•6- Naar aanleiding van het door mevrouw Kroon-Klink gestelde merkt de heer Dane op dat het heel goed mogelijk is c.q. moet zijn dat van door commissies verstrekte adviezen wordt afgeweken; het zijn aanbevelingen en niet meer dan dat. Zij zijn niet bindend en hoeven niet zonder meer te worden opgevolgd. De voorzitter trekt uit de gevoerde discussie de conclusie dat het verzoek van de heer Versteeg om het college zijn voorstel met betrekking tot het parkeerverbod in de Achterstraat terug te laten nemen, niet door de andere fracties wordt ondersteund. Het college handhaaft dan ook zijn voorstel. De voorzitter doet in dit verband echter wel de toezegging dat indien wordt besloten de markt in de winter op het parkeerterrein in de Achterstraat te houden het college na zal gaan welke consequenties dit dan heeft voor de be woners van de Achterstraat bij het parkeren van hun auto's. De voorzitter kan zich indenken dat daarbij dan mogelijk problemen om de hoek komen kijken die het misschien noodzakelijk maken om op het parkeerverbod terug te komen. De heer Boertjes wijst er in dit verband nogmaals op om bijvoorbeeld over een jaar een en ander te evalueren en naar aanleiding daarvan dan de nu voorge stelde regeling desnoods te heroverwegen. De voorzitter zegt toe dat er naast de 2 algemene invalidenparkeerplaatsen op het terrein in de Achterstraat ook 2 van dergelijke parkeerplaatsen op het terrein op het havenhoofd zullen worden gereserveerd. Voorts zegt de voorzitter dat momenteel al door de afdeling openbare werken wordt bekeken of het middenpad met de rij leilinden op de Voorstraat tegen over de koepelkerk met één boom kan worden ingekort teneinde vooral voor het vrachtverkeer het indraaien van de Voorstraat vanaf de Landpoortstraat te vergemakkelijken. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan ver volgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten: met intrekking van hetgeen bepaald is in het besluit van 10 augustus 1982 voor wat betreft: - een parkeerverbod voor een gedeelte van de oostelijke zijde van de Achter straat over de gehele diepte van het perceel E nummer 361plaatselijk be kend Landpoortstraat 21, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door een gele streep als bedoeld in artikel 126 van het R.v.v.; - een parkeerverbod voor een gedeelte van de oostelijke zijde van de Achter straat, vanaf het perceel nummer 26 tot de aansluiting met de Bovenkade, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door een bord overeenkomstig model 49 van bijlage II van het R.v.v.; - een parkeerverbod voor de westelijke zijde van de Achterstraat vanaf de aansluiting met de Landpoortstraat tot de aansluiting met de Bovenkade, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door een bord overeenkomstig model 49 van bijlage II van het R.v.v. op de hoek Landpoortstraat-Achter- straat - een parkeerverbod voor een gedeelte van de noordelijke zijde van de rij baan van de Hofstraat voor de percelen Hofstraat 8 tot en met 22, de be treffende weggebruikers kenbaar gemaakt door een gele streep als bedoeld in artikel 126 R.v.v. vast te stellen de volgende verkeersmaatregelen voor wegen, gelegen in de be bouwde kom van de gemeente Willemstad en niet in beheer zijnde bij het rijk of de provincie: I1. oostelijke zijde van de rijbaan Achterstraat. a. stopverbod vanaf de hoek Landpoortstraat-Achterstraat tot aan inrit garagebedrijf Roos, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door borden overeenkomstig model 51 van bijlage II van het R.v.v.; b. parkeerverbod vanaf voor het perceel Achterstraat 4 tot aan de aanslui ting met de Bovenkade, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door borden overeenkomstig model 49 van bijlage II van het R.v.v.; ,7- 2. westelijke zijde van de rijbaan van de Achterstraat. a. stopverbod vanaf de hoek Landpoortstraat-Achterstraat tot en met het kantoor van bakkerij Bunt, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door borden overeenkomstig model 51 van bijlage II van het R.v.v.; b. parkeerverbod voor het resterende gedeelte van de westelijke zijde van de rijbaan van de Achterstraat tot aan de aansluiting met de Bovenkade, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door borden overeenkomstig model 49 van bijlage II van het R.v.v.; 3. parkeerterrein in Achterstraat. het reserveren van 2 algemene invalidenparkeerplaatsen cp het parkeerterrein in de Achterstraat, de gebruikers van het parkeerterrein kenbaar gemaakt door plaatsing van borden overeenkomstig model 54c van bijlage II van het R.v.v. 4. Hofstraat. parkeerverbod voor de noordelijke zijde van de rijbaan van de Hofstraat ge legen tussen de aansluiting met de Voorstraat en de aansluiting met de Groenstraat, de betreffende weggebruikers kenbaar gemaakt door borden over eenkomstig model 49 van bijlage II van het R.v.v. Voorts wordt besloten 2 algemene invalidenparkeerplaatsen te reserveren op het parkeerterrein op het havenhoofd. De betreffende verkeersmaatregelen zullen de weggebruikers kenbaar worden ge maakt door plaatsing van de nodige verkeersborden. Van een en ander zal mededeling worden gedaan aan: - de gedeputeerde staten van Noord-Brabant; - de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat in de provincie Noord- Brabant; - de Koninklijke Nederlandsche Automobiel Club K.N.A.C.; - de Koninklijke Nederlandsche Toeristenbond A.N.W.B.; - de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging; - de postcommandant der rijkspolitie te Willemstad. Commentaar op voorontwerp Meerjarenplan Openluchtrecreatie/Toeristisch re creatief ontwikkelingsplan Noord-Brabant. Naar aanleiding van de plannen van de provincie betreffende de ontwikkeling van het recreatiebeleid zegt de heer Dane namens de C.D.A.-fractie het volgende: "Tijdens de Algemene Beschouwingen in december 1984 hebben wij gezegd dat wij in het verleden elke verhoging van de recreatieve druk op onze gemeente hebben afgewezen. Wij waren wel van mening dat gezien de nieuwe ontwikke lingen, welke toen nog in voorbereiding waren, het tijd werd een ander stand punt in te nemen ten aanzien van het recreatiebeleid. En dat wij als C.D.A. nieuwe recreatieplannen in eerste instantie niet zouden afwijzen. Wij waren dan ook bereid, en dat zijn we nog, een positief aandeel te leveren betreffende de toeristische ontwikkeling van Willemstad. Hetgeen niet moet worden uitgelegd als "LAAT MAAR KOMEN" of "HALEN WAT ER TE HALEN VALT". Nee, want het moet duidelijk zijn, dat ook voor het C.D.A. een kwaliteitsver betering van bestaande recreatieve voorzieningen de hoogste prioriteit heeft. Maar wij moeten ook niet onze ogen sluiten. Want wat gebeurt er als wij alle plannen resoluut van de hand wijzen? Dan lopen we de kans dat de recreatie zich ongereguleerd gaat ontwikkelen. En wat dan? Omliggende gemeenten halen de recreatie dan wel binnen en Willemstad wordt den toch bezocht, of we willen of niet. -Daarom-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 68