-12-
Beroep, tegen, schorsing van en voorlopige voorziening voor besluit van gedepu
teerde staten van Noord-Brabant van 23 mei 1984, inzake de toewijzing van de
eigendom, het beheer en het onderhoud van de in het ruilverkavelingsblok Willem
stad onder de gemeente gelegen polderwegen.
De heer De Visser zegt dat de fractie van de Partij van de Arbeid de door de raad
ingediende bezwaren tegen de toewijzing nogmaals heeft doorgenomen en deze blijft
ondersteunen.
Tevens heeft zij kennis genomen van de overwegingen van de gedeputeerde staten
die tot ongegrondverklaring van de bezwaren hebben geleid.
Tenslotte kan de fractie van de P.v.d.A. zich vinden in de Willemstadse opmer
kingen en het verweer hierover.
Het zal het college dan ook niet verbazen dat de fractie van de P.v.d.A. zich
volledig kan vinden in het voorstel van burgemeester en wethouders om in beroep
te gaan, schorsing te verzoeken en te verzoeken een voorlopige regeling te
treffen, en wel op de wijze zoals door het college is geformuleerd. Dat laatste
geldt trouwens ook voor het aanwijzen van de gemeentelijk gemachtigde.
De heer Van der Sluijs spreekt namens de fractie van het C.D.A. zijn dank uit
voor het uitgebreide voorstel van het college.
De fractie van het C.D.A. stemt dan ook van harte in met dit voorstel om in be
roep te gaan en schorsing en voorlopige voorziening te vragen tegen de toewijzing
van de polderwegen.
Overigens ziet de fractie van het C.D.A. met belangstelling uit naar de afloop
van deze kwestie.
De heer Boertjes herinnert de voorzitter aan diens woorden, gesproken bij de be
handeling van de gemeente-begroting 1984, namelijk dat de toewijzing van de
polderwegen de gemeente als het zwaard van Damocles boven het hoofd hangt.
De fractie van de V.V.D. is dan ook met het college van mening dat de gemeente
zich aan deze laatste strohalm moet vastklampen.
Het is onevenredig als men weet hoe weinig wegen zijn verbeterd in verband met
de ruilverkaveling; zodoende komt de gemeente Willemstad al vrij snel voor hoge
kosten te staan als gevolg van onderhoud c.q. verbeteringen.
De V.V.D. fractie vindt evenals het college dat de verfijningsuitkering voor de
historische stadskern niet oneigenlijk gebruikt mag worden.
Er zal dan ook, zoals het college zelf kenschetst, bij de overdracht van de
polderwegen een financiële regeling moeten worden getroffen, die voor de gemeente
aanvaardbaar is.
De fractie van de V.V.D. heeft geen enkele moeite met het in het voorstel aange
geven verzet tegen het besluit van de gedeputeerde staten.
Het is volkomen tegenstrijdig, dat de hoogte van de polderlasten door het water
schap "De Striene" worden gehandhaafd, terwijl het waterschap verlost wordt van
het onderhoud aan de wegen. Met het voorstel van het college gaat de fractie van
de V.V.D. dan ook volledig accoord.
De voorzitter leidt uit de woorden van de heren De Visser, Van der Sluijs en
Boertjes af dat de raad unaniem staat achter het voorstel van burgemeester en
wethouders. Begrijpelijk en terecht,zo stelt de voorzitter, omdat de raad zich
ln het verleden meermalen nadrukkelijk heeft verweerd tegen de mogelijkheid om de
polderwegen zonder meer aan de gemeente over te dragen.
he voorzitter zegt enigszins optimistisch dat het beroep en het verzoek om schor
sing en een voorlopige voorziening tegen het besluit van de gedeputeerde staten
iets meer is dan een laatste strohalm, zoals de heer Boertjes stelt,
oor het feit dat de gedeputeerde staten toegeven dat er voor de gemeenten toch
aanzienlijke financiële consequenties aan de toewijzing vastzitten zal de Kroon
nedelijkerwijs tot het oordeel moeten komen dat de toewijzing zonder meer niet
door de beugel kan.
io de zeventiger jaren was een beleid om wegen over te hevelen van de waterschap-
Pen naar de gemeenten misschien nog wel acceptabel. Het misstaat echter niemand
om een beleid op een gegeven moment bij te stellen,
at feit dat het college van gedeputeerde staten dit niet gedaan heeft getuigt
Het van verschrikkelijk veel creativiteit.