-14- Mevrouw Kroon-Klink dankt de voorzitter voor de toezegging voor uitbreiding van het aantal bestuursleden en hoopt dat zich inderdaad nog een maatschap pelijke groepering aandient. In verband met de suggestie van de voorzitter om het bestuursleden-aantal te wijzigen in 5 of 7 merkt de heer Hoekwater op dan toch maar uit te brei den naar 7. In een van de artikelen wordt namelijk gesproken over een dage lijks bestuur bestaande uit 5 leden.Wanneer nu het bestuur wordt terugge bracht naar 5 dan wordt daarmee meteen een dagelijks bestuur gevormd. Terugkomend op het gezegde van de voorzitter dat je altijd moet voorzien in zaken die niet te voorzien zijn, verwijst de heer Hoekwater naar artikel 14 lid 2 dat zegt dat voor het beschikken over bank- en girosaldi de handteke ning van de penningmeester voldoende is. Hierin wordt dus gezegd zoveel ver trouwen te hebben in de penningmeester dat hij er niet met de kas v.andoor gaat. De heer Hoekwater wil hiermee zeggen dat er een zekere onevenwichtig heid zit in de mogelijkheden die het college voorziet en niet voorziet. Het college stelt hier ook niet dat de penningmeester voor uitgaven boven bij voorbeeld ƒ.2.000,twee handtekeningen nodig heeft om te voorkomen dat de penningmeester er inderdaad met de kas vandoor gaat. De voorzitter antwoordt dat wat artikel 14 lid 2 betreft het inderdaad niet ongebruikelijk is wanneer daar staat de penningmeester en de voorzitter of dat er een limiet wordt opgenomen ten aanzien van bedragen. De voorzitter heeft er dan ook geen bezwaar tegen wanneer in dit artikel wordt opgenomen dat zowel de penningmeester als de voorzitter tekenen. Voor wat de wijziging van het aantal bestuursleden betreft zegt de voorzit ter dat het in een volgende samenstelling van het college niet uitgesloten is dat de portefeuillehouder sociale zaken en de voorzitter van de raad een en dezelfde persoon zijn. Dat zou betekenen dat het bestuur dan 5 leden telt in plaats van 6. Vandaar dat de voorzitter voorstelt om de wijziging van het aantal bestuursleden in 7 nog even open te houden. In principe wordt echter gestreefd naar een bestuur met 7 leden. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen komstig het voorstel van burgemeester en wethouders ingestemd met de op richting van en deelneming in de "Stichting Woonvoorzieningen voor Ouderen" Aangaan van een samenwerkingsovereenkomst rnet de Woningbouwvereniging Brabants Westhoek. De heer de Visser vraagt of de extra raadsvergadering, welke gepland is op 24 september a.s. inderdaad nodig is om de streefdatum 1 januari 1986 te halen en ten tweede vraagt de P.v.d.^. waarom gekozen is voor aansluiting bij het Nederlands Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting. Is dit in de voorbesprekingen niet meegenomen? En als laatste vraagt de heer de Visser of er nog gedacht is aan alternatieven. De heer Boertjes zegt dat de V.V.D.-fractie zich kan vinden in het voorstel om samen te gaan in een woningbouwvereniging. Hij wil er nog wel nadrukke lijk bij vermelden, zoals dat ook al in de vergadering van 16 juli j.l. is gezegd, dat voor het onderhoud aan de woningen in de gemeente Willemstad een beroep wordt gedaan op de plaatselijke middenstand. De voorzitter antwoordt dat de betrokkenheid van de Willemstadse onderne mers een onderdeel vormt van de samenwerkingsovereenkomst; in artikel 7 worden hier duidelijke afspraken over gemaakt. De extra raadsvergadering op 24 september a.s. is echt nodig en wel om twee redenen. Vanavond wordt alleen een principe-besluit genomen ten aanzien van de overdracht van het bezit van het gemeentelijk woningbedrijf aan de nieuw te vormen woningbouwvereniging. Dit moet vanavond gebeuren omdat voor 1 januari 1986 de besluiten nog goedgekeurd moeten worden door de gedeputeer de staten en het ministerie van V.R.Ó.M. nog toestemming moet verlenen over de toelating van de vereniging. Als de datum 1 januari 1986 niet kan worden -gehaald- -15- gehaald zou het bezit in principe ook per 1 februari of 1 maart 1985 over kunnen gaan. Dit betekent dan echter wel dat de gemeente nog gedurende 1 jaar de ad ministratie van het woningbedrijf moet aanhouden en dit geldt dan ook voor de andere gemeenten. De extra vergadering is belegd om de raad een zo breed en duidelijk mogelijk inzicht te geven in datgene wat nu precies wordt overgedragen zoals achter paden, binnenterreinen enz. Over de vraag met betrekking tot het N.C.I.V. zegt de voorzitter dat in Neder land twee belangenorganisaties voor woningbouwcorporaties zijn namelijk de Nationale Woningraad in Lelystad en het Nederlands Christelijk Instituut voor volkshuisvesting in De Bilt. In deze regio zijn nagenoeg alle corporaties aan gesloten bij het N.C.I.V. In het verleden heeft ook het Willemstadse woning bedrijf, met instemming van de raad, gebruik gemaakt van de adviezen van het N.C.I.V. en we denken dan met name aan de plannen voor renovatie van de 32 woningwetwoningen. Op dit moment wordt de administratie van het woningbedrijf op een zodanig peil gebracht dat de zaak kan worden overgedragen en dit wordt ook gedaan door het N.C.I.V. Een van de woningbouwverenigingen die mede deel uit gaat maken van de woningcorporatie was reeds aangesloten bij het N.C.I.V. Bovendien heeft het N.C.I.V. in de gehele procedure een belangrijke adviserende rol gespeeld. Vandaar dat het logisch is dat er wordt aangesloten bij het N.C.I.V. De heer de Visser vraagt waarom niet eerder aangegeven is dat een en ander al zo goed als geregeld was. De heer Tuinman merkt op dat de achtergrondinformatie die nu gegeven wordt niet bekend was bij de P.v.d.A.-fractieUiteraard was wel bekend dat de gemeente Willemstad gebruik maakte van de adviezen van het N.C.I.V. Wanneer echter wordt gekeken naar de verschillende deelnemers in dit samenwerkingsverband kan naar de mening van de heer Tuinman gesteld wordt dat van een lidmaatschap van het N.C.I.V. alleen sprake is hij de Christelijke Woningstichting West-Brabant. De overige deelnemers zijn niet aangesloten bij het N.C.I.V. Volgens de fractie van de P.v.d.A. heeft men dus te maken met een algemene vereniging. Waarom moet dan zo1n algemene vereniging zich aansluiten bij een christelijke koepel. Het was logischer geweest dat die ene christelijke vereniging zich aansloot bij de algemene koepel in casu de Nationale Woningraad. voorzitter is er zo goed als zeker van dat ook de gemeenten Fijnaart en Klundert het N.C.I.V. regelmatig consulteerden vandaar dat het bijna een auto matisme is dat wordt aangesloten bij het N.C.I.V. De heer Tuinman verzoekt namens zijn fractie de vergadering enige minuten voor overleg te schorsen. Na de schorsing dient de heer Tuinman namens de fractie van de P.v.d.A. een voorstel tot wijziging van de samenwerkingsovereenkomst in luidende: "4. Partij ter andere zijde verbindt zich om zich aan te sluiten bij de Natio nale Woningraad te Lelystad." De heer Munters doet een oproep om dit voorstel tot wijziging niet te onder steunen. In de vergadering van februari j.l. is de betrokkenheid van het N.C.I.V. al duidelijk naar voren gekomen. Het N.C.I.V. heeft heel de totstand koming van de woningcorporatie begeleid, alsmede ook de hoorzittingen. De heer Munters is van mening dat het niet erg hoffelijk is om aan het eind van de rit, wanneer de woningbouwvereniging bijna een feit is, over te stanpen naar een andere overkoepelende organisatie. De heer de Visser vraagt zich af of het dan ook niet hoffelijker was geweest om in de richting van de raad te laten weten dat het N.C.I.V. zou adviseren tijdens de procedure en dat na de totstandkoming van de woningbouwvereniging aangesloten zou worden bij het N.C.I.V. De heer Munters antwoordt dat de aansluiting een logisch gevolg was van de voor geschiedenis. De heer Dane neemt aan dat de heer de Visser over dezelfde informatie heeft kunnen beschikken als de fractie van het C.D.A. -De-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 125