-52-
De heer De Visser vraagt of de instemming van de raad met de onderhavige meer
jarenbegroting tevens inhoudt dat de raad zich vastlegt op de in de meerjaren
raming aangehouden belastingverhoging van 5%.
De voorzitter antwoordt dat dit niet het geval is, doch de in de meerjaren
raming verwerkte 5% belastingverhoging is nodig om in de komende jaren de in
vesteringen te doen die het college in het investeringsschema heeft opgesomd.
Wanneer de raad nu niet bereid mocht zijn om terwille van de geplande inves
teringen de belastingen in de komende jaren telkens met 5% te verhogen dan staat
het hem vrij om bij de behandeling van de afzonderlijke begrotingen voor de
komende jaren voorstellen te doen welke leiden tot een tariefsverhoging met
minder dan 5%.
Daarbij zal de raad zich dan wel moeten realiseren dat dan niet alle voorgenomen
investeringen gedaan kunnen worden.
Met andere woorden het college geeft in de meerjarenbegroting de inkomsten aan
die nodig zijn voor de door het college in de toekomst noodzakelijk geachte in
vesteringen, terwijl de raad bij de begrotingsbehandeling van jaar tot jaar over
de tariefsverhogingen zal kunnen beslissen maar daarbij dan tevens dient aan te
geven welke investeringen niet en welke investeringen wel gedaan moeten worden,
indien de tariefsverhoging waartoe de raad besluit lager is dan de verhoging
welke het college met het oog op het investeringsschema nodig acht.
De heer De Visser zegt in theorie aan te nemen dat wanneer de raad vanavond met
de onderhavige meerjarenbegroting instemt, er zeker van kan zijn dat het college
in de volgende jaren met voorstellen komt om de belastingen e.d. met 5te ver
hogen. Dit terwijl de raad, of in ieder geval de P.v.d.A.-fractie thans niet in
principe wenst te besluiten tot een tariefsverhoging van 5% in de komende jaren.
Indien het college inderdaad straks tariefsverhogingen van 5% gaat voorstellen
dan zal de raad steeds gehouden zijn om uit te zoeken of dit echt wel nodig is.
De heer De Visser denkt dat een en ander echter juist andersom in zijn werk dient
te gaan, namelijk dat het college met de "goedkoopste oplossing" komt aandragen.
Is die oplossing er niet dan zal het college dat moeten aantonen en eerst dan
ook een voorstel doen tot een tariefsverhoging van 5%.
De voorzitter zegt dat dat ook de normale weg is en merkt daarna op dat het col
lege, gelet op de negatieve inkomenstrend, heel voorzichtig dient om te gaan met
zaken als belastingverhoging. Daar is het college zich terdege van bewust.
Het is dan ook zeker geen wet van Meden en Perzen dat het college van jaar tot
jaar met voorstellen tot tariefsverhogingen van 5% naar de raad zal komen. Het
college heeft slechts willen aangeven dat, gelet op het investeringsschema en op
de verwachte ontwikkeling in de overige inkomsten van de gemeente, een tariefs
verhoging van 5% noodzakelijk zal zijn om het bestaande voorzieningenniveau te
handhaven
In de begroting voor 1986 zoals die zojuist door de raad is vastgesteld is voor on
voorziene uitgaven 47.163,geraamd terwijl voor de kapitaallasten van in het
komende jaar te doene investeringen 143.004,is gereserveerd. De voorzitter
wijst er dan op dat er alleen al de laatste weken regelmatig circulaires van di
verse ministeries zijn ingekomen, waaruit blijkt dat specifieke uitkeringen
worden aangepast of komen te vervallen en zich in de algemene uitkering ook voort
durend veranderingen voordoen. Het is dan ook werkelijk onmogelijk om de in
komenspositie van de gemeente op een langere termijn dan 1 h 2 jaar zuiver
weer te geven. Desalniettemin is er een globale richtlijn nodig waarmee het col
lege de raad kan laten zien hoe de zaken komen te staan. Dat is dan ook de
waarde van de meerjarenbegroting, niet meer, maar ook niet minder, aldus de
voorzitter.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dan overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten tot vaststelling van
de meerjarenbegroting 1986 t/m 1989.
Vaststelling maximum-krediet in rekening-courant voor 1986.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten met de n.v. Bank voor Neder-
landsche Gemeenten overeen te komen, dat het krediet in rekening-courant ingevolge
de overeenkomst met de bank gesloten op 6/7 februari 1969, voor het jaar 1936
wordt vastgesteld op ƒ.1.000.000,behoudens nader tussen partijen,, voor zo
veel nodig na bekomen goedkeuring, overeen te komen wijzigingen.
-53-
Sluiting.
De voorzitter zegt dat van de fractie van de V.V.D. een vraag voor de rondvraag
is ingekomen. Maar omdat de andere fracties kennelijk niet van de rondvraag ge
bruik hebben gemaakt, wellicht omdat deze niet op de agenda stond, stelt de
voorziter de fractie van de V.V.D. voor haar vraag tijdens de rondvraag in de
raadsvergadering van januari 1986 aan de orde te stellen.
De heer Boertjes zegt dat zijn fractie hiertegen geen enkel bezwaar heeft.
Tegen die tijd zal dan overigens de eerste vraag van de V.V.D.-fractie opgelost
zijn. Morgen, zo verzekert de voorzitter, zullen namelijk anti-slip strookjes
op de trap in het Mauritshuis worden aangebracht.
De heer Tuinman zegt nog dat er aan zijn uiterste linkerzijde nogal schamper
werd gereageerd toen de fractievoorzitter van de P.v.d.A. eerder deze avond een
aardige opmerking maakte in de richting van de C.D.A.-fractie.
En daarom had de P.v.d.A.-fractie nu juist van de gelegenheid gebruik willen
maken om de kleinste fractie in deze raad toch nog haar rondvraag te kunnen
laten stellen.
De voorzitter zegt dat de betreffende fractie zo vriendelijk is geweest om zich
ten aanzien van haar rondvraag wat bescheiden op te stellen. Dat is een groots
gebaar wat dus kleine fracties ook kunnen, aldus de voorzitter.
Dan niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Wil
lemstad, gehouden op 4 q rro 4qqc
De secretaris, ^e-s^oorzitter