-15-
De voorzitter vindt dat de heer Hoekwater gelijk heeft als hij stelt dat sur
fen een heel aantrekkelijke sport is. Niet weersproken is dat op een gegeven
moment een voorziening vol is. Dat is een feit. Een consequentie van het vol
ledig bezet zijn van het strandje is dat recreanten nieuwe locaties in de on
middellijke nabijheid gaan zoeken. Zo wordt nu ook al op het terrein vanaf
het strandje richting jachtensluis gerecreëerd. Dat gebruik past niet in de
visie ten aanzien van de ruimtelijke ontwikkeling van dat gebied. De bedoeling
is dat dat terreingedeelte een natuurterrein blijft. Op de Ventjagersplaten,
die beschermde natuurmonumenten zijn, moeten recreanten uit het terrein worden
gehaald. Het is onmogelijk de oeverrecreatie alleen op het bestaande strandje
te doen plaatsvinden.
Onderzoek heeft uitgewezen dat mensen steeds nieuwe locaties in de onmiddel
lijke nabijheid zullen gaan zoeken.
Voor het tewater laten van bootjes wordt momenteel een regeling getroffen om
de op de Benedenkade aanwezige takel weer voor dit doel te gaan gebruiken.
De oeverrecreatie kan echter niet ongelimiteerd worden uitgebreid, daar moet
de raad van doordrongen zijn.
De heer van der Sluijs deelt mede dat de fractie van het C.D.A. met het voor
stel van het college accoord kan gaan. Hij vraagt nog wel speciale aandacht
voor het fietspad Oudemolen-Helwijk. Het is bekend dat dit gezien de breedte
van de berm moeilijk te realiseren zal zijn. Doch de gevaarlijke situatie voor
fietsers maakt het gewenst dat de aanleg van een fietspad een aandachtspunt
blijft.
De heer Munters wijst er op dat wanneer langs de Stadsedijk een fietspad aan
gelegd moet worden er op grond van voorschriften van de hogere overheid een
bepaalde afstand moet zijn tussen het fietspad en de rijbaan. Door de breedte
van de berm is die afstand niet haalbaar. Daarom zal van overheidswege geen
bijdrage in de kosten tot aanleg van een fietspad beschikbaar worden gesteld.
Omdat de kosten voor de gemeente, gezien andere prioriteiten, te hoog zijn,
blijft de aanleg van een fietspad langs de Stadsedijk voorlopig nog een vrome
wens.
De heer de Visser merkt op dat de sleephelling bij de vuurtoren niet als zo
danig is aangelegd. Die voorziening was een toevallige mogelijkheid om de
blusboot van de brandweer redelijk te water te kunnen laten. Rijkswaterstaat
heeft de locatie afgezet en op verzoek van het gemeentebestuur een andere voor
ziening gemaakt bij de vuurtoren die niet optimaal is. De opmerking van de
heer Hoekwater als zou het gemeentebestuur een bestaande voorziening opgeruimd
hebben en daarvoor niets in de plaats gebracht hebben is onjuist.
De heer Hoekwater stelt dat de heer de Visser gelijk heeft. De heer Hoekwater
heeft de gang van zaken wat vereenvoudigd weergegeven.
De voorzitter constateert dat de meerderheid van de raad staat achter de
reactie van het college op het ontwerp-meerjarenuitvoeringsprogramma open
luchtrecreatie.
Hij neemt aan dat de heer Hoekwater wenst te hebben aangetekend dat zijn frac
tie zich met betrekking tot het standpunt van het college ten aanzien van de
recreatie ten oosten van de Haringvlietbrug terughoudend opstelt.
Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeen
komstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een reactie op
het ontwerp-meerjarenuitvoeringsprogramma recreatieplannen ter kennis te bren
gen aan het dagelijks bestuur van het streekgewest Westelijk Noord-Brabant.
Aantal te vormen basisscholen dat voorziet in voldoende gelegenheid tot het
volgen van openbaar onderwijs en vaststelling spreidingsplan openbaar onder
wijs.
De heer Boertjes deelt mede dat de fractie van de V.V.D. accoord kan gaan met
het voorstel van het college. Zij vraagt zich wel af waarom als teldatum 16
januari 1983 wordt gehanteerd. Is het niet realistischer de teldatum 16 janu
ari 1984 te gebruiken?
-De-