-4- Het college stelt als richtlijn voor verkoop dat deze waarde 60 a 70% van de ge taxeerde vrije verkoopwaarde is. Het .lij-kt de fractie van de P.v.d.A. momenteel bijzonder voorbarig, zonder dat er duidelijke berekeningen zijn met een toe lichting, te stellen dat deze veronderstelde richtlijn aangehouden zou moeten worden. De verkoopwaarde van de woningen kan worden bepaald nadat concrete taxaties zijn uitgebracht. Wat de werkelijke uitkomsten dan zijn zullen e o,: dar cijdstip onder ogen krijgen. In de notitie van het college wordt de indruk gewekt dat de verkoop van woning wetwoningen voor de gemeente per saldo nadelig is. De informatie die, zij het onvolledig, gegeven wordt is gebaseerd op één complex woningen. Wat de uit komsten bij andere complexen zijn wordt niet vermeld. De door het college onvol ledig verstrekte informatie draagt elementen van misleiding in zich, terwijl het toch de primaire taak van het college is om duidelijk en voldoende informatie te verschaffen aan de raad, die op grond daarvan tot een goed afgewogen oor deel zou moeten kunnen komen. Ten aanzien van de berekeningssystematiek merkt de heer De Visser het volgende op. Er w.o dt gesteld dat voor de woningen aan de ZrLankhaarlaan het systeem van de dynamische kostprijshuur van toepassing is en dat de rente die jaarlijks op het exploitatie-tekort drukt bij de boekwaarde moet worden bijgeschreven. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat er sprake is van een toenemende verhoging van de boekwaarde hetgeen impliceert dat de verschillen tussen ver- keerswaarde en boekwaarde groter worden. Niet verkopen betekent in deze versie dat het nadeel groter wordt. Naar de mening van de P.v.d.A. kam er zeer uitvoerig worden gediscussieerd over rekenmodellen De vraag die voor ligt is een vraag van principiële aard en gaat er om of ook mensen met een kleine beurs in aanmerking mogen komen voor een eigen woning. Wellicht dat voor degenen die tegen de verkoop van de woningwetwoningen zijn en die stellen dat de verkoop voor de gemeenschap nadelig is gewezen kan worden op een uitspraak van de vereniging Eigen Huis die stelt dat de rijkssteun van het rijk bij huurwoningen groter is dan bij koopwoningen. Het is maar van welke kant je de zaak bekijkt. De voorzitter zegt met de beantwoording van de opmerking van de heer van der Sluijs de minste moeite te hebben daar door de fractie van het C.D.A. steeds is gesteld dat zij achter het college-voorstel staat. In antwoord op hetgeen door de heer Boertjes is gesteld zegt de voorzitter dat waarschijnlijk iedereen van oordeel is dat ook mensen met een kleine beurs in de gelegenheid moeten zijn eigen woonruimte te verwerven. De vraag is alleen welk type woningen biedt je daarvoor aan en hoe worden deze woningen gefinan cierd. De voorzitter memoreert wat door hem al in eerdere vergaderingen is gezegd name lijk dat premiekoop-A-woningen speciaal voor de groep mensen met een kleinere beurs worden gebouwd en dat voor dit type woningen een subsidie wordt gegeven van maximaal 50.000,per woning. De voorzitter is het verder eens met de opmerking van de heer Boertjes dat als tot verkoop van woningwetwoningen bésloten wordt niet alleen de duurdere huur woningen verkocht moeten worden maar de woningen in alle huurklassen. Wat de consequenties zijn van verkoop voor de overdracht van het woningbezit aan de woningbouwvereniging is de voorzitter niet bekend.Er is voor 8 woningen een uitzondering gemaakt bij de overdracht en dit geeft geen problemen. Wanneer hier een paar woningen bijkomen, voor het geval tot verkoop wordt besloten, zal dit waarschijnlijk ook geen problemen opleveren. Echter wanneer door deze verkoop de reserves van het woningbedrijf zodanig worden aange ast dat er geld achteraan gebracht moet worden zal de woningbouw vereniging terecht bezwaren hebben. In deze herinnert de voorzitter de raad aan de opmerking van de heer De Visser dat er nogal wat woningcorporaties zijn die geen middelen hebben om het voor oorlogse woningbezit in stand te houden of te renoveren. De voorzitter is van mening dat wanneer de woningen worden overgedragen met zeer aangetaste reserves, die op zichzelf niet slecht zijn maar ook niet slecht -moeten- -5- moeten worden, dat dan de woningbouwvereniging terecht kan zeggen "zo kan dat niet want u zet ons,op het verkeerde been." Dan zullen 'ij aan de andere kant de gemeente om middelen vragen het tekort weer aan te zuiveren. Concreet gesteld zijn er op dit moment geen problemen maar men hoeft niet zo profetisch bezig te zijno te kunnen stellen dat er bij verkoop wel problemen zullen komen. Een ander probleem dat meespeelt is de verantwoording ten opzichte van het minis terie van V.R.0.M, en de provincie die jaarlijks in de'Provinciale Volkshuisvesargs- co oSie ae nieuwbouwcontingenten verdelen. Deze week is bericht ontvangen over het toegewezen contingent nieuwbouwwoningen voor 1986. Er zijn 6 extra woningen toegewezen ten behoeve van de woonvoorziening voor ouderen in de Kerkring/Willem de Zwijgerstraat Het zou vreemd zijn om telkenjare extra woningen aan te vragen, die gefinancierd worden met rijkssteun, terwijl aan de andere kant woningwetwoningen worden ver kocht. Dit zou kunnen betekenen dat in de toekomst geen extra woningen meer worden toegekend voor de bouw van bejaardenwoningen en erger nog dan worden de in het verleden toegewezen extra woningen gekort op de woningen die voor gezinnen gebouwd moeten worden. Door de heer De Visser is gesteld dat het college de raad met het pré-advies dat is gegeven, heeft misleid. De voorzitter vindt dit een beschuldiging die zeker niet op zijn plaats is en heeft daar ook veel moeite mee. Het gaat om het volgende. In eerste instantie is er vanaf het begin van dit jaar gesproken over de 8 woningen aan de Zr.Lankhaarlaan Nu is wat rekenwerk verricht. Dit rekenwerk is beperkt tot deze 3 woningen omdat dit de concrete bekende gevallen zijn. Bovendien mag niet van het college worden verwacht dat alle complexen woningen die Willemstad heeft op voorhand worden doorgerekend. De nu gemaakte berekeningen gelden voor alle woningen die sedert 1975 zijn ge bouwd. os Dat de rijkssteun voor huurwoningen hoger is dan de rijkssteun voor koopwoningen is waar. Dit is een reden te meer om de huurwoningen te koesteren voor mensen met een kleine beurs. Ten aanzien van de twijfels die door de heer De Visser zijn uitgesproken over de interpretatie van de cijfers het volgende. Aan het begin van dit agendapunt is reeds door de voorzitter gezegd dat over de bedragen van mening verschild kan worden. Dit doet echter niets af aan het prin cipe dat de waarde van een woning in bewoonde staat zo'n 60 a 70% van de vrije verkoopwaarde bedraagt. In 'het rekenmodel is zelfs uitgegaan van 80% in tegen- n ing tot de fiscale waarde van een bewoonde woning die slechts op 60% komt. e heer Boertjes vraagt in tweede termijn waarom het college nu pas met een kost prijsberekening komt en daarmee niet in september 1985 is gekomen. Verder heeft hij begrepen dat nu wordt gesproken over de 8 woningen aan de Zr.Lankhaarlaan. wanneer de discussie zich uitbreidt tot alle woningen is de conclusie gerecht vaardigd dat dan de financiële consequenties voor de overdracht van de woningen aan ae woningbouwvereniging een probleem kunnen gaan vo men. Zulks zal ook voor de overige gemeenten consequen ,es hebben. de voorzitter?S0^ "°g te ZiJ" gek°"en met de Zwoorden van Hij citeert het volgende uit het schrijven van het ministerie. In voorkomende gevallen zal een verzoek van een corporatie of een gemeentelijk wo - n.ngoeürijf om van qe verkoöpvooi waarden te mogen afwijken door mij worden bezien eemeenfeÏÏekUentieS l°Tfinanciële situatie van de betreffende corporatie of gemeentelijke woningbedrijven. Slechts bij uitzondering zal ik een dergelijke d* gemeenten „oet „orden deabesLÏÏenin? r dl heer De ViSSer bekent dit dat het ministerie van V.R.O.M. de besluiten tot verkoop controleert. Op het moment dat er een verzoek komt zal het ministerie nagaan wat hier de gevolgen van zijn. De voorzitter antwoordt dat de controle door het ministerie niet verder gaat dan een toetsing van de procedure/voorwaarden die in de circulaire is gegeven -Onverlet-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 169