-10 De vraag rijst dan, aan welk gebied zou Willemstad worden toegevoegd? Bij alle mogelijke oplossingen zullen er minstens twee concurrerende (ouue) hoofdkernen gevonden worden, met alle nadelige gevolgen van dien. Als er in de grotere gemeente meer voorzieningen zouden komen, wie zegt dan, dat die in beide kernen komen of dat beide kernen er gebruik van kun nen en zullen maken? Met name de bereikbaarheid (ook anders dan per eigen auto, dus bijvoor beeld met het openbaar vervoer) van de (nieuwe) hoordkern, is altijd een beperkende factor en niet direct bevordelijk voor een "sterke samenhang". Een praktisch voorbeeld: Er staan bejaardentehuizen in Fijnaart, Klundert en Zevenbergen; maar waarom willen de ouderen dan toch persé in Willemstad blijven? e Een_cri ter2±um_± s_ooki_dat_de_gemeente_een_e±geri_±dentl^e± t_dl± entte Willemstad heeft hoofdzakelijk een stedelijke structuur. In verband met het karakteristieke silhouet van het vestingstadje, dat niet mag worden aangetast, zijn aan de stedebouwkundige plannen grote beper kingen opgelegd. Toch is de gemeente daardoor voldoende levensvatbaar. De gemeente komt ook in aanmerking voor een uitkering op grond van de ver fijning voor de historische stadskern, voor historisch water, alsmede van wege de bodemgesteldheid. Deze verfijningsuitkeringen zijn geen doeluitkeringen en bij opdeling in een andere gemeente is het gevaar levensgroot aanwezig, dat deze uitkerin gen in de grote pot komen en - gezien de getalsverhoudingen - Willemstad een stiefkind wordt. Naar de aanwending van deze gelden voor de eigenlijke bestemming kan Wil lemstad dan fluiten. Uit de Zeeuws-Vlaamse herindeling blijkt duidelijk, dat waar het gemeente bestuur en het gemeentelijk apparaat uit een kern is weggehaald, daarmee het hart uit die plaats is verdwenen. De bestuurlijke belangstelling gaat in versterkte mate uit naar de hoofd kern en de sub-kernen worden gewoon verwaarloosd. Vanwege het typisch eigen karakter zijn bijvoorbeeld de gemeenten Aarden burg en Sluis zelfstandig gebleven. Ook de identiteit van ons stadje en van onze gemeente moet behouden blij ven en dit kan alleen als de gemeente zelfstandig blijft. De cultuur van een woongemeenschap heeft wel degelijk te maken met het be stuurlijk organisatorisch kader waarin ze is gegoten. Een goed woon- en leefklimaat is voor ons veel belangrijker dan een niet te bewijzen grotere effectiviteit. De gemeente Willemstad heeft een goed functionerend apparaat en is finan cieel gezond; het bestuur functioneert democratisch, met doorzichtigheid, controleerbaarheid en ruime inspraak en voorlichting gevend aan de in woners Er zijn inderdaad voorzieningen, waarbij een tekort is te constateren, maar daar ligt grotendeels de schuld bij de rijksoverheid, zoals de middelen voor een effectieve rampbestrijding, het openbaar vervoer en de politie. Al deze factoren - en nog vele anderen - pleiten voor het behoud van de eigen zelfstandigheid, want het inwonertal kan en mag niet het enige cri terium zijn bij een herindeling. Opheffing van een gemeente is een drastische ingreep in het leven van een zelfstandige gemeente, een ingreep, welke de dood tot gevolg heeft. Degenen, die menen dat "groot alleen maar goed is" en "klein alleen maar slecht"moeten de krantenberichten van de laatste maanden er nog maar eens op naslaan: Amsterdam zit met grote tekorten bij het Grondbedrijf; bij het Energiebedrijf in Rotterdam moet het een grote puinhoop zijn en ook bij andere grote gemeentelijke diensten is sprake van een warboel. -En-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 51