Met het reserveren van 2 algemene invalidenparkeer-plaatsen op het parkeer terrein in de Achterstraat kan de C.D.A.-fractie zich verenigen. De heer Versteeg doet naar aanleiding hiervan wel het verzoek om ook op het parkeerterrein op het havenhoofd aan de kant van het Hollandsch Diep eveneens dergelijke parkeerplaatsen te reserveren. Het verbreden van het trottoir aan de noordelijke zijde van de Landpoort- straat tot 1.20 m. heeft volgens de heer Versteeg tot gevolg dat verkeer vanuit de Landpoortstraat moeilijker de Voorstraat zal kunnen indraaien. Er zal dan ongetwijfeld regelmatig over de hoek van het trottoir worden gereden. In dit verband stelt de C.D.A.-fractie voor om (nogmaals) te overwegen één boom op het middenpad te verwijderen en het pad zelf iets in te korten. De heer Boertjes zegt dat de fractie van de V.V.D. zich kan verenigen met de voorgestelde verkeersmaatregelen. Wel is de V.V.D.-fractie evenals de fractie van de P.v.d.A. van mening dat de rijkspolitie vooral in het begin de naleving van de verkeersmaatregelen in de Achterstraat goed dient te controleren. De voorzitter zegt toe dat de rijkspolitie verzocht zal worden met name op de naleving van het përkeerverbod en de maximumsnelheid in de Achter straat goede controle uit te oefenen. De voorzitter vraagt vervolgens of het verzoek van de heer Versteeg om het voorstel tot instelling van een parkeerverbod voor beide zijden van de Achterstraat terug te nemen, door de andere raadsfracties wordt ondersteund. Mevrouw Kroon-Klink wijst er op dat de verkeerscommissie na langdurig en grondig beraad over de door de bewoners aangekaarte parkeerproblemen in de Achterstraat zich unaniem heeft uitgesproken voor éen totaal parkeerver bod in die straat het gehele jaar door. De postcommandant van de rijkspo litie, één van de adviseurs van de verkeerscommissie, heeft er namelijk op gewezen dat niet het gehele jaar door van kracht zijnde verkeersmaatrege len met name voor toeristen en overige bezoekers van de vesting nogal ver warrend zijn. Mevrouw Kroon-Klink vindt dat de verkeerscommissie alle mogelijke oplos singen voor de verkeersproblemen de revue heeft laten passeren en dat de nu voorgestelde verkeersmaatregel het meest passende is. Natuurlijk is er wel begrip voor de door de bewoners aangevoerde proble men en argumenten. En wanneer het parkeerverbod voor zowel de westelijke als de oostelijke zijde van de Achterstraat wordt ingevoerd zal er zeker sprake zijn van een gewenningsperiode. Maar de parkeerproblemen die in de Achterstraat spelen zijn zeker niet uniek; het parkeren is in de hele vesting een moei lijke zaak. Mevrouw Kroon-Klink vindt dan ook dat de door de verkeerscommissie aange dragen oplossing de meest juiste is on zij voelt daarom ook niets voor een winter- en zomer parkeerregeling. Gelet op hetgeen op de hoorzitting naar voren is gebracht en in de ver keerscommissie is besproken vindt de heer Boertjes evenals mevrouw Kroon- Klink het nu voorgestelde parkeerverbod de meest passende verkeersmaat regel, ofschoon het in het begin inderdaad wennen zal zijn. Hij vindt dan ook niet dat het college zijn voorstel op dit punt terug dient te nemen. De heer Boertjes voegt hier wel aan toe dat indien bijvoorbeeld over een jaar mocht blijken dat de verkeersmaatregel om welke reden dan ook toch niet zo geslaagd is, men altijd nog op een en ander eventueel terug kan komen De heer Versteeg zegt niet beter te weten dan dat tijdens de hoorzitting de bewoners van de Achterstraat verre van unaniem geporteerd waren voor een algeheel parkeerverbod. Voorts wijst hij er op dat in de raadsver gadering van 14 mei 1985 gesproken is over het eventueel terug brengen van de markt naar het parkeerterrein in de Achterstraat gedurende de winter maanden -Het- Het ooilege heeft toen toegezegd een en ander in overleg met de standplaats houdersde .middenstandsvereniging en de consument nader in overweging te zullen nemen en de marktcommissie hierover te raadplegen. Wanneer nu straks wordt besloten in de winter de markt op het parkeerterrein in de Achterstraat te hoyden, hetgeen de heer Versteeg nogal aannemelijk vindt, is het onlo gisch dat dan parkeren in de Achterstraat verboden zal zijn; het parkeer terrein zelf is dan immers volledig door de markt bezet. Alles in overweging genomen vindt de C.D.A.-fractie, aldus de heer Versteeg, dat een parkeerverbod voor beide zijden van de Achterstraat in het zomersei zoen vanwege het toerisme en dergelijke acceptabel is maar dat een dergelijk verbod in de wintermaanden vanwege de dan vaak slechte weersomstandigheden en wellicht de markt niet van kracht behoort te zijn. De voorzitter wijst er op dat het door de heer Versteeg aangevoerde over de markt zowel tijdens de hoorzitting als in de vergaderingen van de verkeers commissie niet zozeer is belicht. In dit verband vraagt hij of de fractie van de V.V.D. en de P.v.d.A. bij nader inzien toch evenals de C.D.A.-fractie wensen dat het college zijn voorstel met betrekking tot het parkeerverbod in de Achterstraat terugneemt. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Kroon-Klink over gewenning aan een verkeersmaatregel is de heer van den Enden benieuwd of zij ooit proble men heeft gehad met de zomer- en winterparkeerregeling aan de Benedenkade. Mevrouw Kroon-Klink wijst er op dat aan de Benedenkade 's zomers parkeren in wezen onmogelijk wordt gemaakt door middel van kettingen hetgeen toch wat anders is dan uitsluitend een verkeersmaatregel. De heer van den Enden vindt dat weggebruikers niettemin ook aan de regeling op de Benedenkade moeten wennen, hetgeen overigens tot op heden niet of nauwelijks problemen heeft gegeven. De heer de Visser zegt dat toen indertijd de markt nog op het middenpad van de Voorstraat werd gehouden het fout-parkeren van marktbezoekers langs de huizenkant van de Voorstraat door de rijkspolitie werd gedoogd. Wanneer nu in de wintermaanden de markt naar het parkeerterrein in de Achter straat mocht verhuizen dan kan op marktdagen overtreding van het parkeer verbod in de Achterstraat toch ook door de rijkspolitie worden gedoogd. Een en ander zal de marktbezoekers en bewoners snel genoeg bekend zijn,terwijl de toerist wordt geconfronteerd met een permanente verkeersmaatregel Een dergelijke stellingname is naar de bevolking toe niet erg duidelijk, al dus de voorzitter en getuigt dan ook niet van goed beleid. Mevrouw Kroon-Klink merkt op dat zij niet gesteld heeft dat tijdens de hoor zitting sprake was van unanimiteit maar wel dat de verkeerscommissie zich unaniem duidelijk heeft uitgesproken voor invoering van een parkeerverbod voor de gehele Achterstraat. En het is onderhand min of meer gebruikelijk dat adviezen van de commissies worden opgevolgd, aldus mevrouw Kroon-Klink. De eventuele verplaatsing van de markt naar het parkeerterrein in de Achter straat is inderdaad wel een nieuw element, maar hierover is nog niets beslo ten. Het is dan ook erg prematuur om daarmee nu al rekening te houden. Zo nodig kan altijd nog omwille van de markt op het parkeerverbod terug worden gekomen Mevrouw Kroon-Klink wijst er vervolgens op dat van de bewoners van diverse percelen in de Achterstraat het verzoek is ingekomen om maatregelen te nemen tegen het parkeren voor perceelsuitgangen (onder andere bruggetjes). Wanneer nu 's winters geen parkeerverbod geldt zal er ongetwijfeld weer voor de brug getjes en andere uitgangen worden geparkeerd en zullen dus de bekende pro blemen opnieuw naar voren komen. De heer Boertjes geeft ook toe dat tijdens de hoorzitting de meningen nogal verdeeld waren of schoon toch vrij veel bewoners zich min of meer uitspraken voor een parkeerverbod. Mede gezien de argumenten en adviezen van de ver keerscommissie heeft de heer Boertjes in de namens de C.D.A.-fractie naar voren gebrachte argumenten geen aanleiding gevonden om zich tegen het voor stel van het college te verzetten. -Naar-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 67