-1Q- Uit het antwoord van de voorzitter heeft de heer Boertjes begrepen dat in de komende jaren het investeringsschema wat strakker gehanteerd gaat worden, met andere woorden er zullen minder nieuwe kapitaalsuitgaven buiten het inves teringsschema om worden gedaan. De voorzitter zegt dat volgens de meerjarenraming in 1986 beduidend minder be schikbaar zal zijn voor kapitaalsuitgaven en de post onvoorzien. Het is echter heel goed mogelijk dat de raad aan het eind van dit jaar voor 1986 een begro ting met wat gunstiger cijfers kan worden aangeboden. Mogmaalshet gaat hier om een meerjarenraming en de voorspellingen zijn mis schien wel wat te somber, aldus de voorzitter. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders de meerjarenbegroting voor de jaren 1985 t/m 1988 vastgesteld. Subsidie aan de Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw t.b.v. bouwnijverheidsopleiding van schoolverlaters. De heer van der Sluijs zegt dat de fractie van het C.D.A. het een goede zaak vindt dat het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid voor de regio West-Brabant en Tholen de Stichting Samenwerkingsverband Praktijkoplei ding Bouw in het leven heeft geroepen. Deze stichting heeft als doel voor jeug digen een praktijkopleiding in de bouwnijverheid te verzorgen. In het kader van de bestrijding van de jeugdwerkloosheid is dit project een toe te juichen zaóki De fractie van het C.D.A. kan zich dan ook met het voorstel van het college verenigen om de Stichting een éénmalig (start)subsidie van 1.432,— toe te kennen Tenslotte vraagt de heer van der Sluijs of ook jeugdige schoolverlaters uit Willemstad iets aan de Stichting hebben en of vanuit deze gemeente ook projecten voor de praktijkopleiding kunnen worden aangemeld. De heer Hoekwater zegt dat de fractie van de V.V.D. in het kader van de bestrij ding van de jeugdwerkloosheid het voorstel van het college van harte toejuicht. Welke mogelijkheden heeft echter de gemeente Willemstad als het gaat om het aan melden van projecten teneinde voldoende leerlingbouwplaatsen te scheppen. Kan er in dit verband in overleg met de eigenaar van d'Orangemolen worden ge tracht om het onderhoud van de molen via een werkgelegenheidsproject te ver richten. De heer Kamp zegt dat uitsluitend in het Samenwerkingsverband deelnemende be drijven leerlingbouwplaatsen kunnen aanmelden. Die bedrijven betalen aan het Samenwerkingsverband een intrede-bijdrage variërend van ƒ.550,— tot ƒ.1.900,— De gemeente zelf kan voor een jeugdige werkloze schoolverlater dus geen leer lingbouwplaats aanmelden. Momenteel hebben reeds 48 schoolverlaters met het Samenwerkingsverband een leer- en arbeidsovereenkomst afgesloten; hiervan zijn er al 40 bij de deelnemende be drijven geplaatst. Op vrijdag 29 maart 1985 wordt het project officieel gestart in aanwezigheid van de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu beheer de heer mr. G. Brockx. Naar aanleiding van de vraag van de heer Hoekwater zegt de heer Kamp dat bij het onderhoud van de molen in principe schoolverlaters een leerlingbouwplaats kan worden aangeboden. Dit dient dan echter wel door een in het Samenwerkingsverband deelnemend bedrijf te gebeuren. De heer Hoekwater zegt dat het onderhoud van de Oranjemolen te wensen overlaat; dat is nu eenmaal voor een ieder te zien. Vooral omdat de molen zo bepalend is voor het stadsbeeld van de vesting zou de fractie van de V.V.D. graag zien dat het college het initiatief neemt met de eigenaar over het onderhoud in overleg te treden. De heer Kamp zegt dat het college deze wens van de V.V.D.-fractie meeneemt en zal bekijken wat de mogelijkheden zijn. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten aan de Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw een éénmalig (start) -subsidie subsidie toe te kennen van 1.432,en de begroting 1985 hiermede in over eenstemming te brengen. Commentaar op de ontwerp-evaluatienota over de streekplannen "Midden- en Oost- Brabant" en "West-Brabant" en het daarop gebaseerde voorontwerp van de her ziening van het streekplan West-Brabant. De heer Versteeg zegt dat de fractie van het C.D.A. zich kan verenigen met het voorstel van het college. Wel vindt zijn fractie dat het mede vanwege het in het voorstel geschetste groeiklassenbeleid het hoog tijd wordt dat er over het al of niet ontwikkelen van het bestemmingsplan "Elim" spoedig een besluit wordt genomen. Overigens heeft de fractie van het C.D.A. hier ook al op gewezen in haar alge mene beschouwingen ten aanzien van de begroting 1985. De heer Versteeg vraagt dan ook het college om spoedig terzake een voorstel te doen. Vervolgens vraagt de heer Versteeg of al bekend is wat de gemeente van de pro vincie aan stadsvernieuwingsgelden krijgt. Tenslotte zegt de heer Versteeg dat zijn fractie vindt dat het woord "defini tieve" op blz. 7 van het voorstel onder het punt Verkeer en vervoer niet tussen haakjes moet staan. De heer Boertjes zegt dat het voor wat betreft Willemstad zeker aantoonbaar is dat de overloop vanuit de Randstad sterk is teruggelopen. Het bouwterrein van Mabon in plan Noordlangeweg is hiervan een goed voorbeeld. Toch vindt de fractie van de V.V.D. dat de gemeente er naar moet streven om in groeiklasse 2 ingedeeld te blijven met dien verstande dat voorkomen moet worden dat Willem stad in kwantitatieve zin terugvalt in groeiklasse 1. De fractie van de V.V.D. heeft dan ook veel moeite met de nieuwe groeiklasse- beleidslijn en de potentiële toewijzing van gesubsidieerde nieuwbouwwoningen voor de periode 1985-1988. In een tijdsbestek van 4 jaar zal Willemstad name lijk 24 gesubsidieerde nieuwbouwwonigen minder toegewezen krijgen dan wordt gewenst. Vervolgens vraagt de heer Boertjes of zijn fractie uit het'voorstel mag con cluderen dat er na 1986 geen extra contingent wordt toegewezen ten behoeve van het woonproject voor ouderen. Met betrekking tot het gestelde onder het punt Verkeer en Vervoer op blz. 7 van het voorstel merkt de heer Boertjes op dat de fractie van de V.V.D. vindt dat ook andere vormen van electriciteitsopwekking ruimtelijk mogelijk moeten zijn. In dit kader wijst de heer Boertjes erop dat een meerderheid van de raad op 12 februari 1985 de motie inzake de uitbreiding van het aantal kern centrales in Nederland heeft aangenomen. De fractie van de V.V.D. kan zich dan ook niet verenigen met het gestelde in de 2e alinea onder punt 6. Verkeer en Vervoer op blz. 7 van het voorstel. Mevrouw Kroon-Klink zegt dat haar fractie kan instemmen met het commentaar zoals dat door het college op het voorontwerp van het streekplan West-Brabant" wordt gegeven. Ook de P.v.d.A.-fractie betreurt het dat door het geformuleerde groeiklassen beleid de toedeling van het aantal woningen voor Willemstad niet voldoende zal fcijn orfi de eigen bewoners op te vangen. En het zou zeker te betreuren zijn, in dien om financiële redenen een klein contingent niet gebouwd zou kunnen worden De fractie van de P.v.d.A. is met het college benieuwd naar de praktische uit werking van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing en de gevolgen daarvan voor onze gemeente. Het verdwijnen van het woord "kolengestookt" met betrekking tot een eventueel te vestigen electriciteitscentrale op Moerdijk vindt de P.v.d.A.-fractie ver dacht. Dit is zeker gedaan met het oog op een mogelijke vestiging van een kern centrale op het industrieterrein Moerdijk. Daarom is de P.v.d.A.-fractie blij dat u in dit kader de door onze raad aangenomen motie over kernenergie en het daarbij behorende afvalprobleem onder de aandacht van gedeputeerde staten brengt De voorzitter zegt dat de nieuwe groeiklassenbeleidslijn inderdaad een veront rustende ontwikkeling is. -Dit-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 37