-7-
Het gemeentebestuur is wettelijk niet verplicht tot het houden van een oefening.
Het is natuurlijk wel goed dat degenen die bij zo'n dergelijk plan betrokken
zijn de procedures eens een a twee keer per jaar doornemen.
Enkele malen per jaar wordt wel actief geoefend met het aanvalsplan voor het
Schelde-Rijnkanaal. Als er zich een calamiteit voordoet die consequenties voor
Willemstad heeft zal het vermoedelijk in dit kanaal zijn. Aan zo'n oefening
werken de verbindingswagen van de regionale brandweer, de inspectie van het
brandweerwezen, de verschillende brandweerkorpsen en rijkswaterstaat mee.
Bij een dergelijke oefening blijkt altijd weer dat het zwakke punt de verbin
dingen zijn. Wie waarschuwt wie? Als iemand gewaarschuwd is wat gebeurt er dan?
Als zich een calamiteit voordoet is het volstrekt duidelijk dat er in het eerste
half uur - uur na de melding een situatie van grote onzekerheid is. De instantie
die het eerst op de plaats van bestemming is, zal vermoedelijk de brandweer zijn.
Die moet dan de eerste maatregelen treffen.
Gehoopt wordt dat dit plan, waarvan burgemeester en wethouders de delen 2 en 3
nog moeten vaststellen, altijd in de kast kan blijven.
De heer Van der Sluijs is het niet eens met de voorzitter dat de bevolking in
het geheel niet ingelicht behoeft te worden. Het zou toch goed zijn als er een
summiere voorlichting wordt gegeven.
De voorzitter stelt dat het helemaal niet moeilijk is een stukje in de Brillant
te schrijven; hij zegt dan ook graag toe dat in het voorlichtingsblad vermeld
wordt dat er een gemeentelijk plan vastgesteld is waarin de opzet en organisatie
van de rampenbestrijding geregeld is.
De vraag is dan wat de inwoners daar wijzer van worden?
De heer Van der Sluijs denkt dat als medegedeeld wordt dat de burgemeester de
leiding heeft bij de rampenbestrijding, dit misschien een zekere mate van ver
trouwen geeft.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt deel I van het
gemeentelijk rampenplan, handelende over de opzet en organisatie van de rampen
bestrijding overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders vastge
steld.
Rapport "Voorzieningen voor ouderen te Willemstad"
De heer De Visser zegt dat een voorziening voor ouderen al een reeks van jaren
een grote wens is van deze raad.
Voor de fractie van de P.v.d.A. is de vervulling van die wens een reden geweest
om in te stemmen met heel dure plannen. Genoemd worden de bejaardenvoorziening
in het plan Noordlangeweg, de aankoop van de boerderij van Van der Gijp en de
aankoop van een terrein in de Achterstraat.
De geplande optimale voorziening in het plan Noordlangeweg is niet van de grond
gekomen. Ook is er nog sprake van geweest om in de voormalige Nederlands-Her
vormde pastorie en het Mauritshuis een bejaardenvoorziening te realiseren.
Steeds werden de verschillende plannen om diverse redenen geen werkelijkheid.
Thans wordt in het rapport gesproken over een minimum-voorziening.
Niettemin moet deze kans worden aangegrepen omdat deze poging zou kunnen leiden
tot de gewenste voorziening. Het probleem ten aanzien van de elders verblijvende
ouderen blijft door dit plan bestaan omdat de voorziening kleinschalig van opzet
is. Dit betreurt de fractie van de P.v.d.A. Het verwondert de fractie echter
onder aan pagina 4 van het rapport te moeten lezen dat de ouderen opgenomen in
een verzorgingstehuis, niet bij dit plan zijn betrokken om geen verwachtingen te
wekken
Was het niet beter geweest duidelijk te maken dat de opzet van de voorziening
geen mogelijkheden geeft tot terugkeer?
Op bladzijde 5 laat de stuurgroep weten dat er in Willemstad geen enkele gekwa
lificeerde bejaardenwoning is. Dat is geen beste zaak!
Als doelgroep waarop het project in Willemstad zich vooral zal moeten richten
worden de categorieën 2 en 3 op bladzijde 6 van het rapport genoemd. Dit be-
bevestigt nogmaals dat reeds elders verblijvende ouderen niet in de op te richten
voorziening kunnen worden opgenomen. Naar het oordeel van de fractie van de
P.v.d.A. moet dit duidelijk gemaakt worden.
Op bladzijde 7 van het rapport is vermeld wat de voorziening mede behoort te
omvatten. Zo wordt gedacht aan een multi-functionele ruimte voor:
-gezinszorg-