1#*
Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 1 zegt de heer de Visser dat het door
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken gestelde dat beveiliging van
de vaarwegen in het gebied van de gemeente een gemeentelijke aangelegenheid
is, genoegzaam bekendis en derhalve ook voor de P.v.d.A.-fractie niets nieuws is.
Voorts stelt de Staatssecretaris dat met andere oevergemeenten moet worden
samengewerkt. Dit doet de gemeente Willemstad echter al.
Ten aanzien van materialen voor bestrijding van calamiteiten verwijst de
Staatssecretaris naar een blusboot die op een afstand van 1 tot 1uur varen
van Willemstad is gestationeerd."Met andere woorden wij zijn terug bij "Af",
want hetgeen de Staatssecretaris mededeelt was ons bekend en in feite de aan
leiding de rijksoverheid om hulp te vragen", aldus de heer de Visser.
Al hetgeen de Staatssecretaris aankaart geeft namelijk geen beveiliging.
Daarom stelt de fractie van de P.v.d.A. voor om via de provinciale overheden
te trachten dit probleem aan te pakken. In dit verband denkt de P.v.d.A.-
fractie aan de provinciale besturen van Zuid-Holland en Noord-Brabant, omdat
volgens de huidige regeling de provinciegrenzen midden door het vaarwater
lopen en Zuid-Holland dus voor 50% medeverantwoordelijk is voor de veiligheid
daarop
Een en ander ware eventueel in samenwerking met andere oevergemeenten bij de
provinciale besturen aan te kaarten.
De voorzitter zegt toe dat terzake een schrijven aan de besturen van de pro-
vincies Zuid-Holland en Noord-Brabant zal worden verzonden.
Naar aanleiding van ingekomen stuk nummer 22 zegt de heer Tuinman dat in de
voorlopige prioriteitstelling voor de aanleg van oeververdedigingen in het
Haringvliet en Hollandsch Diep het gebied Willemstad-Tonnekreek de 6e plaats
inneemt. Afgaande op een jaarlijkse bijdrage van 1 miljoen gulden en afgezien
van inflatie, kostenoverschrijding etc. komt de Willemstadse oever pas in
het jaar 2001 aan de beurt. Dat is zeer zeer waarschijnlijk te laat voor
het grootste deel van de buitendijkse oevers.
De plaatsen 1 en 2 op de prioriteitenlijst zijn niet aan te vechten.
De posities 3 en 4 lijken moeilijk aan te tasten en dan alleen met zeer ge
detailleerde argumenten. De 5e positie is die van de oevers van de Ventjagers
platen. Met die plaats ligt het anders. Vergelijkenderwijs is de Willemstadse
oever als broedgebied voor vogels van groot belang; de Ventjagersplaten van
matig belang. De landschappelijke waarde van onze oever is zeer groot. Zowel
van water- als landzijde is dat goed waarneembaar. De landschappelijke waarde
van de Ventjagersplaten is matig. Bij Willemstad vindt een sterke afslag
plaats, terwijl die bij de Ventjagersplaten matig is.
Op 5 mei j.l. heeft de heer Tuinman - onder begeleiding - het onderhavige
Willemstadse oevergebied bezocht. Hij zegt - zonder lyrisch te worden - danig
onder de indruk te zijn gekomen van de landschappelijke- en natuurwaarde van
het gebied. Anderzijds is hij nogal geschrokken van de in het Hollandsch Diep
verdwenen en verdwijnende beplanting.
De fractie van de P.v.d.A. stelt de raad en het college voor de positie van
het Willemstadse gebied op te laten schuiven van 6 naar 5. Deze promotie
zou een tijdwinst van 5 jaar opleveren. Dat is misschien genoeg voor het
behoud van het buitendijks terrein. Overigens is het wellicht de moeite
waard bij het ministerie aan te dringen op niet-beëindiging van de bijdragen
voordat alle werken klaar zijn; kortom te verzoeken de planning strikt te
volgen.
De voorzitter doet gaarne de toezegging dat het college die stappen zal
ondernemen welke er toe kunnen leiden dat het Willemstadse oevergedeelte op
de prioriteitenlijst opschuift van de zesde naar de vijfde plaats.
Het college heeft de prioriteitstelling met veel zorg nagelopen en geconclu
deerd dat het opschuiven van de zesde naar de vijfde plaats op de priori
teitenlijst het enige haalbare is.
De voorzitter gaat er vanuit dat in de jaarlijkse uitkering de inflatie ver
disconteerd is zodat vanwege de geldontwaarding de termijn waarbinnen het
-Willemstads-
-5-
Willemstads oevergedeelte aan de beurt is niet langer zal gaan duren.
Overigens wijst de voorzitter er op dat de oeverafslag in de komende tijd
waarschijnlijk wat minder snel zal plaatsvinden.
Door de onderhoudsbeurt (snoeien e.d.) die de grienden hebben gekregen zal de
beworteling verbeteren waardoor wind en water wat minder vat zullen krijgen
op de beplanting en de afkalving van de oever derhalve wat langzamer zal ver
lopen.
Mevrouw Kroon-Klink zegt vervolgens naar aanleiding van ingekomen stuk nr.24
dat de fractie van de P.v.d.A. zeer ingenomen is met het feit dat ook de B.B.A.
besloten heeft gebruik te gaan maken van de snelbusverbinding met Rotterdam.
Hoe meer passagiers gebruik maken van dé lijn van de Z.W.N. naar Rotterdam,
des te groter wordt het rendement van de overstaphalte.
Hoewel het niet direct van belang is voor de inwoners van Willemstad, ziet de
P.v.d.A.-fractie graag dat het college aan deze uitbreiding van de busdiensten
via de "Brillant in Gouden Delta" bekendheid geeft.
De voorzitter zegt toe dat het college zulks zal doen. Voorts wijst hij er
op dat de nieuwe lijndienst op 31 mei a.s. met enig "vlagvertoon" zal starten
hetgeen dus ook al deze nieuwe aansluiting zal promoten.
Naar aanleiding van hetgeen de heer de Visser over de veiligheid op het vaar
water aan de orde heeft gesteld en hét antwoord van de voorzitter daarop,
merkt de heer Boertjes op dat het zeker aanbeveling verdient als de provin
ciale besturen van Zuid-Holland en Noord-Brabant namens de gehele raad bena
derd worden.
Uit het feit dat er vanuit de raad terzake niet negatief gereageerd is heeft
het college begrepen de provinciale besturen namens de: gehele raad te kunnen
benaderen, aldus de voorzitterZulks zal dan ook gebeuren.
De heer Hoekwater zegt dat het behoud van de buitendijkse gronden ten oosten
van de vesting ook de fractie van de V.V.D. zeer ter harte. gaat.
Hij is dan ook blij- met de woorden die de heer Tuinman riamëris de P.v.d.A,—
fractie aan de oeverafslag heeft, gewijd. - TV,"-"'..
Min of meer als aanvulling hierop informeert de heer Hoekwater of éi nog an
dere mogelijkheden zijn waarbij de raad het college zou kunnen ondersteunen
in zijn streven om het Willemstads Oevergedeelte op de prioriteitenlijst van
de zesde naar de vijfde plaats op te laten schuiven. In dit verband denkt de1
heer Hoekwater er aan om eventueel de landelijke politiek met een en ander, te
benaderen.
Ten aanzien van ingekomen stuk nr. 24 zegt de heer Hoekwater dat,ook zijn
fractie verheugd is over het schrijven van de B.B.A. betreffende de nieuwe
aansluiting op de snelbusverbinding naar Rotterdam.
De inwonerè van Willemstad gaan er,vqor wat betreft de werkdagen, met deze
nieuwe dienst bijzonder op vooruiti Op werkdagen komt er namelijk van 07.00
uur 's 'orgens tot 21.00 uur 1s avonds een uur-dienstverbinding met Rotterdam.
Blijkens informatie van de Z.W.N. zal op zon- én feestdagen dé route Steen-
bërgen-Dinteloord niet door de lijndienst 169 worden bereden, aldus de heer
Hoekwater. Voor het overige zal de verbinding met Rotterdam, zij het met de
huidige uiterst magere frequentie, op zon- en feestdagen worden gehandhaafd.
'In ieder geval ware aan de nieuwe 'dienst zo veel mogelijk bekendheid te geven.
Tijdens het werkbezoek dat een deputatie van de fractie van de P.v.d.A. in de
Tweede Kamér der Staten Generaal op vrijdag 10 mei j.l. aan Willemstad heeft
afgelegd is de oeverafslag aangekaart, aldus de'voorzitter. Hierop is door de
afgevaardigden toegezegd dat daar waar dat maar enigszins mogelijk is, een; en
ander op hoger niveau aan de orde zal worden gesteld.
Overigens zal het collége met een bepaalde regelmaat de noodzaak van de oever
verdediging Waar mogelijk benadrukken in de hoop dat die verdediging ver voor
de geplande datum gerealiseerd zal worden.
Met betrekking' tot ingekomen stuk nummer 22. zegt'de heèr Dane' 'dat dé fractie
van het C.D.A.volledig instemt met de teactie van het' college aan het adres
van de werkgroep "Oeverafslag Haringvliet/HollandsCh Diép". Want als inder
daad niet snel maatrègelen worden genomen, zal het thans nog buiten de zomer-
kade aanwezige rietgors en wilgenbos binnen niet al te lange tijd verdwenen
zijn.
-De-