-13- De voorzitter zegt toe contact op te nemen met het schoolbestuur van de scholengemeenschap in Oud -Beijerland om na te gaan of het college in samen spraak met het schoolbestuur de Z.W.N. er toe kan bewegen de vertrektijden van de buksen aan te passen. De heer Tuinman zegt dat er twee scholengemeenschappen zijn in Oud-Beijer- land en vraagt met welk schoolbestuur het college contact opneemt. Verder attendeert de heer Tuinman het college op de mogelijkheid de schoolbesturen er toe te bewegen de school eerder open te stellen aangezien er voldoende mogelijkheden zijn tot overblijven, althans op een der scholen voor zover de heer Tuinman bekend. Bovendien bestaat altijd de mogelijkheid de school tijden te wijzigen daar dit een bevoegdheid is van het schoolbestuur. De voorzitter zegt nogmaals toe een en ander te zullen bespreken met zowel de Z.W.N. als de schoolbesturen. Namens de P.v.d.A. stelt de heer Tuinman de volgende vraag luidende: "De fractie van de P.v.d.A. had het op prijs gesteld als de volgende vragen gesteld hadden kunnen worden namens een raadsmeerderheid. Dat, is"weliswaar na vooroverleg, niet mogelijk gebleken. Mede naar aanleiding van eerder door deze raad ingenomen standpunten inzake de voorgenomen plaatsing van kruisraketten vraagt de fractie van de P.v.d.A. aan het college van burgemeester en v/ethouders de brievenbus van het raad huis ter beschikking te stellen voor het inleveren van de handtekeningen kaarten voor het volkspetitionnement tegen de plaatsing van kruisrakketen. Vanuit het raadhuis zouden de kaarten verzonden kunnen worden. Over porto kosten valt met ons te onderhandelen. Wij vragen dus niet of het gemeente bestuur zich als actiecomité wil opstellen, we vragen niet of de burgemees ter zelf huis aan huis de handtekeningenkaarten wil ophalen zo die dat al zöu willen, we geven dus geen aanzetten tot burgerlijke ongehoorzaamheid. We vragen slechts passieve medewerking in het verlengde van wat deze raad heeft uitgesproken. Enerzijds zijn wij natuurlijk op de hoogte van het feit dat burgers veel particulier initiatief kunnen tonen door zelf de kaarten te versturen. Ander zijds kan de gemeente de helpende hand bieden. Hoewel wij hebben vernomen dat hier en daar ingezetenen van Willemstad handtekeningenkaarten ophalen en dat in ieder geval één kerk in onze gemeente de deuren heeft opengezet voor het inleveren van de kaarten, vóllen wij het gemeentebestuur vragen medewerking te verlenen ter vervulling van een van de grondrechten van de burgers." De voorzitter antwoordt in principe altijd medewerking te verlenen als het grondrechten van de burgers betreft. Overigens heeft het college er niet zo'n behoefte aan een actieve rol in dit geheel te spelen hoe dierbaar of niet dit ook zou zijn. Er zijn drie mogelijkheden voor de burgers om de kaar ten in te leveren en dat is bij het postkantoor, bij de kerk en ze worden aan huis opgehaald. Het is niet juist hier als gemeente een actieve rol in te spelen. De voorzitter èegt toe dat eventuele "verdwaalde" kaarten wel zullen worden doorgestuurd." Vervolgens stelt de heer Tuinman de volgende vraag luidende: "a. In de vorige raadsvergadering zegde de voorzitter toe de Willemstadse motie met betrekking tot de uitbreiding van het aantal kerncentrales bij wijze van herinnering nogmaals aan de omliggende gemeenten toe te zenden. Wij willen graag vernemen wanneer en aan wie de motie verzonden is. Dit is geen verwijtende vraag doch puur informatief." De voorzitter antwoordt dat een brief is verzonden d.d. 10 september 1985 aan de volgende gemeenteraden: Klundert, Zevenbergen, Hooge - Lage Zwaluwe, Breda,(participanten I.H.M) Cromstrijen, Strijen als oever gemeenten Hol- landsch Diep en Fijnaart ca. Als verklaring voor de wat late verzending geeft de voorzitter als reden de grote werkdruk op de secretarie en het feit dat de vorige raadsvergadering slechts twee weken geleden is. De heer Tuinman wijst er nogmaals op dat hier geen verwijtende vraag is gesteld. Blijkens informatie bij en door andere gemeenteraden bleek echter -dat- mk dat van Willemstad nog niets was ontvangen. Inmiddels hebben daar al wel ver gaderingen plaats gevonden. Verder vindt de heer Tuinman de beantwoording van de voorzitter afdoende.Vervolgens stelt de heer Tuinman het tweede gedeelte van zijn vraag luidende: "b. Eveneens in de vorige raadsvergadering heeft de voorzitter gezegd dat on verwijld en onverkort uitvoer wordt gegeven aan het raadsbesluit inzake de uitbreiding van kerncentrales in Nederland. Als eerste moment noemde de voorzitter het doorlopen van de P.K.B.—procedure (planologische kern— beslissings-procedureMaar in die procedure, dat hebben de door het ministerie van Economische Zaken georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten duidelijk gemaakt, kan de gemeente niet volstaan met het standpunt van de raad dat de niet opgeloste afvalproblematiek noopte tot een afwijzend standpunt ten aanzien van de vestiging van kerncentrales waar dan ook in Nederland. In het kader van de P.K.B.—procedure kan alleen nog gesproken worden over de vestigingsplaatsen voor kerncentrales. Dat is niet onze wens en zelfs niet van de raad - nemen we aan - het is ons opgelegd door het regeringsbeleid. Er zal dus met name gesproken moeten worden met betrekking tot planolo gische aspecten. Nu er niet meer in zijn algemeenheid gesproken mag wor den, maar slecht specifiek in relatie tot de vestigingsplaatsen, vindt de fractie van de P.v.d.A. dat het gemeentebestuur zich in relatie tot "Moerdijk" toch moet laten horen. Wij nodigen het college dan ook uit binnen de kortst mogelijk keren planologische bezwaren te formuleren." De voorzitter zegt dat de situatie momenteel zo is dat in het kader van de P.X.B.-procedure het gemeentebestuur voor 1 november a.s. kan reageren op het regeringsstandpunt voor zover het betreft ruimtelijke ordening en planologie, althans wanneer de gemeente problemen zou hebben met de locatie Moerdijk. Dat betekent dat in de oktoberraad een voorstel gedaan moet worden over hoe de gemeente hier mee om denkt te gaan. De voorzitter zegt toe in de vergade ring van oktober met een voorstel te komen zodat deze zaak procedureel gezien loopt zoals het hoort. Namens de fractie van de V.V.D. stelt de heer Boertjes de volgende vraag luidende; "Het fietspad langs het Steenpad tussen Boudewijk Drenkwaartlaan en Noordlan- geweg verzakt aan de kant van de sloot. Over een lengte van 75 m. te reke nen vanaf de Boudewijk Drenkwaartlaan zijn er ruimten tussen de tegels van 3 a 5 cm. ontstaan. Met name in de bocht bevindt zich een zeer gevaarlijke situatie. Is het college bereid deze onveilige situatie voor fietsers nog voor het ko mende herfst-, winterseizoen op te heffen?" De heer Munters antwoordt dat reeds enkele weken terug dit punt onderwerp van bespreking is geweest met de onderhouds-aannemerOp korte termijn zal een en ander worden hersteld. De heer Boertjes stelt vervolgens de volgende vraag, luidende: Voor een groot aantal ouderen en invaliden is de huidige trap in het Mau— ritshuis een onoverkomelijke hindernis om de raads-, trouw- en receptiezaal te kunnen bereiken. Is het college bereid maatregelen te treffen opdat de zaal voor alle inwoners en gasten bereikbaar wordt? Kunt u op korte termijn anti-slip stroken op het einde van de traptreden laten aanbrengen opdat het gevaar van uitglijden tot een minimum wordt beperkt." voorzitter antwoordt dat ook lichamelijk gehandicapten recht hebben een dergelijke ruimte te bereiken. Het is echter zo dat een gebouw als het Mau- ritshuis zodanige beperkingen heeft dat er hooguit valt te denken aan een stoeltjeslift bij de trap, wat technisch best te realiseren is. Veel gehan dicapten en ouderen vinden een dergelijke voorziening echter angstig dus zou dit ook geen oplossing bieden. Een liftinstallatie is in het Mauritshuis technisch gesproken niet haalbaar. Overigens valt aan dit probleem weinig te doen hoe vervelend dit ook moge zijn. -Er-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 127