GEMEENTE WILLEMSTAD «Mi* De voorzitter zegt dat het verzoek dat de P.v.d.A.-fractie thans doet nog maar enkele maanden geleden ook is gedaan door minder-valide bezoekers van het postkantoor. Dat verzoek heeft het college toen voorgelegd aan de dienst gpbouwen van de P.T.T. te Middelburg. Een en ander heeft tot gevolg gehad dat vanwege de P.T.T. aan weerszijden van de ingang van het postkantoor een leuning is aan gebracht Door de dienst gebouwen der P.T.T. is het college er toen overigens op ge wezen dat het niet mogelijk is om ter plaatse een helling voor rolstoelge bruikers en andere minder-validen aan te leggen. De voorzitter zegt graag toe om een en ander nog eens in de verkeerscommissie ter sprake te brengen, vooral ook omdat een dergelijke voorziening nogal in grijpende gevolgen zal hebben voor het verkeer^ De voorzitter vreest echter dat door de P.T.T. geen medewerking zal worden verleend aan een verzoek om een door de P.v.d.A.-fractie bedoelde voor ziening ten behoeve van de toegankelijkheid van het postkantoor De heer De Visser zegt dat het verzoek dat de P.v.d.A.-fractie thans doet af wijkt van de vorige verzoeken die de P.T.T. reeds om een dergelijke voor ziening zijn gedaan. Die behelsden namelijk de aanleg van een hellingbaan op de stoep zo dicht mogelijk tegen de gevel van het postkantoor aan. Thans zou de gemeente als het gaat om het treffen van de voorziening aan de openbare weg aan de P.T.T, niet meer dan toestemming hoeven te vragen voor het aansluiten van de hellingbaan op de ingang van het postkantoor Als de verkeerscommissie geen onoverkomenlijke verkeerstechnische problemen ziet ware dan ook zeker de zaak weer bij de P.T.T. aan te kaarten. Velen zullen immers met een dergelijke voorziening gebaat zijn, aldus de heer De Visser. Ofschoon de voorzittter denkt dat, gezien het resultaat van een begin dit jaar aan de P.T.T. gedaan verzoek, de aanleg van een hellingbaan ook nu weer bij de P.T.T. op problemen zal stuiten, zegt hij toe dat een en ander toch aan de verkeerscommissie zal worden voorgelegd. Fractie van de V.V.D. Toegang strandje nabij de Haringvlietbrug. Namens de fractie van de V.V.D. stelt de heer Boertjes de volgende vraag: "Is bij het college bekend dat er een nieuwe slagboom is geplaatst bij het surfstrand, welke een doorrijhoogte heeft van 1.70 m. Deze doorrijhoogte zo minimaal is, dat vele er met hun surfplank op de auto niet onderdoor kunnen. Is het college bereid om in overleg met Rijkswaterstaat deze doorrijhoogte te verhogen naar 1.85m?" De voorzitter zegt dat het bij het college bekend is dat de nieuwe slagboom op een te lage "doorrijhoogte" is aangebracht. Bij rijkswaterstaat is dit inmiddels aangekaart echter tot op heden zonder succes, omdat we nog niet de juiste man te pakken hebben kunnen krijgen, al dus de voorzitter. Het college zal dan ook aan de bel blijven trekken en alles in het werk stellen om rijkswaterstaat ertoe te bewegen zo spoedig mogelijk de slagboom op een hoogte van 1.85m. te doen brerigen. De heer Boertjes vraagt nog of, zodra rijkswaterstaat aan het verzoek gehoor heeft gegeven, de raad daarvan mededeling zal worden gedaan. De voorzitter is hiertoe uiteraard bereid, doch wijst er op dat de heer Boertjes wellicht ook zelf na zal kunnen gaan of de slagboom 15 cm.is verhoogd. Sluiting. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Willemstad, gehouden op 8 JULI 1985 :cretaris Notulen van de besloten vergadering van de raad der gemeente Willemstad gehouden over de benoeming van een directeur voor de openbare basisschool, op dinsdag 11 juni 1985 om 20,.45 uur ten stadhuize. Aanwezig: voorzitter: loco-burgemeester:J.K. Munters secretaris:de heer S. Nieuwkoop de leden :mevr. M.J. Kroon-Klink en de heren M.J. Boertjes, K. Dane, W.P. van den Enden, A.A. Kamp, H. Tuinman, C. Versteeg en P.W. de Visser Afwezig: de leden: de heren J. van der Sluijs en P.Hoekwater. Benoeming directeur openbare basisschool. Nadat het publiek en de pers de raadzaal hebben verlaten en de deuren zijn gesloten wordt met algemene instemming besloten de beraadslaging over dit agendapunt achter gesloten deuren voort te zetten. De heer Tuinman vraagt in hoeverre de raad bij de benoeming van een directeur voor de openbare basisschool gehouden is aan de door het college gedane voordracht. In het vertrouwelijk stuk over het verloop van de tot nu toe gevolgde benoemingspro cedure wordt door het college gesteld dat buiten de voordracht om geen benoeming kan plaatsvinden. De heer Tuinman zegt in verband hiermede desgevraagd van de gemeentesecretaris te hebben vernomen dat het college een en ander baseerd op het bepaalde in artikel E15 van de Overgangswet Wet op het basisonderwijs (O.W.B.O.) Vooral vanwege de term "zoveel mogelijk" in dat artikel ziet de heer Tuinman echter niet waarom niet buiten de voordracht om benoemd zou kunnen worden. Anderen menen juist, en deze uitleg heeft ook de gemeentesecretaris gegeven, dat de woorden "zoveel mogelijk" zijn ingevoerd om uitsluitend situaties te ondervangen waarin onder meer niet op voorhand duidelijk is uit welke scholen of gedeelten daar van nieuwe basisscholen worden gevormd. Niet alleen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (V.N.G.) geeft aan de term een dergelijke uitleg, maar ook de Minister van Onderwijs en Wetenschappen in zijn me morie van toelichting en Memorie van antwoord op de O.W.B.O. Er is echter nog geen jurisprudentie over een en ander, zodat de heer Tuinman de voorzitter vraagt terzake duidelijkheid te verschaffen. voorzitter zegt dat in alle informatie die door het college is ingewonnen aan de woorden "zoveel mogelijk" dezelfde verklaring wordt gegeven als door de V.N.G. en de minister. Zowel de Ambtenarenrechter te s-Hertogenbosch als de President van de Arrondisse mentsrechtbank te Breda voor wie het college in verband met de door mevrouw M. v.d. Broeck-Claessens aangespannen procedures heeft moeten verschijnen, menen echter dat de raad bij de benoeming niet aan de voordracht gehouden is c.q. buiten de voordracht om kunnen benoemen. We moeten ons echter wel afvragen, aldus de voorzitter wat de waarde van buiten de voordracht om uitgebrachte stemmen zal zijn. Voorts is van belang wat voor waarde aan een voordracht gehecht moet worden. Een voordracht gaat verder dan een aanbeveling. Een aanbeveling heeft namelijk een bepaalde vrijblijvendheid in zich, terwijl een voordracht een bindend karakter heeft. Het college heeft de raad terzake een voordracht gedaan; weliswaar geen voorkeurs- voordracht maar niettemin een voordracht. En zij die nu hun stem buiten die voordracht om uitbrengen, zullen worden geacht niet aan de stemming te hebben deelgenomen, aldus de voorzitter. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 73