-3- De heer Boertjes maakt enige opmerkingen omtrent ingekomen stuk nummer 16, het ontwerp-verslag van de vergadering d.d. 27 februari 1984 van de commissie voor openbare werken. Op pagina 2, 5e regel van onder staat vermeld "olie tanks". Dit moet zijn "olietank". Op de 22e en 23e regel van pagina 4 van het verslag wordt gesproken over een depot voor leilinden. De "grond" moet niet jaarlijks losgetrokken worden maar de "leilinden" moeten ieder jaar losgetrokken worden. De voorzitter neemt aan dat de heer Boertjes deze opmerkingen ook in de verga dering van de commissie voor openbare werken maakt, waarin dit verslag wordt vastgesteld. Zonder verdere beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de inge komen stukken voor kennisgeving aangenomen. Notitie betreffende het sanerings- en herindelingsplan voor camping Bovensluis. De voorzitter herinnert er aan dat in de vorige vergadering de stemmen staak ten over het voorstel van de heer Dane om het aantal standplaatsen voor de camping in afwijking van het voorstel van het college op 423 te stellen. De voorzitter stelt de fracties in de gelegenheid een stemverklaring af te leggen. Daarna wordt er opnieuw hoofdelijk gestemd. De heer Dane zegt namens de fractie van het C.D.A. het volgende: "Evenals vier weken geleden heb ik behoefte enkele opmerkingen te maken over het Sanerings- en herindelingsplan van Camping Bovensluis. Het feit dat de vorige vergadering de stemmen staakten is voor ons aanleiding geweest dit onderwerp nog eens kritisch te bezien. Het volgende wil ik nogmaals onder uw aandacht brengen: Formeel is een vergunning afgegeven voor 350 standplaatsen. De voorzitter stelde echter in de vorige vergadering dat het beleid van de raad was gebaseerd op 312 standplaatsen voor maximaal 1250 personen. Deze opstelling vond u realistischer. Hoe is dan het beleid ten aanzien van de verordening op de heffing van de woonforensenbelasting te verklaren? Want voor de volgende aantallen caravans is van 1978 t/m 1983 woonforensen belasting geïnd: 1978 voor 350 caravans 1979 voor 373 caravans 1980 voor 371 caravans 1981 voor 370 caravans 1982 voor 372 caravans 1983 voor 369 caravans. Hoe kunt u dan spreken van realistisch bij 312 standplaatsen? U stelde ook: wat er nu is, willen we handhaven en verbeteren. Uitbreiding van de recreatie is niet toegestaan. Op grond van dit beleidsuitgangspunt is nee gezegd tegen: een jachthaven nabij de Volkeraksluizen, nee tegen uitbreiding van de horecacapaciteitnee tegen een waterwonderlandproject en nee tegen een jachthaven aan de Oostdijk. Doch al deze zaken hebben toch niets te maken met het voor ons liggende plan. We praten hier over een bestaande situatie met een uitbreiding tot 400 of tot 423 standplaatsen en dat is heel wat anders dan de totaal nieuwe projecten die u op tafel legt. Overigenstoen er onlangs uitbreiding plaatsvond van een bestaand horeca bedrijf, heb ik van niemand iets gehoord over toename van recreatieve druk. Terwijl er met deze uitbreiding toch wel degelijk sprake is van aantrekken van bezoekers. Of vallen koffiedrinkende toeristen, die met bussen naar Willem stad komen, niet onder uitbreiding van de recreatieve druk? Begrijp ons goed; ook daar hebben wij geen bezwaar tegen, maar dan getuigt het niet van realiteit, om nu een uitbreiding te weigeren tot maximaal 423 standplaatsen. Want wij blijven van mening, dat er door deze uitbreiding geen sprake is van verhoging van de recreatieve druk, gelet op het feit dat er nu een exploitatievergunning ligt voor maximaal 1572 personen. Ik heb het u voorgerekend 423 standplaatsen met een gemiddelde bezetting per kampeereenheid van 3,11 is totaal 1315 personen. -Ook-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1984 | | pagina 37