mMm De heer Kamp antwoordt dat van de 8 aanvragen er 7 uit plan Noordlangeweg kwamen en 1 uit Helwijk. Het is niet de bedoeling alleen woningen uit Noordlangeweg te verkopeïï. Wan neer verkocht zou gaan worden dan ook in Helwijk. Gemakshalve wordt nu, gezien het grote aantal aanvragen uit Noordlangeweg alleen gesproken over de duur dere woningen in deze wijk. Dit zou voor alle duurdere woningwetwoningen kunnen gelden. De heer Boertjes vraagt in tweede termijn aan welke huurprijzen het college denkt wanneer zij spreekt over duurdere woningen. De heer de Visser vraagt schorsing van de vergadering om met de eigen fractie overleg te plegen. Ma een schorsing van de vergadering door de voorzitter van ongeveer tien mi nuten vraagt de heer de Visser namens de fractie van de P.v.d.A. het college nogmaals het voorstel terug te nemen om zodoende in de gelegenheid te zijn in een volgende vergadering wat meer achtergrond-informatie te verstrekken. Het college zou dan in de volgende vergadering opnieuw een voorstel kunnen doen waarin de verschillende zaken die nu besproken zijn en die ook in de stukken van 19S3 stonden wat meer te onderbouwd zijn. De voorzitter antwoordt op de vraag van de heer Boertjes dat de meerderheid van het college niet voornemens is woningwetwoningen te verkopen en dus ook geen keuze heeft gemaakt ten aanzien van de verkoop van woningen vanaf een bepaalde huurprijs. Er is slechts door een lid van het college onderscheid gemaakt in duurdere en goedkopere woningen en de voorzitter kan geen mededeling doen waarom door dit lid van het college deze keuze is gemaakt. De heer Tuinman vindt het antwoord van dé voorzitter teleurstellend aangezien de voorzitter toch woordvoerder voor het college is. 'daarom wordt dan verwezen naar de wethouder. De voorzitter antwoordt dat de wethouder mans genoeg is zijn mening te ver woorden, wat hij overigens in eerste termijn ook heeft gedaan. Voor wat betreft het verzoek van de heer de Visser dit voorstel een maand uit te stellen zegt de voorzitter dat dit niet zo'n goede zaak zou zijn. Of de 26 woningen die in het verleden zijn verkocht, in het woningbestand van Willem stad zijn gebleven is niet zo relevant. De gemeente kan deze 26 woningen niet meer aan iemand toewijzen. Dat de woningen in het Kloosterblokje minder kosten dan in plan Noordlangeweg zit in het feit dat deze woningen niet zo groot en niet zo luxe zijn. Het is waar dat duurdere woningen een jaar huurverhoging overslaan. Daarmee wordt alleen bevestigd dat de dure woningen van nu de goedkopere van straks zijn. Het is de voorzitter niet bekend of de premiekoop-A-woningen inderdaad ver kocht zijn aan bewoners van woningwetwoningen. Wel is het zo dat deze wonin gen voor die groep mensen zijn bedoeld. Een andere motivatie om woningwetwoningen niet te verkopen is de reden dat momenteel jongelui met trouwplannen de keuze nog kunnen maken tussen een eigen woning en een woningwetwoning. Wanneer verkocht wordt kan deze keuze niet meer worden gemaakt. Overigens wordt het besluit om niet te verkopen niet genomen voor een periode van vijf jaar dit standpunt kan jaarlijks opnieuw worden bezien. De heer de Visser concludeert dat het college niet bereid is het voorstel een maand voor nader onderzoek terug te nemen. Op grond daarvan kan de P.v.d.A.- fractie niet besluiten wel of niet accoord te gaan met het voorstel. De voorzitter stelt voor het voorstel in stemming te brengen. De heer Tuinman antwoordt dat op grond van de simpele overweging dat het col lege geen nader onderzoek in wil stellen de P.v.d.A.-fractie tegen het voor stel is. De heer Boertjes zegt dat ook de fractie van de V.V.D. tegen het voorstel van het college is. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt niet inge stemd met het standpunt van het college inzake de verkoop van woningwetwonin gen. -Nader- M|f« Nader onderzoek naar mogelijke locaties voor het (definitief) woonwagencentrum. De heer Tuinman zegt namens de fractie van de P.v.d.A. dat op 10 augustus 1982 de raad van oordeel was dat plan Elim in eerste instantie in aanmerking kwam voor de vestiging van een woonwagencentrum. De P.v.d.A.-fractie kon zich daarin vinden. De ontwikkeling van plan Elim zou echter eerst na 1988 ge schieden dus er moest een tijdelijke locatie gevonden worden. De P.v.d.A. is toen accoord gegaan met de inrichting van een tijdelijk woonwagencentrum aan de Hellegatsweg. Volgens gedeputeerde staten kon deze locatie echter niet in aanmerking komen voor opname in het (planologische) spreidingsplan Woonwagens. Als in plan Elim niet tijdig in een woonwagencentrum kon worden voorzien, zou het Kloosterblokje als alternatief worden opgenomen. Inmiddels vinden het college en de overige C.D.A.- en V.V.D.-raadsleden dat plan Elim niet meer ontwikkeld hoefde te worden. De P.v.d.A. was daar niet blij mee, aldus de heer Tuinman. In dat kader werd toen het kindje "woonwagen- centrum" met het badwater "Elim" weggegooid en bleef in feite het Klooster blokje over. Desalniettemin kwam in de raadsvergadering van 14 augustus 1984 het college met het voorstel om de locatie, omsloten door Steenpad, de Lierestraat, Carel van Boetzelaerstraat en Menno van Coehoornstraat, te bestemmen voor de in richting van een definitief woonwagenkamp. De raad was hierop tegen. Wel was hij voor de omzetting van het tijdelijk woonwagenkamp aan de Hellegatsweg in een definitief. De P.v.d.A. heeft bij die gelegenheid al gewaarschuwd voor het risico van een provinciale aanwijzing. In het licht van eerder gemaakte op merkingen door de P.v.d.A» heeft de fractie zich op 15 januari van dit jaar niet willen verzetten tegen de instelling van een nader juridisch onderzoek naar de haalbaarheid van de realisering van het woonwagencentrum aan de Helle gatsweg. Inmiddels is het rapport van de V.N.G. ontvangen en duidelijk is dat het ge meentebestuur stedebouwkundige- en exploitatiebezwaren tegen het Kloosterblok je als locatie, veel beter dient te motiveren of een andere meer geschikte locatie dient aan te wijzen, indien dit niet gebeurd is de kans op een provin ciale aanwijzing zeer groot. De heer Tuinman is van mening dat het gemeentebestuur weer terug is bij "Af" "In feite" is er niets gebeurd en dat betreurt de fractie van de P.v.d.A. Gezien de voorgeschiedenis vindt de P.v.d.A. het enigszins absurt dat het college nu vraagt om een machtiging tot het instellen van een nader onderzoek. Hoe zit het dan met de verantwoordelijkheden van het college? Het college heeft toch een taak in het kader van de bevoegdheden-toedeling ingevolge de gemeentewet? Deze zaak moet niet vooruit geschoven worden. De gemeente moet straks niet willen zeggen dat de realisatie van een woonwagencentrum op een bepaalde locatie door de provincie is opgedragen. Niemand binnen de raad streeft toch naar een niet te benijden bestuurlijke positie voor Willemstad. In ieder geval streeft daar de P.v.d.A. niet naar. Daarom roept de P.v.d.A.-fractie het college op binnen de kortst mogelijke keren, en het is aan het college hiervoor een termijn te stellen met een voor stel naar de raad te komen waarin een of meerdere locatiekeuzen, die getoetst kunnen worden volgens de daarvoor geldende criteria, worden gemaakt. Een voorstel waaruit blijkt dat het gemeentebestuur zich bewust is van de eisen die de wet stelt. De fractie van de V.V.D. heeft aldus de heer Boertjes enige bezwaren tegen dit agendapunt. Met name heeft de V.V.D. problemen met de stellingname dat gezocht moet worden naar mogelijke locaties. Er is namelijk maar een beperkt onderzoek nodig om locaties te zoeken. Ten eerste komt voor de V.V.D. in aanmerking de huidige locatie ten zuiden van de Hellegatsweg of zoals in de stukken staat het Kloosterblokje. Maar misschien heeft het college nog andere locaties op het oog. Voor deze locaties stelt de V.V.D. het college in de gelegenheid een en ander te onderzoeken. -Voor-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 122