-5-
Er zullen best mensen van mijn benoeming hebben opgekeken, iemand die uit het
bedrijfsleven komt en dan burgemeester wordt.
Op het eerste gezicht mogen de verschillen inderdaad groot lijken, nadere ana
lyse heeft, althans mij, geleerd dat die verschillen anno 1985 niet zo groot
behoeven te zijn.
Een gemeente als Willemstad is, misschien wat simpel gezegd, een dienstver
lenend bedrijf met zo'n 10 miljoen gulden omzet, 20 a 25 personeelsleden en
3300 vaste klanten.
Het doet mij goed dat ook de bestuursacademies aan die aspekten van dienstver
lening in toenemende mate aandacht schenken.
In zijn wezen is de gemeente toch een verzorgingsinstituut dat voorziet in de
collectieve behoefte van lokale aard.
Een voorbeeld van dat het daar in deze gemeente zeker niet aan schort,
is bijvoorbeeld de realisering van de zorgvoorziening voor bejaarden, of eigen
lijk beter gezegd, de ouder wordende mensen.
Een uniek project, waarmee overigens ook weer eens wordt aangetoond, dat óók
kleine gemeenten met de nodige creativiteit en inventiviteit tot grote, maar
vooral goede dingen in staat zijn.
En aan creativiteit, zo heb ik althans de afgelopen weken al een beetje mogen
ervaren, ontbreekt het in deze gemeente geenszins.
Willemstad gaat met zijn tijd mee.
Een van de grootste veranderingen van de afgelopen jaren in het openbaar be
stuur is de verzelfstandiging van de positie van de wethouders.
Alhoewel beslissingen in het college collegiaal worden genomen, lijkt het er
naar toe te gaan, althans in de praktijk van alle dag, dat de gekozen leden van
het college meer optreden als zelfstandige bestuursorganen.
Enerzijds als gevolg van portefeuille-verdeling, waar ook in Willemstad in
middels sprake van is, en anderzijds als gevolg van een verdere verpolitisering
in de gemeente-politiek. Overigens is ook enig dualisme in de raden daar een
gevolg van. In de herziening van de gemeentewet worden bijdragen geleverd om
het monistisch stelsel in de raden te waarborgen.
Ik zal dat ook zelf bevorderen.
De laatste jaren is het politiek functioneren van een college van B. en W.
onder een toenemende spanning komen te staan. De belangrijkste oorzaak daarvan
is ongetwijfeld de steeds meer ongewisse financiële situatie en het feit dat
het rijk bij een verdergaande overdracht van taken, niet altijd of niet in vol
doende mate ook de daarbij behorende middelen overdraagt.
Meer dan ooit noopt dit tot het doen van politieke keuzes. Op zichzelf heeft
dit proces van afweging van belangen zijn voordeel, er ontstaat meer duidelijk
heid met betrekking tot de politieke stellingname van de gekozen leden van het
college, terwijl anderzijds in datzelfde college meer aandacht en tijd moet
worden geschonken aan overleg, moeilijke afwegingen en soms ingrijpende beslis
singen
Ook maatschappelijke ontwikkelingen spelen een steeds meer directe rol in de
taak van het gemeentebestuur. De actieradius van onze burgers neemt toe met al
z'n consequenties voor infrastructuur en voorzieningenniveau.
Inspraakprocedures, de vele beroepsmogelijkheden op overheidsbeslissingen, het
vraagt van de gemeentebestuurders een groot gevoel voor verantwoordelijkheid en
zorgvuldigheid met name omdat bij praktisch elke beslissing mensen gemoeid zijn.
Ook op het gebied van sport en recreatie en zaken als gezondheidszorg, maat
schappelijk werk kunnen niet meer zonder steun van de gemeente.
De rol van de overheid is groot geworden in onze samenleving en wordt door
velen soms als te groot ervaren.
Het komt mij als een goede zaak voor dat die rol wat afneemt en er meer ruimte
ontstaat voor particulier initiatief, al is het dan ook om reden van opportu
nisme. Het zal u duidelijk zijn dat onder invloed van al deze ontwikkelingen
ook het ambt van burgemeester is mee-geëvalueerd.
Van magistraat tot bestuurder en - anno 1985 - wellicht van bestuurder tot
bestuurder/manager
-Burgemeester-