-8-
350. Op het moment dat er gesproken werd over die 350 staanplaatsen, bedroeg
het werkelijk aantal plaatsen al 400! Als de raad hedenavond formeel 400 stand
plaatsen toestaat, wordt de in het verleden opgestelde beleidslijn gehandhaafd.
Aan dit beleid zijn tot nu toe alle verzoeken de openluchtrecreatie betreffen
de getoetst. Als gesteld wordt dat met 423 plaatsen en een gemiddelde bezet
ting van 3,11 ver onder het maximaal aantal toelaatbare personen van 1572 vol
gens de exploitatievergunning van de gedeputeerde staten wordt gebleven, klopt
dat.
De realiteit is echter dat het beleid van de raad gebaseerd is op 312 plaatsen
voor maximaal 1250 personen. Door een daling van de gemiddelde bezetting kan
het aantal staanplaatsen wat worden opgevoerd, doch 1250 personen is een
uiterste grens. De gedeputeerde staten hebben het aantal personen, buiten de
raad om, opgevoerd tot 1572. Vooralsnog blijft het college van mening dat met
dit voorstel helemaal tegemoet gekomen is aan de wensen om de camping, zowel
kwalitatief als in een geringe mate kwantitatief, te verbeteren.
De heer Dane heeft niet gezegd dat persé het aantal van 1572 personen op de
camping gehaald moet worden, integendeel. Uitgegaan wordt van de bestaande
situatie op dit moment. Bij 423 staanplaatsen en een gemiddelde bezetting van
3,11 zal de totale bezetting van het kampeerterrein 1315 personen bedragen. De
fractie van het C.D.A. wil helemaal niet naar het maximum van 1572 personen.
De voorzitter herinnert er aan dat het uitgangspunt voor het gemeentelijk be
leid maximaal 1250 personen is. De door de heer Dane genoemde cijfers geven
toch een verhoging van de recreatieve druk te zien. Het beleid is tot heden
steeds geweest geen uitbreiding van de recreatieve druk. Als 423 staanplaatsen
worden toegestaan betekent een en ander dat de recreatieve druk vergroot gaat
worden
De heer de Visser deelt de visie van het college.
Er zit een gevaar in als thans andere normen voor de openluchtrecreatie ge
hanteerd gaan worden. Stel dat door bepaalde omstandigheden de pleziervaar
tuigen kleiner worden en de gemiddelde bemanning daalt, dan is dit toch geen
reden om het aantal ligplaatsen uit te gaan breiden. Het is erg gevaarlijk het
maximaal aantal personen alleen als norm te hanteren. Zo is er wellicht door
een verdere daling van de gemiddelde bezetting weer een reden om het aantal
staanplaatsen nog verder uit te breiden.
De voorzitter vraagt of de fractie van het C.D.A. voorstelt het aantal staan
plaatsen op 423 te brengen.
De heer Dane zegt dat de fractie van het C.D.A. voorstelt het aantal staanplaat
sen voor camping Bovensluis te brengen op 423.
De heer de Visser verzoekt de vergadering voor overleg omtrent dit voorstel te
schorsen.
De voorzitter schorst de vergadering voor vijf minuten.
Na de schorsing heropent de voorzitter de vergadering en brengt het voorstel
van de fractie van het C.D.A. om het aatnal staanplaatsen voor camping Boven
sluis, in afwijking van het voorstel van burgemeester en wethouders, op 423 te
brengen in stemming.
Geen der fracties heeft behoefte aan een stemverklaring.
Hierna volgt een mondelinge stemming volgens hoofdelijke oproeping:
de
heer
Versteeg
voor
de
heer
Kamp
tegen
de
heer
de Visser
tegen
de
heer
Dane
voor
mevrouw
Kroon
tegen
de
heer
Boertjes
voor
de
heer
Munters
tegen
de
heer
van der Sluijs
voor
de
heer
Hoekwater
voor
de
heer
Tuinman
tegen
-De-