-10- Het tweede deel van het voorstel van het college doet bijna afbreuk aan het eerste. Als namelijk in het verloop van het lange proces van toestemming van het ministerie van onderwijs, grondverwerving, wijziging bestemmingsplan, goedkeuring, afgifte bouwvergunning, een vertraging ontstaat, dan gaat dit wel ten koste van de tijd dat de openbare lagere school in de huidige accommodatie moet blijven. Ware het niet beter om nu nog geen keuze te maken maar te komen met een voorstel tot nieuwbouw, hetzij ter plaatse of op een andere locatie. Tenslotte vraagt de heer Hoekwater of het college geheel vrij is in de onderhande lingen over de grondkosten. voorzitter zegt dat de verplaatsing van de openbare school en de nieuwbouw op een mogelijke andere locatie wordtingegeven door twee feiten. Het eerste is dat een gedeelte van de huidige school is opgetrokken uit houten noodlokalen, die op een gegeven moment "versteend" moeten worden. Het tweede feit is dat het wenselijk is de openbare basisschool te verplaatsen naar elders om op de huidige locatie een goede bejaardenvoorziening te kunnen creëren. Deze zaken kunnen haaks op elkaar staan. Als de gemeente van oordeel is dat er een nieuwe basisschool ergens ge bouwd moet worden, wil dat zeker in deze "dure" tijd nog niet zeggen dat het minia terie van Onderwijs en Wetenschappen ook zonder meer dezelfde mening is toege daan. Dit betekent dat wanneer er een noodzaak is ,om een andere reden dan het onderwijs zelve, om een school te verplaatsen, het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen dan al snel zegt: wat is u dat financieel waard. Op het verzoek van de heer Van der Sluijs om binnen de kostenbegroting te blijven antwoordt de voorzitter dan ook dat het college al het mogelijke zal doen om dat te bereiken, maar dat vanwege een bijkomende verplaatsingsfactor het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen snel zal zeggen: "dat kost geld". Dit is ook logisch, als men bedenkt dat in ieder geval 2 lokalen van de huidige openbare school van steen zijn en na de oorlog zijn gebouwd en daarom nog niet afkeurenswaardig zijn. Dit is in wezen het dilemma waar we hier mee te maken hebben, aldus de voorzitter. Er wordt hier namelijk gesproken over verplaatsing van een school naar een nieuw bouwwijk, terwijl een gedeelte van die school nog te handhaven is. In dit ver band herinnert de voorzitter aan de eis van het Ministerie bij de bouw van de nieuwe C.N.S.-school, dat 2 lokalen van de oude school moesten blijven staan. Op verwezenlijking van het plan Elim, zo zegt de voorzitter,moet zoals bekend nog eigenlijk veel te lang worden gewacht. Regelmatig heeft het college met Mabon (voorheen Bohan) besprekingen over het ter rein in plan Noordlangeweg. Het college heeft nu zover met Mabon afgesproken, dat de raad in principe een locatie op het terrein van Mabon voor een nieuwe openbare basisschool kan aanwijzen. Dat heeft geen andere consequenties dan dat de gemeente zegt: als wij in staat zijn een nieuwe school te bouwen, dan is het terrein in plan Noordlangeweg een goede locatie en dat Mabon zegt: als het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen toestemt in nieuwbouw elders Mabon bereid is te overleggen of dat op haar terrein kan. Over de grondkosten is daarom met nog geen woord gerept. Op de vraag van de heer Tuinman om niet te gaan werken met minimale afmetingen, zegt de voorzitter dat dit in sterke mate zal afhangen van de beschikbare finan ciële middelen; de grondprijs speelt hierbij uiteraard een rol. Met de school zelf is inderdaad nog geen overleg gepleegd. De voorzitter zegt in dit verband toe dat de hoofden, de teams en de medezeggenschapsraad dan geraad pleegd zullen worden, zodra het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen komt Praten over de school. Het gaat thans om een principe-uitspraak over het al of niet verplaatsen van de school. Het door de heer Hoekwater aangedragen twee-sporen beleid gaat in dit geval niet °P" Want ingeval door het ministerie alleen toestemming wordt gegeven voor ver- Vanging/uitbreiding ter plaatse, kan de bejaardenvoorziening daar niet meer ver wezenlijkt worden. Overigens maakt de voorzitter van de gelegenheid gebruik om voor te stéllen het j het voorstel overgelegde ontwerp-raadsbesluit te wijzigen met dien verstande at de Minister van Onderwijs en Wetenschappen zal worden verzocht om medewerking voor de bouw van een openbare basisschool inclusief gemeenschapsruimte/vaklokaal. c reden hiervan is dat de tekst onder punt 2. van het ontwerp-besluit* de Minister a s het ware de beslissing aandraagt om de houten lokalen te vervangen 'door stenen lokalen. -In-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 88