niet zwemmen. Vorig jaar, bij de aanbiedingsnota bij de begroting 1936, is reeds een schot voor de boeg gegeven ten aanzien van de verwarming van het zwembad. Daarop is toen niet of nauwelijks gereageerd. Als nieuwe apparatuur moet worden aangeschaft zal de hele discussie wederom in een raadsvergadering moeten worden gehouden, gezien de bezuinigingen èn de situatie dat het niet wordt gebruikt. j-iaar de mening van de voorzitter is het goedkoper de zwemlustigen bij koud weer j. 100,— te geven en te laten vervoeren naar Xlundert per taxi, dan er zoveel geld voor het gasverbruik aan te spenderen. Ten aanzien van het schoolzwemmen in het bijzonder deelt de voorzitter mede dat net college zich daarover- (korte tijd) heeft beraden. Met de meeste fracties in de raad staat het college niet onsympathiek tegen over de gedachte zoals de CDA-fractie deze heeft verwoord, namelijk om in prin cipe het schoolzwemmen in zijn huidige vorm te handhaven tot de paasvakantie (medio april 1987). liermeoe is een bedrag van 11.000,gemoeid. In de slotbeschouwing geeft de voorzitter aan, hoe men dit bedrag denkt te ver werven. De raad dient zich wel te realiseren dat dan voor de rest van het jaar geen geld meer is gereserveerd. Op de post onvoorzien zijn al aanslagen gepleegd,. Het college is overigens wel voornemens na de grote vakantie op enigerlei wijze iets aan het schoolzwemmen te blijven doen. Dit kan gebeuren in de vorm van een beperking van het aantal leerlingen nadat hieromtrent overleg is gepleegd met direct belanghebbenden. Als voorbeeld wordt genoemd om groep 3 en 4 voor rekening van de gemeente te laten zwemmen, hetzij volledig inclusief busvervoer, hetzij in combinatie met busvervoer danwel via eigen bijdragen van ouders. Op dit moment moeten hieromtrent geen afspraken worden gemaakt, teneinde het overleg met direct belanghebbende niet te frustreren. Dit dient een open zaak te blijven. Indien het college toezegt schoolzwemmen te handhaven tot de paasvakantie, wórdt van de raadsleden gevraagd aan het collge vrijheid te geven welke benodigd is voor het in overleg treden en dienaangaande nadere voorstellen af te wachten in de loop van 1S37. De heer Tuinman vraagt de voorzitter te beamen dat hiermede de intentie van het college wordt uitgesproken om vanaf oktober wegen te zoeken het schoolzwemmen, nadat hieromtrent overleg heeft plaatsgevonden met de betrokken instanties, voort te zetten. vo°Pzitter antwoordt dat dit een serieuze intentie is. In de beantwoording in de eerste termijn heeft hij daarom gezegd, dat het college zich afvraagt, gelet op de financiële situatie van de gemeente, of het school zwemmen in deze kwantiteit en in deze mate (volledig) voor rekening van de ge meente moet komen. Daarmee is toen reeds aangegeven dat het college best bereid is het school zwemmen te handhaven doch niet in deze vorm en tegen deze kosten. Als men het zus eens wordt met de disciplines oinnen het onderwijs om het zwem men te beperken tot bijvoorbeeld de groepen 1 en 2 of 3 en 4, mag worden aan genomen dat leerlingen na 2 jaar zwemvaardig zijn. De gemeente heeft dan ruimschoots aan zijn morele verplichtingen voldaan. De reactie hierop vanuit het onderwijsveld is echter niet bekend, maar de voorzit ter zegt toe deze te zullen mededelen. -Wat -37- at betreft de gymzaal antwoordt hij dat deze momenteel volledig bezet is, doch voor het onderwijs is de gymzaal een vrij groot aantal uren in gebruik. Indien ten behoeve van het onderwijs de gymzaal meer uren overdag beschikbaar moet worden gesteld, zal worden onderzocht of ingeval van een nieuwe rooster- indeling hieraan prioriteit kan worden gegeven. Omtrent de wettelijke verplichting ten aanzien van het vervoer stelt de voor zitter dat het antwoord van het college is gestoeld op artikel 13 der Lager onderwijswet 1920. Geen rekening is gehouden met de nieuwe wet die op het eind van dit jaar in werking zal treden en waarin met name vervoer naar het buitengewoon onderwijs en de in artikel 45 ;.3.0. geregelde zaken aan de orde komen. Aan die regeling kan niets worden afgedaan. De excessieve stijging der kosten als gevolg van artikel 45 van de Wet op het basisonderwijs heeft het college aanleiding gegeven de post onvoorzien meer te verhogen dan voorgaande jaren gebruikelijk was, omdat de raad invloed moet kunnen uitoefenen op die post. Indien een paar aanvragen worden ontvangen zoals die de afgelopen weken zijn binnengekomen, bepalen deze voor 1005Ó de stand van de post onvoorzien hetgeen afbreuk doet aan de beleidsvrijheid van de raad. laterieel gezien zijn derhalve de juiste wetsartikelen voorgehouden. Ten aanzien van de telefonisch verrichte peiling antwoordt de voorzitter be grip te hebben voor de vraagtekens welke de heer Tuinman hierbij heeft ge plaatst. Uit deze peiling is gebleken dat zich 12 leerlingen voor de schoolbus hebben gemeld; reden voor het college om het vervoer van deze kinderen niet langer te continueren, mede gelet op de financiële situatie waarin men momenteel ver keert. Doorgaan wordt niet verantwoord geacht. Iet college heeft in ieder geval niet de bedoeling gehad, hiervan geen fraaie actie te maken. De voorzitter beaamt vervolgens de gedane constatering dat het vervoer naar de Oranje-nassau-scholengemeenschap er allang niet meer is. Hij verduidelijkt dat tot nu de noodzaak heeft ontbroken om dit soort franje in de begroting uit te sluiten. Dit klemt nu des te meer. De eigen beleidsvrijheid van de gemeente is gering en de zaken die niet expli ciet verplicht zijn, worden als eerste geschrapt. Voor dergelijke aardige dingen is geen ruimte meer. Vervolgens deelt de voorzitter mede waarom de subsic'.ienota nog niet aan de raad is voorgelegd. Dit houdt onder meer direct verband met de Welzijnswet waar over reeds jaren wordt gediscussieerd. Onafhankelijk van de invoering van de elzijnswet heeft het college besloten in 1987 een eigen koers te zullen uit— stippelen en de raad hiervan in kennis te stellen. Tot zover het subsidiebeleid. In antwoord op de vragen en opmerkingen van de heer Van der Sluijs spreekt de voorzitter de /ïoop uit dat de aangekondigde motie niet behoeft te worden inge diend. Omtrent de verlaging van het in de begroting opgenomen bedrag aan geraamde op brengst van de "Brillant", verduidelijkt de voorzitter dat de advertentie inkomsten aan het teruglopen zijn. Tevens neemt het aantal abonnementhouders af. Inzake de openbare orde en criminaliteitsbestrijding zet de voorzitter uiteen dat Willemstad behoort tot de groep Steenbergen van de Rijkspolitie te land. Gezamenlijk is door de gemeenten via de groep Steenbergen, subsidie aangevraagd bij het ministerie van Justitie. Toegekend is een bedrag van 5.700, Inmiddels is uit de verschillende gemeenten een werkgroep gevormd die dit be drag gaat verdelen. Bezien wordt wat hiermede kan worden gedaan in het kader van de bestrijding van de kleine criminaliteit. Ten aanzien van het onderwerp cultuur/recreatie en met name de differentiatie van de bestemming "Horeca" antwoordt de voorzitter dat zal worden getracht aan de hand van recente uitspraken van de Raad van State, de mogelijkheden hiertoe opnieuw te onderzoeken. -In-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1986 | | pagina 104