'iaar de opmerkingen van het college zijn toch té optimistisch indien wordt ge
let op de totaalcijfers over 1985 en 1986.
namelijk, gedurende 6 maanden is de werkloosheid in 1986 hoger geweest dan in
1S85 en bovendien is onder vrouwen de werkloosheid sterk toegenomen. In juli
1986 nog met 13 en in augustus 1986 met 8.
Vandaar dat wordt gevraagd hoe de ontwikkeling is. Het optimisme is wellicht
te hoog geweest, aldus mevrouw Xroon-Xlink.
De voorzitter neemt aan dat hiermede het tweede deel van de beschouwingen van
de P.v.d.A.-fractie is afgerond.
Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Sluijs, de eerste woordvoer
der van de S.D.A.-fractie.
De heer van der Gluijs deelt mede nog geen antwoord te hebben gehad op de vraag
met betrekking tot de aanschaf van een weegmachine.
Gehoord de reactie, onder andere van de P.v.d.A.—fractie, ten aanzien van het
schoolzwemmen kan, afhankelijk van het- antwoord van het college, eventueel na
schorsing, in de derde termijn een motie aangaande dit onderwerp worden
verwacht.
De voorzitter vraagt of de heer Van der Sluijs ervan uitgaat, een derde ter
mijn te zullen krijgen.
Laatstgenoemde neemt aan van wel en zoniet, dan vraagt hij hierbij dit alsnog
toe te staan
Hij vervolgt zijn betoog door te stellen dat met betrekking tot de belastingen
hetzelfde geldt; na het antwoord van het college zal worden overwogen al of
niet met een motie te komen.
Tenslotte vraagt hij naar aanleiding van vraag 17 (sociale voorzieningen en
maatschappelijk werk) wat de juiste oorzaak is van de toename met 1.000,
van de vervoerskosten van het gecoördineerd bejaardenwerk.
De heer Daneals volgende spreker van de CDA-fractie heeft een paar opmerkingen
en een paar vragen.
Ten aanzien van de jumelage constateert hij dat ook het college terzake van
mening is dat momenteel geen sprake is van het onderhouden van vriendschappe
lijke betrekkingen en dat het niet zinvol is dit op deze manier voort te
zetten.
Zijn vraag is of het bedrag van 1.000,— wordt gehandhaafd danwel geschrapt,
riet betrekking tot punt 3, voorlichting, deelt hij mede zich de vergadering
waarin de tegenvallende uitkomsten van de rekening 1935 voor wat betreft "Voor
lichting/De Brillant" aan de orde kwamen, nog goed te kunnen herinneren.
Toen heeft hij nogal wat zaken aangedragen en het college gewaarschuwd omtrent
de mate van aankopen van papier. En zoals de voorzitter ook heeft toegegeven,
goedkoop bleek duurkoop te zijn. Dat komt nu uit.
Over de Brillant heeft de heer Dane nog een vraag.
De kosten zijn 5.000,hoger geraamd, maar de inkomsten voor 1987 zijn ook
nog eens 2.355,lager begroot dan in 1936. Hat is daarvan de oorzaak?
Daarnaast komt volgens hem de gemeente ook tekort aan het postabonnement dat
jaarlijks 35,kost, omdat de porto-kosten hiervan reeds 30,bedragen,
'''at betreft vraag 4, eigendommen niet voor openbare dienst bestemd, heeft de
CDA-fractie een foutje gemaakt.
Gesproken is over Benedenkade 8 maar bedoeld werd Dovenkade 8. Gezegd is dat
hieromtrent binnen het college uitgebreid is gedisucussieerd; ook het archief
gebouw is genoemd.
Hij constateert verder dat ook het college dergelijke panden niet wil aan
houden, maar zijn fractie wacht het moment af waarop door het college op dit
onderwerp wordt teruggekomen.
vervolgens deelt de heer Dane mede dat een vraag is gesteld over het project
"Preventie kleine criminaliteit".
Zijn fractie acht het een goede zaak dat hiermede wordt gestart en gevraagd is
of de gemeente 'Willemstad daaraan nog een bepaald bedrag moet bijdragen.
Tenslotte stelt hij vraag 13 met betrekking tot cultuur en recreatie aan de
orde en vraag waarom in tegenstelling tot voorgaande jaren thans wel een be
paalde differentiatie in de bestemming Horeca kan worden aangebracht.
-Vant-
-33-
'fant destijds zijn de raadsleden toch voldoende ingelicht en zijn er diverse
malen onderzoeken naar gedaan. Toch wordt het nu weer opnieuw opgevoerd. Van
daar zijn vraag: waarom dit onderzoek?
De heer Groeneveld komt vervolgens nog terug op vraag nr. 21 (decentralisatie
volkshuisvesting) die door wethouder Kamp is beantwoord.
Volgens hem is het namelijk niet denkbeeldig dat daarin de grotere gemeenten
de overhand gaan krijgen en de kleinere gemeenten aan het handje mogen meelopen*
Vat betreft vraag nr. 22 (de in 1379 verleende bouwvergunning voor realisering
van de appartementen op de plaats van het graanpakhuismerkt hij op geenszins
te willen veronderstellen dat deze vergunning niet meer geldig zou moeten
zijn. Er werd alleen informatie verlangd omtrent de geldigheidsduur van de ver
gunning.
De heer '..'laris komt nog terug op vraag nr. 12.
Zijn fractie zou het zeer op prijs stellen indien het college het voorstel
terugneemt waardoor continuering van het schoolzwemmen tot minimaal half april
mogelijk blijft om vervolgens eerst na deze datum besprekingen te voeren met de
schoolbesturen en ouderraden, zoals door zijn fractie reeds is voorgesteld bij
monde van de heer Van der Sluijs.
Tenslotte zegt de heer daris nog geen antwoord te hebben gekregen op de vraag
met betrekking tot het totstand brengen van méér samenwerking ten aanzien van
het vervoer.
Hierna geeft de voorzitter het woord aan de heer Boertjes.
Betrokkene herhaalt de door hem in eerste instantie gestelde vraag en stelt
vast dat thans wordt gesproken van een effectieve verhoging met 10%.
Daardoor zullen keuzes moeten worden gemaakt, maar toch heeft zijn fractie pro
blemen met het rigoreus verhogen in deze zin.
Ook door de beide overige fracties zijn al een aantal zaken voorgedragen omtrent
de noodzakelijke verhogingen.
De V.V.D.-fractie denkt aan een verhoging met maximaal 5% en indien het college
hiermede accoord gaat, zou dit ook de navolgende jaren kunnen worden geconti
nueerd.
0e v°orzitter interrumpeert en vraagt of de heer Boertjes bij voorbaat accoord
gaat met een verhoging van 5% voor de komende jaren.
De heer Boertjes antwoordt dat dit zal afhangen van de begrotingsbehandeling
1987 ten aanzien van de voorliggende stukken en van de mening van het college
hieromtrent.
Als het college namelijk, net als de V.V.D.-fractie accoord gaat met een maxi
male verhoging van 5% dan stemt zijn fractie ook in, met een dergelijke ver
hoging in de komende jaren. Hij vervolgt dat ook namens zijn fractie een vraag
is gesteld omtrent het schoolzwemmen. Door de andere fracties is al het één en
ander naar voren gebracht, met name door het CDA, inzake de ouderbijdrage.
1 lij vraagt zich af of een dergelijke bijdrage is verschuldigd per week dan wel
in zijn totaliteit over het aantal maanden gedurende welke gezwommen gaat worden.
Het voorstel van het CDA luidt: de eerste helft (11 maal).
Ten aanzien van de vermindering van het vervoer suggereert de heer Boertjes om
de groepen 7 en 8 te laten vervallen en voorts de ouderbijdrage te bepalen op
om en nabij f. 1,hetgeen ook een reductie kan geven op de vervoerskosten.
Onder het gecombineerd rijden meent hij te moeten verstaan dat wanneer de ene
groep leerlingen gaat zwemmen, de andere vanuit het zwembad terug naar school
wordt vervoerd.
Het bezuinigen in de inkomstensfeer heeft voorts als consequentie dat ook be
zuinigingen in de uitgaven moeten worden aangegeven. De andere partijen hebben
dat reeds onderkent.
De V.V.D. wil óók bezuinigen door sommige in investeringsschema A opgenomen
investeringen te faseren, hetgeen jaarlijks een redelijke besparing op het
uitgavenpatroon oplevert.
Ten aanzien van de affuitenloods vraagt de heer Boertjes of het bedag van
300.000,enkel is bestemd voor de verbouwing of dat de inrichtingskosten
hierbij zijn inbegrepen.