-4- koopt dus via het R.I.B. en met de door het R.I.B. vastgestelde korting. Van deze kortingspercentages mag door de leverancier, wie dat dan ook moge zijn, niet worden afgeweken. De heer Dane zegt dat blijkt dat genoemd bedrijf toch afwijkt van de R.I.B.- voorschriften aangezien de door hem vermelde prijzen ook prijzen op R.I.B.- basis zijn. Een en ander geeft zoals eerder vermeld, het niet geringe verschil van ƒ.749,70 voor de stencilmachine terwijl door de andere klant een machine wordt ingeruild die veel ouder is en niet electrisch. De heer Dane zegt dit een slechte zaak te vinden. De gemeente moet zich realiseren dat zij omgaat met gemeenschapsgelden en dit ook verantwoord uit moet geven. Een en ander moet ook in de richting van Gestetner goed duidelijk gemaakt worden vo°rzitter zegt bereid te zijn het voorstel terug te nemen maar dan moet de C.D.A.-fractie met de nodige bewijzen komen zodat inderdaad Gestetner kan worden aangesproken. Voor wat betreft het verzoek van de heer Hoekwater om een plan op te stellen voor het vermenigvuldigingswerk antwoordt de voorzitter dat dit niet zo een, twee, drie op tafel kan komen. Het grootste pakket werk dat wordt geleverd met behulp van de stencilmachine en de scanner is de Brillant. Terzijde merkt de voorzitter op dat op dit moment de scanner is versleten; er wordt momenteel gewerkt met een bruikleen machine. De voorzitter zegt toe om bij een volgend voorstel een overzicht te voegen waaruit blijkt wat de kosten bedragen wanneer het stencilwerk in eigen beheer wordt gedaan en wat de kosten zijn wanneer het werk wordt uitbesteed. De raad kan dan terzake zijn keuze doen. Overigens vraagt de voorzitter zich af of het uitbesteden van het stencilwerk voor onder andere de Brillant inderdaad goedkoper is. Namens de fractie van de P.v.d.A. merkt de heer Tuinman op geheel accoord te kunnen gaan met het voorstel van de heer Dane. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de beslissing op het voorstel van het college tot het beschikbaar stellen van een krediet van ƒ.19.736,15 voor de aanschaf van reprografische apparatuur voor een nader onderzoek aan te houden. Beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de overname van de inven taris van het voormalig stadhuis. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten voor de overname van de in richting/inventaris van het voormalig stadhuis een krediet van ƒ,8,607,70 be schikbaar te stellen. De begroting 1985 wordt hiermede in overeenstemming ge bracht Verlenen van medewerking voor herstel van een tweetal ruiten in schoolgebouw "De Ruigenhil". Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een krediet van ƒ.263,90 be schikbaar te stellen voor het plaatsen van een tweetal ruiten in het school gebouw "De Ruigenhil", welke door vandalisme zijn vernield. De begroting 1985 zal hiermede in overeenstemming worden gebracht. Scholenplan in het kader van de Net op het Basisonderwijs. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten dat vermeerdering van openbare scholen in de planperiode 1986/1987, 1987/1988 en 1988/1989 niet nodig is om te voorzien in voldoende gelegenheid tot het volgen van openbaar onderwijs. beschikbaar stellen van een krediet voor de bouw van 6 woningwetwoningen in het bestemmingsplan "Kloosterblokje". Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten voor de bouw van de 6 woning wetwoningen in het Kloosterblokje een krediet beschikbaar te stellen van ƒ.618.983,ende begroting 1985 hiermee in overeenstemming te brengen. -Voor- Voor de uitvoering van het bovenstaande plan wordt een lening uit 's Rijks kas op grond van het Besluit geldelijke steun volkshuisvesting aangevraagd en aan vaard, alsmede een jaarlijkse bijdrage in het exploitatietekort. Instemming met het beleidsstandpunt ten aanzien van de verkoop van woningwet woningen. De heer de Visser zegt namens de P.v.d.A.-fractie zich geconfronteerd te zien met een nogal complexe materie. Op voorhand deelt hij mede dat de fractie van de Partij van de Arbeid in principe positief staat tegenover de bevordering van het eigen woningbezit. Aan de andere kant is er ook de verantwoordelijk heid met betrekking tot het gemeentelijk woningbestand. Ook voor de gemeente Willemstad is er de primaire taak om te voorzien in de behoefte aan sociale woningbouw. Tengevolge van het door de provincie geformuleerde groeiklasse- beleid dient de woningbouw in Willemstad in de eerste plaats ten goede te komen aan degenen die ter plaatse zijn geboren en getogen of economisch gebon den zijn. Aan de ene kant wordt Willemstad geconfronteerd met een woningvoorraad die maximaal mag toenemen volgens per saldo natuurlijke groei en dan wordt daarop ook nog eens gekort en dubbel gekort bij de herziening van het streekplan. Aan de andere kant is.er een toenemende vraag naar specifieke woonruimte èn in de komende jaren een grote vraag naar eengezinswoningen. Er blijkt vooral vraag te zijn naar goedkopere huurwoningen. Voor wat betreft de ligging is er een grote voorkeur voor de Vesting, Plan Noordlangeweg en het Kloosterblokje. De heer de Visser zegt dat zijn fractie graag de beschikking had gehad over de aantallen woningen in de verschillende huurcategoriën qua ligging alvorens zij een afgewogen oordeel kan vormen. In het voorstel baseert het college zich niet alleen op een actuele stelling- name, maar ook op de motieven zoals die neergelegd zijn in het college-voor- stel van 27 januari 1983. In dit kader heeft de P.v.d.A. enkele vragen. Onder punt 4.1 van het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 januari 1983 staat dat voornamelijk goedkope woningwetwoningen te koop worden gevraagd, hetgeen tot gevolg heeft dat de sociaal zwakkeren aangewezen zijn op de steeds duurdere woningen. Nu worden voornamelijk de duurste woningwetwoningen te koop gevraagd en de nieuwbouw-woningwetwoningen zijn lager in huur. In punt 4.3 op bladzijde 4 staat dat de verkoop van goedkopere huurwoningen de vraag naar huursubsidie zal doen toenemen. De gevraagde woningen zijn de duurste In punt 4*4 staat dat de stijging van de woonlasten de vraag naar goedkopere woningen zal doen toenemen. Dezelfde oorzaak zou ook de vraag naar goedkope koopwoningen kunnen zijn en dat zijn bewoonde woningwetwoningen. In punt 4.5 staat: Het hoge aantal woningzoekenden en de lange wachttijden zijn reeds voldoende motief om geen woningwetwoningen aan bewoners te verkopen. De P.v.d.A. vraagt zich af waaruit blijkt dat de verkoop van woningwetwoningen aan bewoners het bovenstaande beïnvloed heeft. Er zijn er toch maar twee ver kocht en die zijn in het woonbestand gebleven. Punt 4.6 De verkoop van woningwetwoningen belemmert de doorstroming naar premiewoningen. De P.v.d.A. vraagt waaruit dat blijkt. Zijn het de huurders van de woningwetwoningen die nu de premiewoningen kopen? Tot slot vraagt de heer de Visser na te gaan of het mogelijk is de aanbiedings plicht aan de gemeente van 10 jaar te wijzigen in een blijvende verplichting, waardoor de woning toch min of meer in het woningbestand wordt gehouden. Op grond van het vorenstaande vraagt de fractie van de P.v.d.A. het college dit voorstel terug te nemen tot een volgende vergadering en een en ander te onderzoeken. De heer van der Sluijs merkt namens de fractie van het C.D.A. op dat een lid van het college een andere mening heeft over de verkoop van duurdere woning wetwoningen. -Hij-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1985 | | pagina 120