In de.omliggende landen worden voor de opwekking van energie alleen nog maar
kerncentrales gebouwd en wel om reden dat dergelijke centrales voordelen hebben
boven de opwekking van energie in centrales die met fossiele brandstoffen worden
gestookt.
Met dit gegeven heeft ook een ieder in Nederland en dus ook in Willemstad te
maken. Daarom zal voor nieuw openbaar vermogen aan kernenergie voorrang gegeven
moeten worden. Zelfs de C.D.A.-fractie heeft in de raadsvergadering van 12 fe
bruari 1935 duidelijk gesteld dat zij kernenergie in principe niet afwijst*
De wijze waarop het college de onderhavige materie in zijn voorstel verwoordt
komt bij de fractie van de V.V.D. over als: "Nou ja, kernenergie is een bedenke
lijke zaak, als het in de buurt komt - locatie Moerdijk - dan niet, maar wel bij
de buren", aldus de heer Boertjes.
De V.V.D.-fractie kan zich dan ook niet vinden in het voorstel van het college.
De heer Van der Sluijs deelt mede dat de C.D.A.-fractie zich met het voorstel
kan verenigen.
In de door de raad op 12 februari 1935 aangenomen motie is al verwoord dat het
voor de raad van Willemstad onaanvaardbaar is nieuwe kerncentrales in Nederland
te bouwen zolang er geen aanvaardbare (definitieve) oplossing voor het radio
actief afval op lange termijn is gevonden.
De C.D.A.-fractie stemt dan ook in met de ontwerp-reactie alsmede met het voor
stel om deze te zenden aan "Inspraak p.k.b. Vestigingsplaats Kerncentrales" te
1 s-Gravenhage
Tenslotte vraagt de heer Van der Sluijs waarvoor de afkorting I.M.P. staat; dit
is de C.DA.-fractie niet geheel duidelijk.
De voorzitter dankt de heer Tuinman voor de voor het voorstel uitgesproken waar
dering; deze zal worden overgebracht naar de samenstellers ervan.
Het kan bijna niet anders dan dat de fracties van het C.D.A. en de P.v.d.A. zich
kunnen vinden in het voorstel, want het is immers praktisch conform eerder door
de raad terzake gedane uitspraken.
De voorzitter herinnert eraan dat hij in een vorige vergadering beloofd heeft
met respect en loyaal te zullen meewerken aan het ten uitvoer brengen van die
uitspraken.
In dit verband is een reactie overeenkomstig het voorstel aan het adres van "In
spraak p.k.b. Vestigingsplaats Kerncentrales" in feite de laatste stap die de
raad op dit gebied kan doen.
U weet dat ik daar zelf wat genuanceerder over denk, maar dat laat onverlet dat
ik een standpunt van de raad loyaal ten uitvoer dien te brengen, aldus de voor
zitter.
Indien blijkt dat er inderdaad ook drinkwater uit het Haringvliet wordt gehaald,
zal ongetwijfeld dat oppervlaktewater alsnog eveneens, in de reactie worden op
genomen
De voorzitter vindt evenals de V.V.D.-fractie dat er inderdaad thans keuzes
moeten worden gedaan ten behoeve van de vraag naar energie in de toekomst. De
V.V.D.-fractie heeft daarbij gewezen op de nadelen van de opwekking van energie
met fossiele brandstoffen alsmede stilgestaan bij economische aspecten.
Maar het is volgens de voorzitter ook een kwestie van hoeveel vertrouwen heeft
men in de wetenschap dat deze een aanvaardbare oplossing zal aandragen voor met
name het probleem van het radio-actief afval.
Het is nu eenmaal zo dat zelfs deskundigen daar heel genuanceerd over denken en
zodoende komt het college dan ook met dit voorstel.
De voorzitter wijst er overigens nadrukkelijk op dat de raad tot op heden nog
nooit principieel kernenergie als zodanig heeft afgewezen.
In het voorstel wordt dan ook uitsluitend ingegaan op de ruimtelijke aspecten
die er bij vestiging van kerncentrales spelen, en is absoluut geen sprake van
een principiële afwijzing van kernenergie.
De voorzitter vindt de door de heer Boertjes verwoorde wijze waarop het voorstel
bij de V.V.D.-fractie overkomt te ongenuanceerd.
De commissie Geertsema heeft na een reeks van onderzoeken en gesprekken aan de
hand van diverse criteria een aantal locaties aangewezen die voor wat betreft
de vestiging van kerncentrales het meest gunstig zijn.
-Moerdijk-